Ministerieel besluit tot vaststelling van de criteria voor erkenning waarbij de beoefenaars van de verpleegkunde gemachtigd worden zich te beroepen op de bijzondere beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de geestelijke gezondheidszorg en psychiatrie, de 24 avril 2013

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder Erkenningscommissie : de Erkenningscommissie voor de beoefenaars van de verpleegkunde, zoals vermeld in artikel 21septiesdecies/1 van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, ingevoegd bij de wet van 19 december 2008.

HOOFDSTUK II. - Criteria voor het verkrijgen van de erkenning als verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de geestelijke gezondheidszorg en psychiatrie

Art. 2. § 1. Wie erkend wenst te worden om zich op de bijzondere beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de geestelijke gezondheidszorg en psychiatrie te kunnen beroepen :

- is houder van het diploma, de graad, het brevet of de titel van gegradueerde verpleger, gegradueerde verpleegster, bachelor in de verpleegkunde, verpleger, verpleegster of houder van het " diploma in de verpleegkunde ", en

- heeft met vrucht bovenop zijn basisopleiding een bijkomende opleiding in de geestelijke gezondheidszorg en psychiatrie gevolgd die beantwoordt aan de vereisten vermeld in artikel 3.

§ 2. In afwijking van § 1, wordt de erkenning als verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de geestelijke gezondheidszorg en psychiatrie wordt van rechtswege toegekend aan de drager van het diploma of het brevet van psychiatrische verpleger of verpleegster behaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 9 juli 1960 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder het brevet van verpleger of verpleegster wordt toegekend en van de beroepsuitoefening.

Hetzelfde geldt voor de houders van het brevet van psychiatrische verpleger of verpleegster behaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 17 augustus 1957 houdende instelling van het brevet van verpleegassistent en verpleegassistente en vaststelling van de voorwaarden waaronder het wordt toegekend.

Art. 3. § 1. De in artikel 2, § 1, bedoelde bijkomende opleiding omvat een theoretische vorming van minstens 150 effectieve uren, gelijkwaardig aan 10 ECTS studiepunten, in de drie volgende domeinen :

  1. Verpleegkundige wetenschappen :

    - Verpleegkundige zorg in de geestelijke gezondheidszorg en de psychiatrie : methoden, modellen, therapeutische stromingen...;

    - Verpleegkundige deontologie en ethiek;

    - Beginselen van communicatie, hulpverlening en opleiding in gesprekstechnieken (zelfkennis,...);

    - Therapeutische benaderingen individueel...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT