19 MAART 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij ter ondertekening aan Uwe Majesteit voorleggen beoogt een wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet (I) van 27 december 2006, tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen.

De aanleiding voor dit ontwerp is het arrest van het Hof van Justitie van 19 december 2012 in de zaak Commissie tegen België met nummer C-577/10. In dit arrest verklaart het Hof van Justitie de Belgische regelgeving betreffende de verplichting ten aanzien van in een andere lidstaat dan België gevestigde zelfstandige om vóór de uitoefening van zijn activiteit in België een voorafgaande melding te doen, strijdig met het vrij verkeer van diensten.

Het Hof van Justitie overweegt dat de voormelde meldingsplicht een beperking inhoudt van het vrij verkeer van diensten doch overweegt evenzeer dat deze beperking wordt gerechtvaardigd door de door België aangehaalde doelstellingen van algemeen belang, te weten de doelstellingen van bestrijding van sociale fraude en voorkoming van misbruik waaronder schijnzelfstandigheid en zwartwerk, dewelke geacht worden samen te hangen met de doelstelling van vrijwaring van het financiële evenwicht van de socialezekerheidsstelsels en met de doelstelling van voorkoming van oneerlijke concurrentie en sociale dumping alsmede de bescherming van de werkenden de zelfstandigen inbegrepen. Het Hof verklaart de meldingsplicht evenwel strijdig met het vrij verkeer van diensten op grond van de overweging dat niet wordt aangetoond dat de gegevens die in het raam van de voormelde meldingsplicht moeten worden meegedeeld noodzakelijk zijn voor het bereiken van de voormelde doelstellingen van algemeen belang, in acht genomen de omstandigheid dat een algemeen vermoeden van fraude niet kan volstaan als rechtvaardiging en dat vaststaat dat de toepassing van de meldingsplicht niet beperkt is tot de gevallen waarin de zelfstandige in kwestie onderworpen is aan de Belgische fiscale en sociale verplichtingen en er reden is om te controleren of deze verplichtingen worden nageleefd.

In het licht van dit arrest werd nagegaan welke gegevens met het oog op het bereiken van de door het Hof van Justitie erkende doelstellingen van algemeen belang, noodzakelijk zijn en welke niet. Hierbij werden de inspectiediensten die gelet op het bepaalde in artikel 9 van het koninklijk besluit van 20 maart 2007, bevoegd zijn om de naleving van deze verplichting te controleren, geraadpleegd.

Artikelenbespreking

Artikel 1

Dit artikel vervangt het artikel 4 van het koninklijk besluit waarin de groepen van gegevens worden bepaald die moeten worden gemeld.

In de eerste paragraaf worden de groepen van gegevens bepaald die moeten worden gemeld voor de gedetacheerde werknemers.

Moeten worden gemeld :

  1. De identificatiegegevens van de werknemer. Het voorwerp van de controle door de sociale inspectiediensten is de arbeidsrelatie. De identiteit van de werknemer als partij bij de deze arbeidsrelatie vormt derhalve de essentie van de meldingsplicht.

  2. De identificatiegegevens van de werkgever of van zijn mandataris wanneer deze de aangifte doet. De identiteit van de werkgever als wederpartij in de arbeidsrelatie vormt net zoals de identiteit van de werknemer de essentie van de meldingsplicht. De vermelding van de identiteit van degene die de aangifte doet (de werkgever of zijn mandataris) is bovendien informaticatechnisch vereist om deze toe te laten zijn aangifte te beheren en bijvoorbeeld een aangifte te annuleren.

  3. De identificatiegegevens van de Belgische gebruiker. Dit is degene bij wie of voor wie wordt gewerkt in België en is dus een belangrijk gegeven om een controle toe te laten door de inspectiediensten betreffende zowel de waarachtigheid van de detachering als de naleving van de wettelijke en reglementaire voorwaarden inzake de detachering. Bovendien heeft deze gebruiker een eigen meldingsplicht wanneer de werknemer geen meldingsbewijs kan voorleggen.

  4. De voorziene begin- en einddatum van de detachering. Anders dan de gewone werknemers werken gedetacheerde werknemers slechts tijdelijk of gedeeltelijk op het Belgisch grondgebied. Om deze gedetacheerde werknemers te kunnen controleren moeten de inspectiediensten derhalve een aanduiding hebben omtrent de periode gedurende dewelke zij in België werkzaam zijn.

  5. De werkroosters. De mededeling van dit gegeven heeft tot gevolg dat de buitenlandse werkgever, hoewel deze onder de toepassing valt van de Arbeidsreglementenwet, vrijgesteld wordt van de verplichting om arbeidsreglement op te stellen. De Raad van State merkt op dat de mededeling van dit gegeven verder gaat dan een loutere meldingsplicht en derhalve hieruit mogelijk een onevenredige belemmering van het vrij dienstenverkeer zou kunnen worden afgeleid. Gelet op het bepaalde in artikel 3 van de Europese Richtlijn 96/71 en de wet van 5 maart 2002 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten, zijn de op het Belgisch grondgebied gedetacheerde werknemers onderworpen aan de Belgische reglementering inzake de arbeidsduur zoals deze voorkomt in diverse wettelijke en reglementaire bepalingen. Teneinde controle uit te oefenen op de naleving van deze wetgeving dienen de inspectiediensten over de werkroosters te beschikken die naar belgisch recht een belangrijk controleinstrument zijn voor de handhaving van de Belgische reglementering terzake. In de Belgische wetgeving dienen de werkroosters te zijn opgenomen in het arbeidsreglement. Ten aanzien van buitenlandse werkgevers wordt deze laatste verplichting afgezwakt door hen vrij te stellen van de verplichting om een arbeidsreglement op te stellen en bij te houden op voorwaarde dat hij het werkrooster meldt in het raam van de Limosa-meldingsplicht. Het betreft met andere woorden een verzachting van de verplichtingen ten voordele van de buitenlandse werkgevers die het vrij dienstenverkeer moet...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT