Wet betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-12-1996 en tekstbijwerking tot 27-03-1999), de 24 décembre 1996

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2. Deze wet is van toepassing op de door de provincies en de gemeenten gevestigde belastingen.

Zij is echter niet van toepassing op de aanvullende belastingen op de belastingen van de federale overheid.

Art. 3. De belastingen worden ingevorderd bij wege van kohieren of contant geïnd tegen afgifte van een betalingsbewijs.

De kohierbelasting moet worden betaald binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

Wanneer de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar.

Art. 4. § 1. De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het dienstjaar door :

- het college van burgemeester en schepenen, voor de gemeentebelastingen;

- de gouverneur of de persoon die hem in zijn ambt vervangt, voor de provinciebelastingen.

Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de met de invordering belaste ontvanger die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtige.

§ 2. De rechten vastgesteld in de kohieren worden boekhoudkundig verbonden aan de ontvangsten van het dienstjaar waarin zij uitvoerbaar werden verklaard.

§ 3. De kohieren bevatten :

  1. de naam van de gemeente of van de provincie die de belasting heeft gevestigd;

  2. de naam, voornamen of maatschappelijke benaming en het adres van de belastingplichtige;

  3. de datum van het reglement krachtens welke de belasting is verschuldigd;

  4. de benaming, de grondslag, het tarief, de berekening en het bedrag van de belasting, evenals het dienstjaar waarop zij betrekking heeft;

  5. het nummer van het artikel;

  6. de datum van uitvoerbaarverklaring;

  7. de verzendingsdatum;

  8. de uiterste betalingsdatum;

  9. de termijn waarbinnen de belastingplichtige bezwaar kan indienen, de benaming en het adres van de instantie die bevoegd is om deze te ontvangen.

    Art. 5. Het aanslagbiljet bevat de verzendingsdatum en de gegevens vermeld in artikel 4, § 3.

    Als bijlage wordt een beknopte samenvatting toegevoegd van het reglement krachtens welke de belasting is verschuldigd.

    Art. 6. Indien de belastingverordening voorziet in de verplichting van aangifte, wordt, bij gebrek aan aangifte binnen de in de verordening gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, de belasting...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT