Uittreksel uit arrest nr. 11/2008 van 23 januari 2008 Rolnummer 4302 In zake : het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing van de Vlaamse Wooncode, ingesteld door André Corthout. Het G

Uittreksel uit arrest nr. 11/2008 van 23 januari 2008

Rolnummer 4302

In zake : het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing van de Vlaamse Wooncode, ingesteld door AndrÈ Corthout.

Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer,

samengesteld uit voorzitter M. Bossuyt en de rechters-verslaggevers L. Lavrysen en P. Martens, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 2 oktober 2007 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 3 oktober 2007, heeft AndrÈ Corthout, wonende te 3980 Tessenderlo, Gerhagenstraat 80, een beroep tot vernietiging en een vordering tot schorsing ingesteld van de Vlaamse Wooncode.

    Op 11 oktober 2007 hebben de rechters-verslaggevers L. Lavrysen en P. Martens, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarbij vastgesteld wordt dat het beroep tot vernietiging en de vordering tot schorsing klaarblijkelijk niet ontvankelijk zijn.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    B.1. Aangezien de vordering tot schorsing ondergeschikt is aan het beroep tot vernietiging, kan het Hof slechts op de middelen van de vordering ingaan nadat het de ontvankelijkheid van het beroep heeft onderzocht.

    B.2. Om te voldoen aan de vereisten van artikel 6 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, moeten de middelen van het verzoekschrift te kennen geven welke van de regels waarvan het Hof de naleving waarborgt, zouden zijn geschonden, alsook welke de bepalingen zijn die deze regels zouden schenden, en uiteenzetten in welk opzicht die regels door de bedoelde bepalingen zouden zijn geschonden.

    Die vereisten worden verantwoord, enerzijds, door de verplichting voor het Hof om dadelijk na de ontvangst van het beroep te onderzoeken of het klaarblijkelijk niet-ontvankelijk of klaarblijkelijk ongegrond is ofwel of het Hof klaarblijkelijk onbevoegd is om er kennis van te nemen, en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT