29 APRIL 2012. - Koninklijk besluit dat de vorm bepaalt waarin de rekening van uitvoering van de begroting van de diensten van het algemeen bestuur moet worden opgemaakt

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, de artikelen 37 en 108;

Gelet op de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, de artikelen 27, 28, 73 en 74;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 juni 2011;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 2 augustus 2011;

Gelet op het advies nr. 50.461/4 van de Raad van State, gegeven op 7 november 2011 met toepassing van artickel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de dienst van de federale Staat bedoeld in artikel 2, 1° van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de federale Staat.

Art. 2. De tabellen van de uitvoeringsrekening en van de bijlage aan de uitvoeringsrekening, zowel in ontvangsten als in uitgaven, worden opgemaakt overeenkomstig de modellen uit de bijlage.

Art. 3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012.

Art. 4. De Minister bevoegd voor Begroting is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 april 2012.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Begroting,

O. CHASTEL

Verslag aan de Koning

Sire,

Artikel 27 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat bepaalt dat de rekening van uitvoering van de begroting wordt opgesteld volgens de onderverdelingen van de goedgekeurde begroting. Voor de ontvangsten bevat de rekening van uitvoering de raming van de vastgestelde rechten van het begrotingsjaar, de vastgestelde rechten van het begrotingsjaar en het verschil tussen de geraamde en de vastgestelde rechten. Voor de uitgaven bevat de rekening van uitvoering enerzijds de vastleggingskredieten en de geboekte vastleggingen met betrekking tot het begrotingsjaar en anderzijds de vereffeningskredieten en de tijdens het begrotingsjaar vereffende vastgestelde rechten. Ze worden telkens gevolgd door het verschil tussen de kredieten en de aanrekeningen.

Artikel 28 van diezelfde wet bepaalt welke elementen dienen voor te komen in een bijlage bij de rekening van uitvoering. Zo vermeldt de toelichting voor de ontvangsten de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT