22 FEBRUARI 2002. - Koninklijk besluit tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen voor de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het ontwerp van koninklijk besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, strekt ertoe de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling toegang te verlenen tot de informatiegegevens en machtiging te geven om het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen te gebruiken.

De wettelijke grondslag van het ontwerp van besluit zijn de artikelen 5, 1e lid, en 8 van de wet van 8 augustus 1983 tot organisatie van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

  1. Opdrachten van de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling

    De commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling zijn multidisciplinaire administratieve organen bevoegd om uitspraak te doen over de wenselijkheid van de voorstellen tot voorwaardelijke invrijheidstelling die hen worden voorgelegd door personen opgesloten in de Belgische gevangenissen.

    Bovendien moeten deze commissies de situatie van de voorwaardelijk in vrijheid gestelden volgen, en meer bepaald de naleving van de bijzondere voorwaarden betreffende sociale reïntegratie in de maatschappij die aan de beslissing tot invrijheidstelling zijn verbonden.

  2. Verantwoording van de toegang tot de informatiegegevens

    Artikel 5 van de wet van 8 augustus 1983 vereist dat de autoriteit gemachtigd wordt om kennis te hebben van de informatie waartoe zij toegang wenst te hebben krachtens een wet of een decreet. De opdrachten van de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling zijn omschreven in de artikelen 3 tot 5, 7, 10 en 14 van de wet van 5 maart 1998 en in de artikelen 7 tot 18 van de wet van 18 maart 1998.

    Met het oog op de naleving van de beginselen inzake wettelijkheid en finaliteit, moet worden nagegaan of de kennis van alle informatiegegevens bedoeld in artikel 3 van de wet van 8 augustus 1983 onmisbaar is voor de uitvoering van voornoemde opdrachten. Deze vereiste moet inzonderheid worden beoordeeld ten aanzien van artikel 5 van de wet van 8 december 1992 dat veronderstelt dat de autoriteit enkel informatiegegevens verwerkt die uitgaande van de beoogde doeleinde toereikend, terzake dienend en niet overmatig zijn.

    De naam en de voornaam, de geboorteplaats en -datum, het geslacht, de nationaliteit, de hoofdverblijfplaats en de plaats en datum van overlijden worden over het algemeen beschouwd als de minimumvereisten om een natuurlijke persoon te identificeren en over hem een dossier samen te stellen (Verslag aan de Koning voorafgaand aan het koninklijk besluit van 7 maart 1995 waarbij aan de diensten van de quaestuur van de Kamer van volksvertegenwoordigers toegang wordt verleend tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen, Belgisch Staatsblad , 4 april 1995; Verslag aan de Koning voorafgaand aan het koninklijk besluit van 23 januari 1998 tot regeling van de toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen en van het gebruik van het identificatienummer ervan in hoofde van de Waalse Regionale Maatschappij voor de Huisvesting en van de door haar erkende publiekrechtelijke bouwmaatschappijen, Belgisch Staatsblad , 20 maart 1998).

    De andere gegevens, te weten het beroep, de burgerlijke staat en de samenstelling van het gezin, bieden de commissies voor de voorwaardelijke invrijheidstelling de mogelijkheid om zich een eerste beeld te vormen van de gedetineerde die kandidaat is voor voorwaardelijke invrijheidstelling. Het informatiegegeven betreffende het beroep kan ertoe bijdragen de reïntegratiekansen van de veroordeelden op de arbeidsmarkt te bepalen. De gegevens betreffende de burgerlijke staat en de samenstelling van het gezin informeren de commissies over het eventuele milieu van opvang, alsook over ook de aard van de specifieke voorwaarden die aan de beslissing tot invrijheidstelling zouden moeten worden verbonden.

    Om dezelfde redenen, maar tevens om de opvolging, bedoeld in artikel 7, § 2, van de wet van 18...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT