5 NOVEMBER 2012. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op 28 mei 1979, artikel 22, gewijzigd bij de wetten van 27 mei 1999 en 9 juli 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 oktober 1999 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 2004 tot regeling van de toepassing van de wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op 28 mei 1979;
Gelet op de beslissing van 26 mei 2011 waarbij de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen zijn huishoudelijk reglement heeft opgesteld;
Op de voordracht van de Minister van Middenstand, K.M.O.'s en Zelfstandigen,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Het bij dit besluit gevoegde huishoudelijk reglement voor de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen wordt goedgekeurd.
Art. 2. Het koninklijk besluit van 22 oktober 1999 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen wordt opgeheven.
Art. 3. De minister bevoegd voor Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Marseille, 5 november 2012.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Middenstand, K.M.O.'s en Zelfstandigen,
Mevr. S. LARUELLE
HUISHOUDELIJK REGLEMENT
(goedgekeurd door de Hoge Raad op 26 mei 2011)
HOOFDSTUK I. - Het voorzitterschap
Artikel 1. De voorzitter waakt over de strikte toepassing van onderhavig reglement. Hij leidt de besprekingen van de Raad en van het Bureau en zorgt dat de orde wordt gehandhaafd.
Art. 2. Bij verhindering van de voorzitter of bij vacature van de functie, zit de oudste aanwezige ondervoorzitter de vergadering voor.
Bij afwezigheid van de voorzitter en van de ondervoorzitters, wordt de Raad of het Bureau voorgezeten door de oudste aanwezige bijzitter.
Bij afwezigheid van bijzitters wordt de Raad voorgezeten door het oudste aanwezige lid.
Hij die voorzit, heeft alle rechten en plichten van de voorzitter.
HOOFDSTUK II. - De Raad
Uitnodigingen
Art. 3. De Raad vergadert op uitnodiging van de voorzitter.
De Raad zetelt tenminste éénmaal per kwartaal.
Art. 4. De Raad vergadert binnen de vijftien dagen op aanvraag van :
-
de minister die bevoegd is voor de middenstand;
-
tenminste een vijfde van de leden van de Raad;
-
het Bureau.
De aanvragen vermeld onder b moeten schriftelijk tot de voorzitter gericht worden. Voor ieder agendapunt dat men wenst te bespreken wordt een verklarende nota toegevoegd.
Art. 5. De leden van de Raad worden individueel uitgenodigd.
De uitnodiging moet tenminste tien dagen vooraf verstuurd worden, behalve in dringende gevallen, waarover de voorzitter oordeelt. In dit geval maakt de uitnodiging melding van deze afwijking.
De agenda wordt bij elke uitnodiging gevoegd.
Vergaderingen
Art. 6. De voorzitter opent en sluit de vergadering.
Hij kan op elk ogenblik de vergadering schorsen ofwel op eigen initiatief, ofwel op vraag van een derde van de aanwezige leden.
Art. 7. Elk aanwezig lid ondertekent de aanwezigheidslijst. De verplaatsings- en verblijfskosten, evenals de gebeurlijke presentiegelden worden slechts uitbetaald aan de leden die de aanwezigheidslijst ondertekenden.
Art. 8. De Raad kan slechts geldig beraadslagen wanneer tenminste de helft der leden aanwezig is.
Na een tweede bijeenroeping voor dezelfde agenda, beraadslaagt de Raad evenwel geldig, welke ook het aantal aanwezige leden is.
Art. 9. De vergaderingen van de Raad zijn niet openbaar.
De leden van de Raad mogen zich met akkoord van het Bureau door deskundigen laten bijstaan. De voorzitter kan bij beslissing van de Raad of op eigen initiatief externe deskundigen uitnodigen voor vergaderingen van de Raad.
Art. 10. De leden zijn gehouden het persoonlijk en vertrouwelijk karakter van de ter beschikking gestelde documenten te eerbiedigen.
De voorzitter oordeelt over de wenselijkheid van een eventuele ruimere verspreiding van bepaalde documenten.
De adviezen en moties mogen bekend gemaakt...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI