19 JANUARI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne., de 19 janvier 1999

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen van titel II van het VLAREM.

Artikel 1. In artikel 1.1.2 van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 26 juni 1996 en 24 maart 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. in het vierde gedachtestreepje onder " DEFINITIES ALGEMEEN " worden de woorden " de Afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleidbeleid " vervangen door de woorden " de Afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid ";

  2. in het zeventiende gedachtestreepje onder " DEFINITIES ALGEMEEN " worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    1. in a. worden de woorden " de belgische wetten " vervangen door de woorden " de Belgische wetten ";

    2. in b. worden de woorden " de belgische normen " vervangen door de woorden " de Belgische normen ";

    3. in d. worden de woorden " het Vlaamse Instelling " vervangen door de woorden " de Vlaamse Instelling ";

    4. de tweede letterindicatie " d. " wordt vervangen door de letterindicatie " e. ";

    5. de letterindicatie " e. " wordt vervangen door de letterindicatie " f. ";

    6. de letterindicatie " f. " wordt vervangen door de letterindicatie " g. ";

  3. in de titel " DEFINITIES BEDRIJFSINTERNE MILIEUZORG " worden de woorden " (Artikelen 4.1.9.2.1. tot en met 4.1.9.2.3. van hoofdstuk 4.1.) " vervangen door de woorden " (Artikelen 4.1.9.1 tot en met 4.1.9.3.1 van hoofdstuk 4.1) ";

  4. in " DEFINITIES AFVALSTOFFENVERWERKING " worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    1. in het zesde gedachtestreepje onder " Verbrandingsinrichtingen voor afvalstoffen " worden de woorden " waarvan de exploitatie, niet " vervangen door de woorden " waarvan de exploitatie niet ";

    2. in het tweede gedachtestreepje onder " Verbrandingsinrichtingen voor houtafval " worden de woorden " waarvan de exploitatie, niet " vervangen door de woorden " waarvan de exploitatie niet ";

    3. in het tweede gedachtestreepje onder " Dierlijk Afval " worden de woorden " de behandelingsuur van de grondstof " vervangen door de woorden " de behandelingsduur van de grondstof ";

    4. in het derde gedachtestreepje onder " Dierlijk Afval " worden de woorden " de grondstof wordt geschuikt gemaakt " vervangen door de woorden " de grondstof wordt geschikt gemaakt ";

  5. in het derde gedachtestreepje, b) onder " DEFINITIES ASBESTBEHEERSING " wordt het woord " verstevingsmateriaal " vervangen door het woord " verstevigingsmateriaal ";

  6. " DEFINITIES BIOCIDEN " wordt vervangen door wat volgt :

    " DEFINITIES BESTRIJDINGSMIDDELEN.

    - " bestrijdingsmiddelen " : stoffen, preparaten, micro-organismen en virussen ter vernietiging of afwering van schadelijke dieren, planten, micro-organismen of virussen;

    - " bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik " : gewasbeschermingsmiddelen en andere bestrijdingsmiddelen die in de landbouw gebruikt kunnen worden;

    - " gewasbeschermingsmiddelen " : werkzame stoffen en één of meer werkzame stoffen bevattende preparaten, in de vorm waarin ze aan de gebruiker worden geleverd en bestemd om :

    - ofwel, planten of plantaardige producten te beschermen tegen alle schadelijke organismen of de werking van dergelijke organismen te voorkomen, voorzover die stoffen of preparaten hierna niet anders worden gedefinieerd;

    - ofwel, de levensprocessen van planten te beïnvloeden, voorzover het niet gaat om nutritieve stoffen;

    - ofwel, plantaardige producten te bewaren, voorzover die stoffen of producten niet onder bijzondere bepalingen van de Raad of van de Commissie van de Europese Gemeenschappen inzake bewaarmiddelen vallen;

    - ofwel, ongewenste planten te doden;

    - ofwel, delen van planten te vernietigen of een ongewenste groei van planten af te remmen of te voorkomen;

    - " andere bestrijdingsmiddelen die in de landbouw gebruikt kunnen worden " :

    1. stoffen en preparaten voor het bestrijden of verdelgen van ectoparasieten van fok- en gebruiksdieren, duiven inbegrepen en de stoffen en preparaten voor het behandelen van oppervlakken in en rond gebouwen bestemd voor veeteelt en vervoermiddelen, ter bestrijding of verdelging van de micro-organismen die ziekten kunnen veroorzaken bij bovenvermelde dieren;

    2. de uitvloeiers, hechtmiddelen, synergisten, safeners en ander toevoegingsmiddelen die bestemd zijn om de werking van de onder 2° en 3°, a) en gewasbeschermingsmiddelen genoemde stoffen en preparaten te bevorderen, voorzover ze met dat doel op de markt worden gebracht;

      - " bestrijdingsmiddelen voor niet-landbouwkundig gebruik " : stoffen en preparaten, alsmede micro-organismen en virussen, bestemd om te worden gebruikt buiten de landbouwsector voor :

    3. het bestrijden of verdelgen van dieren die schade kunnen berokkenen aan dierlijke producten;

    4. het voorkomen van het bederf van dierlijke producten;

    5. het bestrijden en verdelgen van schadelijke dieren, planten of micro-organismen in de woningen, in gebouwen, in vervoermiddelen, in zwembaden, op vuilnisbelten en in riolen;

    6. het behandelen van materialen en voorwerpen ter bestrijding of verdelging van dieren, planten en micro-organismen;

    7. het behandelen van planten, grond of water, ter bestrijding of verdelging van organismen die ziekten kunnen veroorzaken bij de mens of bij dieren;

    8. het bestrijden of verdelgen van ectoparasieten van kleine huisdieren;

    9. ter voorkoming dat micro-organismen, planten of dieren aangroeien op scheepsrompen, fuiken, drijvers, netten, en alle overige uitrusting en apparatuur die bij de teelt van vissen en schaal- en schelpdieren wordt gebruikt, en op alle apparatuur of uitrusting die zich geheel of gedeeltelijk onder water bevindt;

    10. ter voorkoming van het bederf van zware industriële textielproducten en garens bestemd voor de fabricage daarvan;

    11. het behandelen van industrieel water ter bestrijding of verdelging van dieren, planten of micro-organismen;

    12. het voorkomen van het bederf van waterige industriële producten en hun hulpstoffen;

    13. het voorkomen van schade aan synthetische polymeren veroorzaakt door micro-organismen of knaagdieren; ";

  7. in " DEFINITIES DIEREN/OPSLAG MEST " worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    1. in het tweede gedachtestreepje worden de woorden " ouder dan drie weken " vervangen door de woorden " ouder dan één week ";

    2. in het tiende gedachtestreepje wordt het woord " gedefiniëerd " vervangen door het woord " gedefinieerd ";

    3. in het 24ste gedachtestreepje wordt de definitie van " bestaande landbouwinrichting " vervangen door wat volgt : " een landbouwinrichting zoals gedefinieerd in het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen ";

    4. in het 25ste gedachtestreepje wordt de definitie van " bestaande veeteeltinrichting " vervangen door wat volgt : " een veeteeltinrichting zoals gedefinieerd in het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen ";

    5. het 27ste gedachtestreepje wordt opgeheven;

    6. het 28ste gedachtestreepje wordt opgeheven;

    7. de volgende definities worden toegevoegd :

    " - landbouwinrichting : zoals gedefinieerd in het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen;

    - veeteeltinrichting : zoals gedefinieerd in het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen ";

  8. in " DEFINITIES EMISSIEJAARVERSLAG " worden de woorden " (Hoofdstuk 4.1.) " vervangen door de woorden " (Hoofdstuk 4.1 en Bijlage 4.1.8) ";

  9. in het zevende gedachtestreepje, a), onder " DEFINITIES GASSEN " worden de woorden " vuurweerstandscoëfficiënt hebben " vervangen door de woorden " vuurweerstandscoëfficient heeft ";

  10. " DEFINITIES GELUID (Hoofdstukken 2.2 en 4.5) " wordt vervangen door wat volgt :

    " - " A-Weging " : weging volgens de A-curve, gedefinieerd in de Belgische norm NBN C 97-122 " geluidspeilmeters ";

    - " A-gewogen geluidsdrukniveau LpA " : het A-gewogen momentane niveau van de geluidsdruk;

    - " A-gewogen equivalent continu geluidsdrukniveau LAeq.T " : het constante A-gewogen geluidsdrukniveau dat gedurende het tijdsinterval T dezelfde geluidsenergie zou veroorzaken als het werkelijk gemeten A-gewogen geluidsdrukniveau gedurende hetzelfde tijdsinterval T;

    - " A-gewogen procentueel niveau LANT " : het A-gewogen geluidsdrukniveau dat gedurende N % van het tijdsinterval T wordt overschreden;

    - " stabiel geluid " : geluid waarvan de niveauschommelingen, gemeten als LAeq,1s niet meer bedragen dan 5 dB(A);

    - " intermitterend geluid " : geluid waarvan het niveau meerdere keren terugvalt tot dat van het residuele geluid en waarbij het geluidsniveau tijdens de verhoging aanhoudt gedurende een periode in de orde van grootte van 2 seconden; de niveauverhogingen worden gemeten als LAeq,1s en duren in het totaal niet langer dan 10 % van de duur van de desbetreffende beoordelingsperiode(n);

    - " fluctuerend geluid " : geluid waarvan het niveau voortdurend en in belangrijke mate varieert; de variaties kunnen zowel periodisch als niet-periodisch zijn; de niveauverhogingen worden gemeten als LAeq,1s en duren in het totaal niet langer dan 10 % van de desbetreffende beoordelingsperiode(n);

    - " impulsachtig geluid " : geluid veroorzaakt door zeer kortstondige gebeurtenissen, korter dan 2 seconden, en waarvan het niveau meerdere keren abrupt terugvalt tot dat van het residuele geluid of het oorspronkelijke omgevingsgeluid; de niveauverhogingen worden gemeten als LAeq,1s en duren in het totaal niet langer dan 10 % van de desbetreffende beoordelingsperiode(n);

    - " incidenteel geluid " : geluid waarvan het niveau weinig frequent verhoogt ingevolge gebeurtenissen die langer dan 2 seconden duren; de niveauverhogingen worden gemeten als LAeq,1s en duren in het totaal niet langer dan 10 % van de duur van de desbetreffende beoordelingsperiode(n);

    - " tonaal geluid " : geluid waarvan het tonale karakter in het frequentiegebied van 50 Hz tot 10 000 Hz wordt aangetoond door :

    - ofwel een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT