Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 1996 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 02-02-2002 en tekstbijwerking tot 18-03-2004)., de 12 octobre 2001

Artikel 1. Artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 1996 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering wordt vervangen door wat volgt :

" Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. decreet : het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering;

  2. Vlaamse minister : het lid van de Vlaamse regering tot wiens bevoegdheid de bescherming van het leefmilieu behoort;

  3. grafische informatie : kaartmateriaal, hetzij op papier, hetzij via informaticasystemen;

  4. code van goede praktijk : door de OVAM aanvaarde geschreven en publiek toegankelijke regels met betrekking tot het uitvoeren van onderzoeken, het nemen van monsters en het analyseren van monsters, met inbegrip van de bij de betrokken beroepscategorieën algemeen aanvaarde regels van goed vakmanschap.

  5. risicogrond : grond waarop een inrichting gevestigd is of was of waarop een activiteit uitgeoefend wordt of werd die is opgenomen in de lijst zoals bedoeld in artikel 3, § 1, van het decreet.

  6. AJD : afdeling Juridische Dienstverlening van de administratie Algemene Administratieve Diensten van het departement Leefmilieu en Infrastructuur van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. "

    Art. 2. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

    Art. 3. In artikel 4, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord " bovendien " geschrapt.

    Art. 4. Hoofdstuk III van hetzelfde besluit, bestaande uit de artikelen 6 tot 21, wordt vervangen door wat volgt :

    " HOOFDSTUK III. - Erkenning van bodemsaneringsdeskundigen.

    Afdeling 1. - Algemene bepalingen.

    Art. 6. Zowel een rechtspersoon als een natuurlijke persoon kan erkend worden als bodemsaneringsdeskundige mits hij voldoet aan de in dit besluit gestelde voorwaarden.

    Art. 7. § 1. Twee types van deskundigheid worden onderscheiden :

  7. erkenning van type 1 : erkenning vereist voor :

    a) het leiden van de uitvoering van een oriënterend bodemonderzoek, zoals bedoeld in artikel 3, § 5, van het decreet;

    b) het leiden van de opstelling van een voorstel van beschrijvend bodemonderzoek, zoals bedoeld in artikel 13, § 1, van het decreet;

    c) het leiden van de uitvoering van een beschrijvend bodemonderzoek, zoals bedoeld in artikel 14, § 1, van het decreet;

    d) het voorstellen en leiden van de uitvoering van voorzorgsmaatregelen en/of veiligheidsmaatregelen, voor zover deze maatregelen geen grondwateronttrekkingen omvatten, geen grondverzet van meer dan 100 m3; of een afgraving van meer dan 1 meter ten opzichte van het maaiveld inhouden;

    e) het opmaken van een technisch verslag als bedoeld in artikel 56.

  8. erkenning van type 2 : erkenning vereist voor :

    a) het leiden van de uitvoering van een oriënterend bodemonderzoek, zoals bedoeld in artikel 3, § 5, van het decreet;

    b) het leiden van de opstelling van een voorstel van beschrijvend bodemonderzoek, zoals bedoeld in artikel 13, § 1, van het decreet;

    c) het leiden van de uitvoering van een beschrijvend bodemonderzoek, zoals bedoeld in artikel 14, § 1, van het decreet;

    d) het leiden van de opstelling en van de uitvoering van een bodemsaneringsproject, zoals bedoeld in artikel 15, § 2, van het decreet;

    e) het leiden van bodemsaneringswerken, zoals bedoeld in artikel 19, § 1, van het decreet;

    f) het leiden van de uitvoering van maatregelen van bewaking en controle, zoals bedoeld in artikel 20, § 2, van het decreet;

    g) het leiden van de uitvoering van een eindevaluatieonderzoek, zoals bedoeld in artikel 21, § 3, van het decreet;

    h) het voorstellen en leiden van de uitvoering van voorzorgsmaatregelen en/of veiligheidsmaatregelen;

    i) het opmaken van een technisch verslag, zoals bedoeld in artikel 56.

    § 2. De persoon die een erkenning van type 2 heeft, bezit van rechtswege ook een erkenning van type 1.

    Afdeling 2. - Voorwaarden tot erkenning als bodemsaneringsdeskundige.

    Art. 8. § 1. Om erkend te worden als bodemsaneringsdeskundige van type 1 gelden de volgende voorwaarden :

  9. als het gaat om een natuurlijke persoon :

    a) de nationaliteit hebben van een lidstaat van de Europese Unie;

    b) grondige kennis hebben van de volgende disciplines : biologie, bodemkunde, fysica, geologie, scheikunde;

    c) minimaal 3 jaar beroepservaring hebben in een milieusector die relevant is voor het onderzoek betreffende bodemverontreiniging of afvalstoffen gedurende de 6 jaar voorafgaand aan de datum van de erkenningsaanvraag;

    d) grondige kennis hebben van het decreet en zijn uitvoeringsbesluit(en);

    e) zelf beschikken of de contractuele beschikking hebben over een mathematisch grondwatermodel en een model voor risicoanalyse van bodemverontreiniging dat aanvaard wordt door de OVAM;

    f) zelf de nodige ervaring hebben om de modellen te hanteren en de resultaten ervan te interpreteren of een gekwalificeerd persoon contractueel ter beschikking hebben met de nodige ervaring om de modellen te hanteren en de resultaten ervan te interpreteren;

    g) een verzekering voor beroepsaansprakelijkheid hebben die de activiteiten als erkende bodemsaneringsdeskundige dekt;

    h) wanneer de bodemsaneringsdeskundige :

    1) een handelaar is :

    - niet in staat van faillissement of van vereffening verkeren of een gerechtelijk akkoord verkregen hebben, dan wel in een soortgelijke toestand verkeren als gevolg van een gelijksoortige procedure die in een lidstaat van de Europese Unie geldt;

    - niet het voorwerp zijn van een procedure van faillietverklaring of van gerechtelijk akkoord of van een andere soortgelijke procedure die voorkomt in de nationale wetten en regelingen van een lidstaat van de Europese Unie;

    2) geen handelaar is :

    - niet in staat van kennelijk onvermogen verkeren, dan wel in soortgelijke toestand als gevolg van enige procedure die in een lidstaat van de Europese Unie geldt;

    - niet het voorwerp zijn van een procedure van collectieve schuldenregeling of van een andere soortgelijke procedure die voorkomt in de wetten en regelingen van een lidstaat van de Europese Unie;

  10. als het gaat om een rechtspersoon :

    a) opgericht zijn in overeenstemming met de wetgeving van een lidstaat van de Europese Unie, en zijn hoofdbestuur of zijn hoofdvestiging binnen de Europese Unie hebben, of er zijn maatschappelijke zetel hebben, op voorwaarde dat zijn werkzaamheden daadwerkelijk en duurzaam verband houden met de economie van een lidstaat van de Europese Unie;

    b) als het gaat om een handelaar; ingeschreven zijn in het handels- of beroepsregister volgens de eisen van de wetgeving van de lidstaat van de Europese Unie waar hij gevestigd is;

    c) een of meer personen in dienst hebben die samen een grondige kennis hebben van de volgende disciplines : biologie, bodemkunde, fysica, geologie, scheikunde;

    d) ten minste één natuurlijke persoon in dienst hebben die minimaal 3 jaar beroepservaring heeft in een milieusector die relevant is voor het onderzoek inzake bodemverontreiniging of afvalstoffen gedurende de 6 jaar voorafgaand aan de datum van de erkenningsaanvraag;

    e) ten minste één natuurlijke persoon in dienst hebben die een grondige kennis heeft van het decreet en zijn uitvoeringsbesluit(en);

    f) zelf beschikken of de contractuele beschikking hebben over een mathematisch grondwatermodel en een model voor risicoanalyse van bodemverontreiniging dat aanvaard wordt door de OVAM;

    g) een gekwalificeerd persoon contractueel ter beschikking hebben met de nodige ervaring om de modellen te hanteren en de resultaten ervan te interpreteren;

    h) een verzekering voor beroepsaansprakelijkheid hebben die de activiteiten als erkende bodemsaneringsdeskundige dekt;

    i) wanneer de bodemsaneringsdeskundige :

    1) een handelaar is :

    - niet in staat van faillissement of van vereffening verkeren of een gerechtelijk akkoord verkregen hebben, dan wel in een soortgelijke toestand verkeren als gevolg van een gelijksoortige procedure die in een lidstaat van de Europese Unie geldt;

    - niet het voorwerp zijn van een procedure van faillietverklaring of van gerechtelijk akkoord of van een andere soortgelijke procedure die voorkomt in de nationale wetten en regelingen van een lidstaat van de Europese Unie;

    2) geen handelaar is :

    - niet in staat van (kennelijk) onvermogen verkeren, dan wel in soortgelijke toestand als gevolg van enige procedure die in een lidstaat van de Europese Unie geldt;

    - niet het voorwerp zijn van een procedure van collectieve schuldenregeling of van een andere soortgelijke procedure die voorkomt in de wetten en regelingen van een lidstaat van de Europese Unie;

    § 2. De grondige kennis, bedoeld in sub 1°, b), en in sub 2°, c), van § 1, moet worden aangetoond met academische diploma's of diploma's van het hoger onderwijs van het lange type of ermee gelijkgestelde diploma's, uitgereikt in een lidstaat van de Europese Unie.

    § 3. Het ter beschikking hebben, bedoeld in sub 1°, e) en f), alsook in sub 2°, f) en g), van § 1, moet van die aard zijn dat de uit het decreet voortvloeiende termijnen voor het uitvoeren van een beschrijvend bodemonderzoek kunnen worden nageleefd.

    Art. 9. § 1. Om erkend te worden als bodemsaneringsdeskundige van type 2 gelden de volgende voorwaarden :

  11. als het gaat om een natuurlijke persoon :

    a) de nationaliteit hebben van een lidstaat van de Europese Unie;

    b) grondige kennis hebben van de volgende disciplines : biologie, bodemkunde, bouwkunde, fysica, geologie, grondmechanica, microbiologie, scheikunde;

    c) minimaal 3 jaar beroepservaring hebben in een milieusector die relevant is voor het onderzoek inzake bodemverontreiniging of afvalstoffen gedurende de 6 jaar voorafgaand aan de datum van de erkenningsaanvraag;

    d) minimaal 5 jaar beroepservaring hebben in een milieusector die relevant is voor het opstellen van bodemsaneringsprojecten en het begeleiden van bodemsaneringswerken gedurende de 10 jaar voorafgaand aan de datum van de erkenningsaanvraag;

    e) kennis hebben van en minimaal 5 jaar beroepservaring hebben met het aannemingsrecht gedurende de 10 jaar voorafgaand aan de datum van de erkenningsaanvraag;

    f) minimaal 5 jaar ervaring hebben met het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT