31 MEI 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de voorwaarden tot het verkrijgen van de subsidies inzake topsport

De Vlaamse regering,

Gelet op het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding inzonderheid op artikel 2, 9°, 2, 14°, 2, 15°, 9, 2°, 15, 3°, 18, 23, § 2, 26, 39 en 56, 3°;

Gelet op het advies van de Vlaamse Sportraad, gegeven op 23 november 2001;

Gelet op het begrotingsakkoord gegeven ter zitting van de Vlaamse Regering van 29 maart 2002;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat door het feit dat (bij het decreet van 13 juli 2001) het vorige decreet van 13 april 1999 opgeheven werd en het decreet van 13 juli 2001 in voege is getreden vanaf 1 januari 2002. De uitvoeringsbesluiten dienen dus zo snel mogelijk gefinaliseerd te worden teneinde de continuering in het erkennings- en subsidiëringsbeleid ten aanzien van de begunstigden te verzekeren;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 11 april 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. het decreet : het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding;

  2. de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de sport;

  3. het Bloso : het Vlaams Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie, opgericht bij het decreet van 12 december 1990, meer bepaald de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap, genoemd in het decreet;

  4. de sportfederatie : de Vlaamse unisportfederatie die in het kader van het decreet gesubsidieerd wordt voor de uitvoering van de basisopdrachten en die een beleid inzake topsport voert dat past in het topsportbeleid, zoals bepaald in artikel 2, 9°, van het decreet;

  5. het topsportconvenant : de overeenkomst, gesloten op 25 maart 1998, die een doorgedreven topsportopleiding voor jongeren in combinatie met een volwaardige schoolse vorming tot voorwerp heeft;

  6. het bijzonder convenant : onderdeel van het topsportconvenant, afgesloten tussen de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, de betrokken sportfederatie en de betrokken school, dat de in overleg afgesproken modaliteiten ter uitvoering van het topsportconvenant bevat, eveneens de wederzijdse rechten en plichten van alle ondertekende partijen;

  7. de selectiecommissie : de commissie die krachtens het topsportconvenant de leerling-topsporter selecteert met het oog op de toekenning van een topsportstatuut;

  8. de leerling-topsporter : de topsporter aan wie, op basis van de normen die de selectiecommissie bepaalt, een topsportstatuut wordt toegekend en die is ingeschreven in een topsportschool;

  9. de keuringscentra : de medische keuringscentra, genoemd in artikel 14 van het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening;

  10. het algemeen erkennings- en subsidiëringsbesluit : het besluit van de Vlaamse regering van 31 mei 2002 tot vaststelling van de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding;

  11. olympiade : de periode van vier jaar beginnend op 1 januari van het jaar volgend op de Olympische Zomerspelen en eindigend op 31 december van het jaar van de Olympische Zomerspelen;

  12. de Vlaamse Trainersschool : het samenwerkingsverband tussen het Bloso, de universitaire opleidingsinstituten Lichamelijke Opvoeding, de Vlaamse Hogescholen Lichamelijke Opvoeding en de erkende Vlaamse sportfederaties, dat sportkaderopleidingen organiseert in Vlaanderen, afgekort VTS;

  13. het Vlaams Overlegplatform Topsport : de adviescommissie die de minister adviseert inzake topsportaangelegenheden.

  14. het B.O.I.C. : het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité dat de topsporters selecteert die deelnemen aan de Olympische spelen, de Paralympics, de Europese Jeugd Olympische dagen en de Wereldspelen.

    HOOFDSTUK II. - De voor topsport in aanmerking komende sporttakken en de indeling in categorieën

    Art. 2. § 1. De sporttakken die zijn opgenomen in het topsportbeleid, genoemd in artikel 2, 9°, van het decreet, worden per olympiade op voorstel van het Bloso na advies van het Vlaams Overlegplatform Topsport, vastgelegd door de Vlaamse regering en ingedeeld in vier categorieën zoals bepaald in artikel 18 van het decreet. Deze indeling geschiedt op basis van de vier volgende criteria :

  15. de door de elitesporters en de beloftevolle jongeren op internationaal vlak geleverde sportprestaties, die worden geëvalueerd op basis van hetzij de behaalde medailles, finaleplaatsen en halve finaleplaatsen op Olympische Spelen, Paralympics, Wereldspelen, Wereldkampioenschappen en Europese kampioenschappen, hetzij de rangschikking op wereldniveau;

  16. de uitstraling van de sporttak in het binnenland, meer bepaald de mate van beoefening en populariteit van de sporttak, evenals de mate van bekendheid van de topsporter bij het grote publiek;

  17. de uitstraling van de sporttak in het buitenland, meer bepaald de mate van beoefening van de sporttak wereldwijd;

  18. de mate van uitbouw van de topsportstructuur, de sporttechnische, medische, paramedische en sportpsychologische omkadering en het integraal topsportbeleid van de sportfederatie onder meer op het vlak van talentdetectie en talentontwikkeling; het vastleggen van een leer- en begeleidingsmethodiek, het vastleggen van het technisch, tactisch, conditioneel en mentaal niveau en het trainingsvolume per leeftijdscategorie.

    § 2. Er wordt voor topsport voor gehandicapten een aparte categorie voorzien.

    § 3. Voor de sporttakken die niet behoren tot de categorieën vermeld in § 1 en § 2 maar wel door topsporters beoefend worden die deelnemen aan Olympische Spelen, Paralympics, Europese Jeugd Olympische dagen (EYOD) en Wereldspelen en voor de sporttakken die aangeboden worden door de sportfederaties die een Europees kampioenschap, een Wereldkampioenschap of een Wereldbekerwedstrijd voor junioren en senioren in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel - Hoofdstad organiseren worden twee afzonderlijke categorieën voorzien.

    Art. 3. De Vlaamse regering kan jaarlijks, op voorstel van het Bloso na advies van het Vlaams Overlegplatform Topsport, een sporttak die wordt aangeboden door een sportfederatie die voor de eerste maal een aanvraag voor subsidie voor de basisopdrachten en de facultatieve opdracht topsport indient, toevoegen aan de lijst van sporttakken die zijn opgenomen in het topsportbeleid, genoemd in artikel 2, 9°, van het decreet en indelen in een categorie. De sporttak wordt toegevoegd voor de resterende duur van de lopende olympiade.

    Art. 4. § 1. De sportfederatie die een sporttak aanbiedt die opgenomen is in het topsportbeleid, genoemd in artikel 2, 9°, van het decreet en die voldoet aan de algemene subsidiëringsvoorwaarden, heeft recht op een subsidie :

  19. voor de voorbereiding en de deelname aan internationale wedstrijden van geregistreerde topsporters;

  20. voor de voorbereiding en de deelname aan Olympische Spelen, Paralympics, Europese Jeugd Olympische dagen (EYOD) en Wereldspelen van de gepreselecteerde en geselecteerde topsporters, indien zij bijkomend voldoet aan de bijzondere voorwaarden zoals bepaald in hoofdstuk III, afdeling II;

  21. voor de participatie in een topsportschool, indien zij bijkomend voldoet aan de bijzondere voorwaarden zoals bepaald in hoofdstuk III, afdeling III;

  22. voor de organisatie van Europese kampioenschappen, Wereldkampioenschappen en Wereldbekerwedstrijden voor junioren en senioren in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel - Hoofdstad, indien zij bijkomend voldoet aan de bijzondere voorwaarden zoals bepaald in hoofdstuk III, afdeling IV.

    § 2. De unisportfederatie die in het kader van het decreet gesubsidieerd wordt voor de uitvoering van de basisopdrachten en die een sporttak aanbiedt die is opgenomen in de afzonderlijke categorie 6° van bijlage I, komt in aanmerking voor een subsidie voor deelname aan Olympische Spelen, Paralympics, Europese Jeugd Olympische dagen (EYOD) en Wereldspelen indien zij voldoet aan de bijzondere voorwaarden zoals bepaald in hoofdstuk III, afdeling II.

    § 3. De unisportfederatie die in het kader van het decreet...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT