Koninklijk besluit tot wijziging van de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen, de 7 mars 2014

Artikel 1. In artikel 1 van de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen, ingevoegd bij de wet van 22 februari 2006 en gewijzigd bij de wetten van 1 maart 2007 en 26 april 2010, en bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. in de bepaling onder 1° worden de woorden "het adviseren over verzekeringsovereenkomsten," ingevoegd tussen de woorden "de werkzaamheden die bestaan in" en de woorden "het aanbieden, het voorstellen,";

  2. tussen de bepaling onder 8° en de bepaling onder 9° wordt een bepaling onder 8bis° ingevoegd, luidende : "verbonden verzekeringsagent : de verzekeringsagent die, uit hoofde van een of meer overeenkomsten of volmachten, werkzaamheden van verzekeringsbemiddeling slechts mag uitoefenen in naam en voor rekening van :

    - één enkele verzekeringsonderneming; of

    - verschillende verzekeringsondernemingen in zoverre de verzekeringsovereenkomsten van die ondernemingen geen onderling concurrerende verzekeringsovereenkomsten zijn;

    en onder de volledige verantwoordelijkheid van die onderneming(en) handelt voor de verzekeringsovereenkomsten die haar (hen) respectievelijk aanbelangen.

    In de zin van dit artikel worden de volgende verzekeringsovereenkomsten als "onderling concurrerende verzekeringsovereenkomsten" beschouwd :

    - de verzekeringsovereenkomsten die deel uitmaken van de groep van activiteiten "leven" zoals bepaald in Bijlage I bij het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen, alsook de verzekeringsovereenkomsten die deel uitmaken van de levensverzekeringstakken zoals bepaald in Bijlage I bij de Richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende de levensverzekering of in Bijlage II bij de Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II), die beantwoorden aan de definitie van spaar- of beleggingsverzekeringen zoals bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 21 februari 2014 over de regels voor de toepassing van de artikelen 27 tot 28bis van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten op de verzekeringssector;

    - de andere verzekeringsovereenkomsten die deel uitmaken van de groep van activiteiten "leven" zoals bepaald in Bijlage I bij het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen, alsook de verzekeringsovereenkomsten die deel uitmaken van de levensverzekeringstakken zoals bepaald in Bijlage I bij de Richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende de levensverzekering of in Bijlage II bij de Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II), dan deze die beantwoorden aan de definitie van spaar- of beleggingsverzekeringen zoals bedoeld in artikel 1 van het voornoemde koninklijk besluit van 21 februari 2014; evenals,

    - de verzekeringsovereenkomsten die deel uitmaken van de groep van activiteiten "niet-leven", wanneer zij tot eenzelfde tak behoren in de zin van Bijlage I bij het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen, van de Bijlage, punt A bij de Richtlijn 73/239/EEG van de Raad van 24 juli 1973 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en de uitoefening daarvan, of van Bijlage I, deel A bij de Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II);";

  3. artikel 1 van de wet wordt aangevuld met een bepaling onder 22°, luidende : "advies : het verstrekken van gepersonaliseerde aanbevelingen aan een cliënt, hetzij op zijn verzoek, hetzij op initiatief van de verzekeringstussenpersoon, met betrekking tot een of meer verzekeringsovereenkomsten;";

  4. artikel 1 van de wet wordt aangevuld met een bepaling onder 23°, luidende : "gepersonaliseerde aanbeveling : een aanbeveling met betrekking tot een of meer verzekeringsovereenkomsten, die wordt voorgesteld als een aanbeveling die geschikt is voor de persoon in kwestie, of berust op een afweging van zijn persoonlijke omstandigheden.

    Een aanbeveling is geen gepersonaliseerde aanbeveling als deze uitsluitend via distributiekanalen, in de zin van artikel 2, eerste lid, 26°, van de wet van 2 augustus 2002, of aan het publiek wordt gedaan;";

  5. artikel 1 van de wet wordt aangevuld met een bepaling onder 24°, luidende : "koninklijk besluit over de gedragsregels van niveau 1 : het koninklijk besluit van 21 februari 2014 over de regels voor de toepassing van de artikelen 27 tot 28bis van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten op de verzekeringssector;";

  6. artikel 1 van de wet wordt aangevuld met een bepaling onder 25°, luidende : "koninklijk besluit over de gedragsregels van niveau 2 : het koninklijk besluit van 21 februari 2014 inzake de krachtens de wet vastgestelde gedragsregels en regels over het beheer van belangenconflicten, wat de verzekeringssector betreft.".

    Art. 2. Artikel 6 van dezelfde wet, opgeheven bij de wet van 22 februari 2006, wordt hersteld als volgt :

    "Art. 6.

    § 1. De verzekeringstussenpersoon die in de categorie van verzekeringsagenten is ingeschreven, en die contractueel verplicht is om, binnen de verzekeringssector, uitsluitend met één verzekeringsonderneming of met meerdere verzekeringsondernemingen verzekeringszaken te doen met betrekking tot verzekeringsovereenkomsten die geen onderling concurrerende verzekeringsovereenkomsten zijn, zodat hij beantwoordt aan de definitie van verbonden verzekeringsagent, stelt de FSMA hiervan in kennis. Hij deelt de FSMA tevens de naam en het adres van deze verzekeringsonderneming(en) mee, alsook de betrokken groep(en) van activiteiten en de betrokken verzekeringstakken.".

    § 2. De verzekeringsonderneming stelt de FSMA in kennis van de na(a)m(en) en het/de adres(sen) van de verbonden verzekeringsagent(en) met wie zij samenwerkt. Zij deelt aan de FSMA ook de groep(en) van activiteiten en de betrokken verzekeringstakken mee.

    § 3. Elke wijziging in de gegevens als bedoeld in paragrafen 1 of 2 wordt onverwijld ter kennis gebracht van de FSMA.

    Art. 3. In artikel 11 van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  7. in paragraaf 1, 1°, A, wordt na de bepaling onder e) een bepaling onder f) ingevoegd, luidende :

    "f) de gedragsregels als bedoeld in deze wet, het koninklijk besluit over de gedragsregels van niveau 1 en het koninklijk besluit over de gedragsregels van niveau 2;".

  8. in paragraaf 2, 2°, worden de woorden " § 1, 1°, A, a) en c)" geschrapt en vervangen door de woorden " § 1, 1°, A, a), c) en f)".

    Art. 4. In artikel 12bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 februari 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  9. in paragraaf 1 wordt, na de bepaling onder 5°, een bepaling onder 6° ingevoegd, luidende : "het feit dat hij al dan niet enig advies verstrekt over de aan de cliënt voorgestelde verzekeringsovereenkomsten.";

  10. paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : " § 3. Voorafgaand aan de sluiting van een specifieke verzekeringsovereenkomst, identificeert de verzekeringstussenpersoon, in het bijzonder rekening houdend met de door de cliënt verstrekte informatie, ten minste de verlangens en behoeften van deze cliënt, en ziet hij erop toe dat de aangeboden verzekeringsovereenkomst aan die verlangens en behoeften beantwoordt. Als een verzekeringstussenpersoon advies verstrekt, preciseert hij bij die gelegenheid ook de elementen waarop zijn advies over een bepaalde verzekeringsovereenkomst is gebaseerd. Deze preciseringen variëren in functie van de graad van complexiteit van de aangeboden verzekeringsovereenkomst.".

    Art. 5. In artikel 12quater, ingevoegd bij de wet van 22 februari 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  11. de tekst van het eerste lid wordt paragraaf 1;

  12. tussen paragraaf 1 en het huidige tweede lid, dat paragraaf 3 wordt, wordt een paragraaf 2 ingevoegd, luidende :

    "Het gebruik van een andere duurzame drager dan papier om informatie te verstrekken aan cliënten, is enkel toegestaan als :

    1. de verstrekking van deze informatie op de desbetreffende drager past in de context waarin de verzekeringstussenpersoon zakendoet met de cliënt; en

    2. de cliënt de keuze heeft gekregen tussen informatie op papier of op die andere duurzame drager, en hij specifiek voor die andere drager heeft gekozen.

    Voor de toepassing van deze paragraaf wordt de verstrekking van informatie via elektronische mededelingen geacht te passen in de context waarin de verzekeringstussenpersoon met de cliënt zakendoet of gaat zakendoen als bewezen is dat de cliënt regelmatig toegang heeft tot internet. Dit wordt als bewezen aangemerkt als de cliënt een e-mailadres als communicatiemiddel opgeeft om zaken te kunnen doen".

  13. het derde lid wordt paragraaf 4.

    Art. 6. In artikel 12quinquies, ingevoegd bij de wet van 1 maart 2007, worden de woorden "en 6° " ingevoegd tussen de woorden...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT