Vierde Beheerscontract tussen de Staat en De Post N.V. van publiek recht. (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 20-12-2005 en tekstbijwerking tot 20-12-2005), de 2 décembre 2005

HOOFDSTUK 1. - Voorwerp van het beheerscontract.

Artikel 1. Dit contract vervangt, vanaf de datum vermeld in artikel 29, het derde beheerscontract dat werd goedgekeurd bij koninklijk besluit van 4 september 2002 en dat werd aangevuld en gewijzigd op 25 april 2004 zoals goedgekeurd bij koninklijk besluit van 25 april 2004.

Het heeft betrekking op de regels waaronder en de uitvoeringsmodaliteiten waarmee DE POST de taken verzekert met het oog op de uitvoering van haar opdrachten van openbare dienst, evenals op de financiële tegemoetkoming van de Staat.

HOOFDSTUK 2. - Taken van openbare dienst.

Afdeling 1. - Postzendingen.

Art. 2. DE POST is belast met :

  1. alle taken voortvloeiend uit de inhoud en de eisen met betrekking tot de universele postdienst, zoals bepaald in artikel 142 van de wet van 21 maart 1991 houdende hervorming van sommige economische overheidsbedrijven (hierna genoemd " wet van 21 maart 1991 ");

  2. de vervroegde uitreiking en zes dagen per week (met inbegrip van de zaterdaguitreiking) van de dagbladen die door DE POST erkend zijn, onder controle van het Belgisch Instituut voor de postdiensten en de telecommunicatie (hierna genoemd " BIPT "), op grond van de criteria bepaald in artikel 14 van het K.B. van 12 januari 1970 houdende reglementering van de postdienst, onder het regime van de postabonnementen overeenkomstig de bepalingen van artikel 3, punt e) van de wet van 26 december 1956 op de postdienst.

    De uitvoeringsmodaliteiten en tariefbepalingen evenals de controle daarop door het BIPT, worden door de Staat bepaald in een bijzondere overeenkomst gesloten met de dagbladuitgevers en DE POST. Bij de inwerkingtreding van deze beheersovereenkomst betreft dit de bijzondere overeenkomst van 15 september 2005.

    De volgende principes moeten worden nageleefd in het kader van deze bijzondere overeenkomst :

    1. De " Basisprincipes inzake Kwaliteit " vanaf 1 januari 2006 :

      - Maandag tot vrijdag (behalve feestdagen) : 100 % van de betreffende dagbladen zal worden uitgereikt in vervroegde rondes die onder normale omstandigheden eindigen om 7 u. 30, uitgezonderd de dagbladen voor krantenabonnees die genieten van vervroegde uitreiking van briefwisseling via een rechtstreekse bundel;

      - Zaterdag (behalve feestdag) : 100 % van de betreffende dagbladen zal worden uitgereikt in rondes die onder normale omstandigheden eindigen om 10 u;

      behalve voor de uitzonderingen opgenomen in deze bijzondere overeenkomst.

      De overeenkomst bevat bijzondere bepalingen voor de overgangsperiode tot 1 januari 2006.

    2. DE POST zal dezelfde tariefstructuur toepassen over het gehele Belgische grondgebied;

    3. de evolutie van de tarieven mag niet sneller stijgen dan de verhoging van de gezondheidsindex;

    4. het niet-naleven door DE POST van bovengenoemde verplichtingen kan voor de uitgevers in deze bijzondere overeenkomst, leiden tot financiële compensaties voor die gevallen en volgens de regeling die voorzien zijn in deze bijzondere overeenkomst. Deze financiële compensaties maken geen deel uit van de kostprijsberekening in het kader van de staatstussenkomst zoals geregeld in artikel 13 van onderhavig contract;

    5. de doelstelling van DE POST is de verbetering van de kwaliteit van de distributie over het hele grondgebied. In het kader van deze bijzondere overeenkomst wordt een systeem uitgewerkt in overleg met de uitgevers en het BIPT voor de controle op de basisprincipes inzake kwaliteit, alsook een nieuw systeem van klachtenbehandeling en/of herstelmaatregelen. De kwaliteit moet kwantificeerbaar en meetbaar zijn;

    6. het BIPT staat in voor de coördinatie en de validatie van de kwaliteitsmetingen, opdat de resultaten statistisch representatief zijn voor elke uitgever; het BIPT is tevens belast met de controle op de uitvoering van de andere hierboven genoemde elementen.

  3. de uitreiking 5 keer per week van de tijdschriften, met inbegrip van de tijdschriften die zonder winstoogmerk worden uitgegeven, in alle woningen van het Rijk, aan een bijzonder tarief dat door de Staat wordt opgelegd ter ondersteuning van de geschreven pers en de persvrijheid. Het betreft de tijdschriften die door DE POST erkend zijn onder controle van het BIPT op basis van de criteria bepaald in artikel 14 van het K.B. van 12 januari 1970 houdende reglementering van de postdienst overeenkomstig de bepalingen van artikel 3, punt e) van de wet van 26 december 1956 op de postdienst. Binnen de termijn van één jaar na de inwerkingtreding van onderhavig beheerscontract zullen, op basis van een studie van het BIPT in samenwerking met DE POST, de voorwaarden bepaald in de artikelen 14 en 15 van het koninklijk besluit van 12 januari 1970 betreffende de erkenning van dagbladen en tijdschriften, geëvalueerd worden met het oog op een eventuele aanpassing van deze artikelen;

  4. de uitreiking van al dan niet geadresseerde verkiezingsdrukwerken overeenkomstig artikel 41 van het koninklijk besluit van 12 januari 1970 houdende reglementering van de postdienst;

  5. met het oog op de stimulering van het sociaal weefsel, de uitreiking tegen een bijzonder tarief van postzendingen die verstuurd worden door het verenigingsleven. De voorwaarden en toegangscriteria hiervoor worden bepaald in een uitdiepingsovereenkomst tussen DE POST en de Staat;

  6. de portvrije uitreiking van de brievenpostzendingen die onder het stelsel vallen van de portvrijdom overeenkomstig artikel 59 van het koninklijk besluit van 12 januari 1970, artikel 57 van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op de politie- en inlichtingendiensten en artikel 18 van de wet van 22 maart 1995 tot instelling van federale ombudsmannen;

  7. als door de Staat aangeduide operator, de uitvoering van de dienst internationale brievenpost in overeenstemming met de desbetreffende akten van de Wereldpostvereniging (UPU). Wat betreft de huidige verplichtingen van DE POST voortvloeiend uit de door de Staat ondertekende desbetreffende akten tot op datum van inwerkingtreding van het huidige beheerscontract, komen DE POST en de Staat overeen dat deze dienst geen meerkost inhoudt met betrekking tot de financiële tussenkomst van de Staat bepaald bij artikel 13, 2°, onverminderd artikel 13, 5°;

  8. als door de Staat aangeduide operator, de uitvoering van de dienst internationale postcolli in overeenstemming met de desbetreffende akten van de Wereldpostvereniging (UPU). Wat betreft de huidige verplichtingen van DE POST voortvloeiend uit de door de Staat ondertekende desbetreffende akten tot op datum van inwerkingtreding van het huidige beheerscontract, komen DE POST en de Staat overeen dat deze dienst geen meerkost inhoudt met betrekking tot de financiële tussenkomst van de Staat bepaald bij artikel 13, 2°, onverminderd artikel 13, 5°.

    Afdeling 2. - Taken en prestaties van financiële aard.

    Art. 3. DE POST is belast met :

    1. de uitvoering van de volgende financiële postdiensten :

  9. geldstortingen op een postrekening-courant te ontvangen en de betalingsverrichtingen uitvoeren vanuit of naar deze rekening in overeenstemming met de van kracht zijnde wettelijke en reglementaire bepalingen (met name wet van 26 december 1956 op de postdienst, artikel 3, lid 1, d), wet van 2 mei 1956 op de postcheck, en de uitvoeringsbesluiten bij beide wetten), onverminderd artikel 13, 5°;

  10. geldstortingen te ontvangen ter creditering van een postrekening-courant of van een rekening bij een andere financiële instelling in overeenstemming met de van kracht zijnde wettelijke en reglementaire bepalingen (met name wet van 26 december 1956 op de postdienst, artikel 3, lid 1, f), wet van 2 mei 1956 op de postcheck, en de uitvoeringsbesluiten bij beide wetten), onverminderd artikel 13, 5°;

  11. de uitgifte en de betaling van binnenlandse postwissels in overeenstemming met de van kracht zijnde wettelijke en reglementaire bepalingen (met name wet van 26 december 1956 op de postdienst, artikel 3, lid 1, a) en de uitvoeringsbesluiten bij die wet), onverminderd artikel 13, 5°.

    1. de uitvoering van de volgende taken van financiële aard :

  12. de betaling aan huis van ouderdom- en overlevingspensioenen en van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap in overeenstemming met de van kracht zijnde wettelijke en reglementaire bepalingen (met name wet van 26 december 1956 op de postdienst, artikel 3, lid 1, d), wet van 2 mei 1956 op de postcheck, en de uitvoeringsbesluiten bij beide wetten), onverminderd artikel 13, 5°.

    De Staat en DE POST verbinden zich ertoe om de in 2004 doorgevoerde wijzigingen aan het reglementair kader tot invoering van de betaling op rekening als standaardprocedure, toe te passen met het oog op het significant verminderen, in het bijzonder voor de postbodes, van het risico van agressie gekoppeld aan de uitbetaling van ouderdom- en overlevingspensioenen en van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap.

    In functie van de conclusies van een regelmatige evaluatie kan de Staat verdere initiatieven nemen met als doel de betaling op rekening ook in praktijk tot de standaardprocedure te maken, en kan de Staat eventueel verdere, adequate juridische en technische aanpassingen doorvoeren.

    De Staat en DE POST verbinden zich ertoe dat eventuele bijkomende structurele maatregelen geen afbreuk doen aan de personen voor wie een betaling aan huis wenselijk blijft (artikel 31 van het koninklijk besluit van 24 oktober 1967 met betrekking tot de pensioenen van werknemers en de artikels 137 en 183 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 met betrekking tot de pensioenen van zelfstandigen);

  13. de uitbetaling van presentiegelden bij verkiezingen;

  14. het boeken van gelden en titels voor verkeersboetes in overeenstemming met de van kracht zijnde wettelijke en reglementaire bepalingen (met name wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, inzonderheid artikel 65 (zoals gewijzigd) en artikel 9 van het koninklijk besluit van 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT