Uittreksel uit arrest nr. 13/2008 van 14 februari 2008 Rolnummer 4135 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 29, § 4, van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bi

Uittreksel uit arrest nr. 13/2008 van 14 februari 2008

Rolnummer 4135

In zake : de prejudiciële vraag over artikel 29, § 4, van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968, zoals vervangen bij de wet van 20 juli 2005, gesteld door de Correctionele Rechtbank te Bergen.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, E. Derycke en J. Spreutels, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging

    Bij vonnis van 9 januari 2007 in zake het openbaar ministerie tegen J.L., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 januari 2007, heeft de Correctionele Rechtbank te Bergen de volgende prejudiciële vraag gesteld :

    Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden door het nieuwe artikel 29, § 4, tot stand gebracht bij artikel 7 van de wet van 20 juli 2005 tot wijziging van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, in die zin geïnterpreteerd dat het enkel van toepassing is op de overtredingen bedoeld in het nieuwe artikel 29, § 1, § 2 en § 3, met uitsluiting van met name de overtredingen bedoeld in de artikelen 34 en 35 van het koninklijk besluit van 16 maart 1968, al dan niet in samenhang met een of meer overtredingen bedoeld in het nieuwe artikel 29, § 1, § 2 of § 3, van dat koninklijk besluit ?

    .

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van het nieuwe artikel 29, § 4, van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, in zoverre het alleen van toepassing is op de overtredingen bedoeld in artikel 29, §§ 1, 2 en 3, met uitsluiting van de overtredingen bedoeld in de artikelen 34 en 35 van de voormelde gecoördineerde wetten.

    B.2.1. Artikel 29 van de voormelde gecoördineerde wetten, zoals het werd ingevoegd bij artikel 7 van de wet van 20 juli 2005 tot wijziging van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, bepaalt :

    § 1. De Koning kan overtredingen van de reglementen uitgevaardigd op grond van deze gecoördineerde wetten die de veiligheid van personen rechtstreeks in gevaar brengen en die van die aard zijn dat ze bij een ongeval bijna onvermijdbaar leiden tot fysieke schade en overtredingen die bestaan uit het negeren van een stopbevel van een bevoegd persoon, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, als zodanig aanwijzen als overtredingen van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT