Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan en houdende wijzigingen van diverse bepalingen betreffende de controle van afwezigheden wegens ziekte van de personeelsleden, de 31 juillet 2009

Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan, gewijzigd bij het koninklijk besluiten van 14 juli 2004 en 12 juli 2006 worden volgende wijzigingen aangebracht :

  1. in paragraaf 1 worden de bepalingen onder 3° opgeheven;

  2. paragraaf 1, eerste lid, wordt aangevuld als volgt : " 6° het personeel van de steundienst. ";

  3. paragraaf 4, eerste lid wordt aangevuld als volgt : " 10° het verwittigen van de dienst van een afwezigheid ten gevolge van een ziekte of een ongeval, in toepassing van artikel 57, met uitzondering van het vierde lid, en de mogelijkheid voor het personeelslid om te opteren voor het gebruik van één dag jaarlijks vakantieverlof in het geval van een ongerechtvaardigde afwezigheid van één dag, in toepassing van artikel 58, § 2, zesde lid. ".

    Art. 2. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  4. het tweede lid, 1°, wordt vervangen als volgt : " 1° aan de secretarissen- hoofden van dienst en de secretarissen, door de hoofdsecretaris; ";

  5. in het tweede lid, 2°, worden de woorden " en aan de personeelsleden die een bijzondere graad bekleden ingesteld door de Koning, overeenkomstig artikel 185, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek " opgeheven.

    Art. 3. In artikel 9, § 1, vierde lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 juli 2004, wordt het woord " vrouwelijk " geschrapt.

    Art. 4. Artikel 13, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

    " Dit verlof wordt toegestaan voor de normale duur van de stage of van de proefperiode. Indien het statuut geen stage of proefperiode voorziet is de maximumduur van dit verlof beperkt tot 2 jaar. "

    Art. 5. In artikel 22 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluit van 12 juli 2006, wordt tussen het eerste en het tweede lid het volgende lid ingevoegd, luidende :

    " De bezoldiging voor de verlenging van de postnatale rust toegestaan in toepassing van artikel 25, derde lid, mag niet meer dan één week bestrijken. "

    Art. 6. In de Nederlandse tekst van artikel 23, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluit van 12 juli 2006, worden de woorden " in bevallingsverlof " vervangen door de woorden " in moederschapsverlof ".

    Art. 7. In artikel 25 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 14 juli 2004 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 juli 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  6. tussen het tweede en derde lid wordt het volgende lid ingevoegd, luidende :

    " Op vraag van het vrouwelijke personeelslid wordt de periode van arbeidsonderbreking na de negende week, verlengd met één week, wanneer het vrouwelijke personeelslid afwezig is geweest wegens ziekte te wijten aan de zwangerschap gedurende de ganse periode vanaf de zesde week voorafgaand aan de werkelijke datum van de bevalling, of de achtste week wanneer de geboorte van een meerling wordt verwacht. ";

  7. in het vroegere derde lid, dat het vierde lid is geworden, worden de woorden " in het tweede lid " vervangen door de woorden " in het tweede en het derde lid ".

    Art. 8. Een artikel 38bis wordt ingevoegd in hetzelfde besluit, luidende : " Art. 38bis. Een personeelslid dat ziek wordt in de loop van de dag en van zijn hiërarchische chef of korpschef de toelating krijgt het werk te verlaten, om zich naar huis te begeven of medische zorgen te ontvangen, bekomt een dienstvrijstelling. "

    Art. 9. In artikel 39, § 1, 2°, van hetzelfde besluit worden de woorden " artikel 43 " vervangen door de woorden " artikel 42 en 43 ".

    Art. 10. Artikel 43 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid :

    " De verlofdagen wegens ziekte ingevolge een arbeidsongeval dat, of een beroepsziekte die, het personeelslid overkomen is bij een vorige werkgever, worden niet in aanmerking genomen om het aantal verlofdagen te bepalen dat het personeelslid nog krachtens artikel 38 kan krijgen, voor zover dat het personeelslid vergoedingen blijft genieten voor de ganse periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid, bedoeld in artikel 22 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, in artikel 34 van de wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten, gecoördineerd op 3 juni 1970 of in iedere equivalente norm. "

    Art. 11. Artikel 45 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

    " Art. 45. Het ten gevolge van ziekte of ongeval afwezige personeelslid staat onder het geneeskundig toezicht van het in het derde lid bedoelde bestuur, overeenkomstig de artikelen 57 tot 60.

    Onverminderd de op het bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen personeelslid van toepassing zijnde bepalingen, staat het personeelslid dat afwezig is ten gevolge van ziekte of ongeval onder het geneeskundig toezicht van het in het derde lid bedoelde bestuur.

    Het Bestuur van de medische expertise wordt aangewezen om de controle uit te voeren op de afwezigheden ten gevolge van ziekte of ongeval. "

    Art. 12. Artikel 46 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

    " Art. 46. Met het oog op zich opnieuw aan te passen aan het normale arbeidsritme, kan een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT