Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 20 mei 1992 tot uitvoering van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij., de 17 octobre 2003

Artikel 1. Aan artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 mei 1992 tot uitvoering van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 toegevoegd, die luidt als volgt :

" § 2. De waterlopen waarvan het visrecht, overeenkomstig artikel 2 van de wet van 1 juli 1954 op de riviervisserij, behoort aan het Vlaamse Gewest, zijn die welke zijn opgesomd in bijlage 1 van het koninklijk besluit van 5 oktober 1992 tot vaststelling van de lijst van de waterwegen en hun aanhorigheden overgedragen van de Staat aan het Vlaamse Gewest. "

Art. 2. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de woorden " van de lijn af welke verondersteld wordt getrokken te zijn van de ene oever van de stroom naar de andere, op de punten waar de beide aanlegplaatsen voor de overvaart van Antwerpen naar het Vlaamse Hoofd gelegen zijn " vervangen door de woorden " exclusief de dokken van Antwerpen en de dokken van de linkeroever van de Schelde, vanaf de lijn die ter hoogte van de Royerssluis verondersteld wordt haaks op de stroom getrokken te zijn ".

Art. 3. Artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 september 2001, wordt vervangen door wat volgt :

" Art. 4. De prijs van de vergunning wordt vastgesteld op 75 euro per kalenderjaar. De vergunning geeft toelating tot het vissen met maximaal vijf visfuiken of schietfuiken. Per persoon wordt slechts één vergunning afgeleverd. De vergunning is geldig tijdens het kalenderjaar waarvoor ze wordt afgeleverd. De vergunninghouder moet de voorschriften en de beperkingen in de vergunning naleven. "

Art. 4. Het opschrift van Afdeling 1 van hoofdstuk IV wordt vervangen door wat volgt : " Afdeling 1. - Bepaling van de hengel en de fuik ".

Art. 5. Aan artikel 11 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, worden een § 2 en § 3 toegevoegd, die luiden als volgt :

" § 2. Onder fuik wordt een vistuig verstaan dat bestaat uit een netwerk dat om twee of meer hoepels is gespannen en dat voorzien is van één of meer inkelingen.

§ 3. De volgende types fuik worden onderscheiden :

  1. palingfuik : een fuik met één inzwemopening, zonder vleugels of andere toebehoren;

  2. visfuik : een fuik met één inzwemopening, voorzien van maximaal twee vleugels en zonder andere toebehoren;

  3. schietfuik of dubbele fuik : een vistuig bestaande uit twee deelfuiken, elk met één inzwemopening, verbonden met één vleugel en zonder andere toebehoren. "

    Art. 6. In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de woorden " betreffende de in afdeling 2 genoemde waterlopen en kanalen " vervangen door de woorden " betreffende de wateren, genoemd in afdeling 2 en bijlage 3 ".

    Art. 7. In artikel 15, 2°, van hetzelfde besluit worden de woorden " Nemacheilus barbatulus " vervangen door de woorden " Barbatula barbatula ".

    Art. 8. Aan artikel 15 van hetzelfde besluit worden een 14°, 15°, 16°, 17°, 18°, 19° en 20° toegevoegd, die luiden als volgt :

    " 14° elft (Alosa alosa);

  4. fint (Alosa fallax);

  5. gestippelde alver (Alburnoides bipunctatus);

  6. grote marene (Coregonus lavaretus);

  7. houting (Coregonus oxyrhynchus);

  8. vetje (Leucaspius delineatus);

  9. vlagzalm (Thymallus thymallus). "

    Art. 9. Aan artikel 17 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, worden een § 2, § 3 en § 4 toegevoegd, die luiden als volgt :

    " § 2. In afwijking van artikel 13 en 14, 1°, en onverminderd artikel 15, is het van 16 april tot en met 31 mei toegestaan te vissen in de aangekruiste wateren van de kolom " Vissen in paaitijd " van bijlage 3 bij dit besluit, exclusief aanhorige oude meanders, aanhorige oude kanaalarmen en aanhorige grindplassen, die al dan niet in permanente verbinding zijn met de hoofdwaterloop. Het gebruik van levende of dode visjes als aas en van kunstaas, geschikt om snoek te vangen, is verboden. Elke gevangen vis moet onmiddellijk en voorzichtig in het water van herkomst worden vrijgelaten.

    § 3. In afwijking van artikel 16 van hetzelfde besluit, en onverminderd de andere bepalingen van dit besluit is het toegestaan te vissen van twee uur na zonsondergang tot twee uur vóór zonsopgang in de aangekruiste wateren van de kolom " Nachtvisserij " van bijlage 3 bij dit besluit. Het gebruik van levende of dode visjes als aas en van kunstaas, geschikt om snoek te vangen, is verboden. Elke gevangen vis moet onmiddellijk en voorzichtig in het water van herkomst worden vrijgelaten. "

    Art. 10. In artikel 18, 5°, van hetzelfde besluit worden de woorden " ter plaatse door de bevoegde dienst aangeduid...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT