Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit Inkomstenbelastingen. - Voorafbetalingen. - Aanslagjaar 2009 INLEIDING ALGEMEEN In beginsel wordt de belasting betreffende de beroepsinkomsten

Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit

Inkomstenbelastingen. - Voorafbetalingen. - Aanslagjaar 2009

INLEIDING

ALGEMEEN

In beginsel wordt de belasting betreffende de beroepsinkomsten van zelfstandigen, hun meewerkende echtgenoot en bedrijfsleiders, alsook de vennootschapsbelasting, de belasting van niet-inwoners/vennootschappen en in welbepaalde gevallen, de rechtspersonenbelasting, met een bepaald percentage vermeerderd.

Die vermeerdering kan evenwel worden vermeden door die belasting op welbepaalde tijdstippen vooraf te betalen.

De andere belastingplichtigen (natuurlijke personen) die, om welke reden ook, bij de regularisatie van hun fiscale toestand nog een supplement moeten betalen, kunnen een vermindering (bonificatie) krijgen door dat supplement geheel of gedeeltelijk vooraf te betalen.

Dit geldt ook voor de zelfstandigen, hun meewerkende echtgenoot en bedrijfsleiders, doch slechts met betrekking tot het gedeelte van de voorafbetalingen dat niet nodig is om de in het eerste lid bedoelde vermeerdering te vermijden.

Deze materie wordt geregeld door de artikelen 157 tot 168, 175 tot 177, 218, 226, 243, 246, eerste lid, 1°, en tweede lid, en 463bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de artikelen 64 tot 71, 139, § 3, en 142, § 1, van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.

GEMEENSCHAPPELIJKE AANSLAG OP NAAM VAN DE BEIDE ECHTGENOTEN

Sedert aanslagjaar 2005 worden, wanneer een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd, de vermeerdering ingeval geen of ontoereikende voorafbetalingen zijn gedaan en de bonificatie voor voorafbetaling van de belasting, bij elke "echtgenoot" (gehuwde of wettelijke samenwonende) berekend op grond van zijn eigen inkomsten en rekening houdend met de op zijn eigen naam gedane voorafbetalingen (voor de toepassing van die bepaling wordt het deel van de beroepsinkomsten dat wordt toegerekend aan de echtgenoot van wie de beroepsinkomsten minder bedragen dan 30 % van het totale bedrag van de beroepsinkomsten van beide echtgenoten - zie deel V, I, C, 1, eerste lid - aangemerkt als een eigen inkomen van de echtgenoot die het toerekent en niet van de echtgenoot aan wie het wordt toegerekend).

Artikel 157 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bepaalt evenwel dat wanneer een echtgenoot, die een deel van zijn winst of zijn baten aan de meewerkende echtgenoot toekent met toepassing van artikel 86 van hetzelfde Wetboek, voorafbetalingen heeft gedaan die meer bedragen dan die welke nodig zijn om bij hem de vermeerdering van belasting te vermijden, het overschot wordt aangewend om de vermeerdering bij de meewerkende echtgenoot te vermijden.

DEEL I. - VOORAFBETALINGEN DIE ERTOE STREKKEN EEN VERMEERDERING TE VERMIJDEN

HOOFDSTUK I. - Wie is onderworpen aan de belastingvermeerdering ?

  1. ALGEMEEN

    Het betreft :

    1. natuurlijke personen, rijksinwoners en niet-inwoners, die gezamenlijk belastbare beroepsinkomsten verkrijgen uit een werkzaamheid als :

      - bedrijfsleider;

      - nijveraar, handelaar of landbouwer;

      - beoefenaar van een vrij beroep, ambt, post of andere (zelfstandige) winstgevende bezigheid;

      - meewerkende echtgenoot van een belastingplichtige die beroepsinkomsten verkrijgt uit een werkzaamheid als nijveraar, handelaar, landbouwer of beoefenaar van een vrij beroep, ambt, post of andere (zelfstandige) winstgevende bezigheid;

    2. binnenlandse vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbelasting (Ven.B);

    3. intercommunales onderworpen aan de rechtspersonenbelasting (RPB);

    4. buitenlandse vennootschappen onderworpen aan de belasting van niet-inwoners (BNI/ven.), die zich bezighouden met een exploitatie of met verrichtingen van winstgevende aard.

      Deze natuurlijke en rechtspersonen worden hierna respectievelijk "zelfstandigen" (zie a hierboven), "vennootschappen" (zie b en d hierboven) en "intercommunales" (zie c hierboven) genoemd.

  2. UITZONDERING

    Geen vermeerdering is verschuldigd door zelfstandigen die zich in 2006, 2007 of 2008 voor de eerste maal als zelfstandige in een hoofdberoep hebben gevestigd.

    Inzake vennootschappen is geen vermeerdering verschuldigd op de overeenkomstig de verminderde tarieven berekende belasting, die betrekking heeft op de eerste drie boekjaren vanaf hun oprichting (art. 218, § 2, WIB 92).

    HOOFDSTUK II. - Waaruit bestaat de belastingvermeerdering ?

  3. GRONDBEGINSELEN

    Het gedeelte van de belasting dat betrekking heeft op de sub II hierna bedoelde belastbare inkomsten wordt in principe vermeerderd met een bepaald percentage.

  4. VOOR VERMEERDERING VATBARE INKOMSTEN

    1. Zelfstandigen

      De vermeerdering is alleen van toepassing op de belasting die overeenstemt met het nettobedrag van de bezoldigingen van bedrijfsleiders, van de bezoldigingen van meewerkende echtgenoten alsmede van de winst of baten die in het kader van een zelfstandige beroepswerkzaamheid zijn verkregen, met uitzondering van de inkomsten die werkelijk afzonderlijk zijn belast.

    2. Vennootschappen

      De vermeerdering is van toepassing op de Ven.B en op de BNI/ven. die betrekking heeft op het totaal van de belastbare inkomsten.

      Voor aanslagjaar 2009 zijn aldus belastbaar, de inkomsten die :

      - in 2008 werden behaald of verkregen door vennootschappen die hun boekhouding per kalenderjaar voeren;

      - betrekking hebben op een boekjaar dat in 2009 vóór 31 december is afgesloten, voor de vennootschappen die hun boekhouding anders dan per kalenderjaar voeren.

      De vermeerdering is evenwel niet van toepassing op :

      - de afzonderlijke aanslagen;

      - de bijzondere aanslagen met betrekking tot verrichtingen die vóór 1.1.1990 hebben plaatsgegrepen :

      - verdeling van het maatschappelijk vermogen;

      - voordelen van alle aard door vennootschappen in vereffening.

      De aandacht wordt erop gevestigd dat de bovenvermelde regels inzake vermeerdering ook van toepassing zijn op vanaf 1.1.1990 in vereffening gestelde vennootschappen.

    3. Intercommunales

      De vermeerdering is van toepassing op de RPB verschuldigd door intercommunales als bedoeld in artikel 180, 1°, WIB 92, voor zover deze belasting betrekking heeft op het totale bedrag van de sommen toegekend door die intercommunales als dividenden aan enige vennootschap of andere rechtspersoon, met uitzondering van die toegekend aan de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provincies, de agglomeraties, de federaties van gemeenten, de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, alsmede aan andere intercommunales als bedoeld in het voormelde artikel 180, 1°.

  5. BEREKENING VAN DE VERMEERDERING

    1. Grondslag van de vermeerdering

      Het bedrag dat als grondslag van de vermeerdering dient is gelijk aan 106 % (103 % voor vennootschappen en intercommunales) van de belasting verschuldigd op de inkomsten die vatbaar zijn voor vermeerdering, in voorkomend geval verminderd met de voorheffingen en andere verrekenbare bestanddelen (forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting, belastingkredieten, roerende voorheffing, enz.) met betrekking tot diezelfde inkomsten.

    2. Tarief van de vermeerdering

      Voor aanslagjaar 2009 bedraagt het tarief van de vermeerdering 11,25 %.

    3. Berekening van de vermeerdering

      Om het bedrag van de in principe verschuldigde globale vermeerdering te bekomen, volstaat het de grondslag van de vermeerdering te vermenigvuldigen met 11,25 %.

      Bij een natuurlijke persoon wordt de vermeerdering slechts voor 90 % in aanmerking genomen (dit geldt niet voor vennootschappen en intercommunales).

    4. Opmerking

      Geen vermeerdering is verschuldigd indien het bedrag ervan lager is dan 1 % van de belasting waarop zij is berekend, of 30,00 EUR.

  6. VOORBEELDEN

    1. Voorbeeld 1

      - Vermoede nettoberoepsinkomsten voor het jaar 2008 van een belastingplichtige die alleen wordt belast en geen gezinslasten heeft : 12.593,75 EUR.

      - Bedrag van de belasting : 2.046,00 EUR

      - Berekeningsbasis van de vermeerdering :

      2.046,00 x 106 % = 2.168,76 EUR

      - Berekening van de in principe verschuldigde

      globale vermeerdering : 2.168,76 x 11,25 % = 243,99 EUR

      - Vermindering van 10 % : 243,99 x 10 % = - 24,40 EUR

      - Werkelijk verschuldigde vermeerdering : 219,59 EUR

    2. Voorbeeld 2

      - Nettowinst van een vennootschap waarvan het boekjaar samenvalt met het kalenderjaar 2008 en die niet is uitgesloten van de verminderde tarieven : 150.000,00 EUR.

      - Bedrag van de Ven.B (met inbegrip van de aanvullende crisisbijdrage) vóór verrekening van voorheffingen : 48.319,88 EUR.

      - Bedrag van de Ven.B na verrekening van 12.000,00 EUR voorheffingen : 36.319,88 EUR.

      - In principe verschuldigde globale vermeerdering : 36.319,88 EUR x 11,25 % = 4.085,99 EUR.

      HOOFDSTUK III. - Hoe vermeerdering vermijden ?

  7. PRINCIPE

    Om belastingvermeerdering te vermijden moeten de betrokken belastingplichtigen de belasting voorafbetalen die betrekking heeft op de inkomsten die vatbaar zijn voor vermeerdering.

  8. HOE HET BEDRAG VAN DE VOORAFBETALINGEN RAMEN ?

    De zelfstandigen, de vennootschappen en de intercommunales waarvan het boekjaar samenvalt met het kalenderjaar (1), kunnen de voor het jaar 2008 uit te voeren voorafbetalingen als volgt ramen :

    1. het bedrag ramen van de inkomsten waarop de belasting voor vermeerdering vatbaar is;

    2. bij benadering de belasting bepalen die zou verschuldigd zijn op het onder 1° bedoelde bedrag (de hierna in Deel V vermelde gegevens maken het mogelijk het bedrag van de belasting bij benadering te berekenen);

    3. bij zelfstandigen deze belasting vermenigvuldigen met 106/100, terwijl bij vennootschappen en intercommunales deze belasting met 103/100 is te vermenigvuldigen;

    4. in voorkomend geval de ermede verrekenbare voorheffingen en bestanddelen aftrekken (in principe is het bekomen resultaat het bedrag dat moet worden voorafbetaald);

    5. het aldus bepaalde jaarbedrag van de belasting delen door vier;

    6. het bekomen quotiënt bij voorkeur op het tiental EUR afronden;

    7. het bekomen bedrag ieder kwartaal storten.

    Het staat de belastingplichtige nochtans vrij een andere verdeling voor zijn stortingen te kiezen.

    Aldus kan de belastingplichtige naar eigen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT