Decreet tot wijziging van het wetboek van 23 november 1965 van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen en de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend in Brussel op 9 februari 1994 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een eurovignet, overeenkomstig Richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993, wat betreft de aanhaling en de inbeslagname van voertuigen en het opstellen van processen-verbaal, de 28 juin 2013

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Wetboek van 23 november 1965 van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen

Art. 2. Artikel 33 van het Wetboek van 23 november 1965 van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, vervangen bij de wet van 23 december 2009, wordt vervangen door wat volgt :

" Art. 33. § 1. Als de niet-betaling wordt vastgesteld op de openbare weg, moet de bestuurder van het voertuig, vermeld in artikel 3 en 4, de niet-betaalde verkeersbelasting en de boete samen met de interesten en kosten in handen van het bevoegde personeelslid, vermeld in artikel 120, betalen op het ogenblik van de vaststelling van deze overtreding.

§ 2. In geval van niet-betaling van de sommen, vermeld in paragraaf 1, op het ogenblik van de vaststelling van deze overtreding, wordt het voertuig door het bevoegde personeelslid, vermeld in artikel 120, aangehaald tot de verschuldigde sommen betaald zijn.

Het bevoegde personeelslid, vermeld in artikel 120, stelt in dat geval een proces-verbaal van aanhaling op.

De aanhaling kan onder meer bestaan uit het inhouden van de boorddocumenten, het inhouden van de vrachtbrief, het plaatsen van een wielklem, het wegtakelen van het voertuig, vermeld in artikel 3 en 4, naar een stallingplaats en het stallen van het voertuig.

Het aangehaalde voertuig mag niet worden vervreemd noch worden verplaatst zonder toestemming van het bevoegde personeelslid van de Vlaamse Belastingdienst.

§ 3. Zijn de sommen, vermeld in paragraaf 1, niet betaald binnen een week vanaf de dag van de vaststelling van de overtreding, vermeld in paragraaf 1, dan is er een vermoeden dat de rechten van het Vlaamse Gewest in gevaar zijn.

Wanneer de belastingschuldige betwist dat de rechten van het Vlaamse Gewest in gevaar verkeren, wordt er over de betwisting uitspraak gedaan zoals in kort geding door de beslagrechter van de plaats waar de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie die de belasting moet innen, is gevestigd.

De Vlaamse Belastingdienst kan in het geval, vermeld in het eerste lid, een dwangschrift opstellen en laten overgaan tot betekening van een dwangbevel en eventueel tot uitvoerend roerend beslag op het voertuig volgens de regels van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en voor zover dit artikel er niet van afwijkt.

In het dwangschrift en het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT