5 APRIL 2011. - Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de persoonlijke verschijning en de poging tot verzoening bij echtscheiding betreft en tot invoering van een kennisgeving over het bestaan en het nut van bemiddeling in echtscheidingszaken (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek

Art. 2. In artikel 1254 van het Gerechtelijk Wetboek, vervangen bij de wet van 27 april 2007 en gewijzigd bij de wet van 2 juni 2010, wordt een § 4/1 ingevoegd luidende :

§ 4/1. Zodra de eerste vordering is ingesteld, licht de griffier de partijen in over de mogelijkheid tot bemiddeling door hen onverwijld de tekst van de artikelen 1730 tot 1737 te sturen samen met een door de Minister bevoegd voor Justitie opgestelde informatiebrochure over bemiddeling, alsook de lijst van de erkende bemiddelaars die zijn gespecialiseerd in familiezaken en zijn gevestigd in het betrokken gerechtelijk arrondissement.

Art. 3. In artikel 1255 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 27 april 2007 en gewijzigd bij de wet van 2 juni 2010, wordt § 6 vervangen door wat volgt :

§ 6. De rechter kan de partijen gelasten persoonlijk te verschijnen, op verzoek van een van de partijen of van het openbaar ministerie, dan wel als hij het nuttig acht, met name teneinde de partijen met elkaar te verzoenen of de relevantie na te gaan van een akkoord over de persoon, het levensonderhoud en de goederen van de kinderen.

Onverminderd artikel 1734 poogt de rechter de partijen te verzoenen. Hij verstrekt hen alle nuttige inlichtingen over de rechtspleging en met name over het nut een beroep te doen op de bemiddeling waarin het zevende deel voorziet. Als hij vaststelt dat toenadering mogelijk is, kan hij de schorsing van de procedure bevelen, teneinde de partijen de mogelijkheid te bieden alle nuttige inlichtingen dienaangaande in te winnen en het bemiddelingsproces op te starten. De duur van de schorsing mag niet meer bedragen dan één maand.

Art. 4. In artikel 1263 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 30 juni 1994, worden de woorden « Wanneer de rechtbank de persoonlijke verschijning van de partijen heeft gelast, » vervangen door de woorden « Wanneer de wet de persoonlijke verschijning van de partijen eist of de rechtbank deze heeft gelast, ».

Art. 5. In artikel 1280 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 14 juli 1976, 2 februari 1994, 30 juni 1994, 20 mei 1997, 28 januari 2003 en 19 maart 2010, wordt tussen het eerste...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT