Besluit van de Vlaamse Executieve tot verlening van een vaarvergunning in de vorm van een waterwegenvignet. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-06-1993 en tekstbijwerking tot 06-02-2002)., de 7 avril 1993
Artikel 1. De vaartuigen bedoeld in dit besluit zijn vaartuigen die :
- geschikt zijn voor het vervoer van personen;
- zonder winstgevend doel varen;
- geen personen tegen vergoeding vervoeren.
Art. 2. ß 1. Vaartuigen die gebruik maken van de bevaarbare waterwegen van het Vlaamse Gewest moeten een vaarvergunning hebben : die bestaat uit een identificatiebewijs en een waterwegenvignet, hierna vignet genoemd. De minister bevoegd voor openbare werken bepaalt de vorm van het identificatiebewijs en het vignet. Dat vignet moet op de achtersteven aan bakboord worden gekleefd.
ß 2. Voor de volgende vaartuigen kost een vignet voor de periode van 1 januari tot 31 maart van het daaropvolgende jaar (50 EUR) :
- vaartuigen die kleiner dan zes meter of zes meter lang zijn, over de hele lengte gemeten, en met een grote snelheid varen zoals gedefinieerd in het ministerieel besluit van 21 januari 1980 tot vaststelling van de vakken van de scheepvaartwegen waar de pleziermotorboten met hoge snelheid mogen varen, alsmede de perioden en de uren tijdens dewelke deze vaart is toegelaten;
- vaartuigen die langer zijn dan zes meter, over de hele lengte gemeten, maar die kleiner dan twaalf meter of twaalf meter lang zijn, over de hele lengte gemeten en met geen grote snelheid varen, zoals gedefinieerd in het bovenvermelde ministerieel besluit.
ß 3. Voor de volgende vaartuigen kost een vignet voor de periode van 1 januari tot 31 maart van het daaropvolgende jaar (100 EUR) :
- vaartuigen die langer zijn dan zes meter, over de hele lengte gemeten, maar die kleiner dan twaalf meter of twaalf meter lang zijn, over de hele lengte gemeten, en met een grote snelheid varen, zoals gedefinieerd in het bovenvermeld ministerieel besluit;
- vaartuigen die langer zijn dan twaalf meter, over de hele lengte gemeten.
ß 4. Vaartuigen die kleiner dan zes meter of zes meter lang zijn, over de hele lengte gemeten, en die met geen grote snelheid varen, zoals gedefinieerd in het bovenvermelde ministerieel besluit, zijn vrijgesteld van de vaarvergunning.
ß 5. De in artikel 2 ß 2 en ß 3 genoemde vaartuigen kunnen voor de volgende periodes een vignet krijgen tegen respectievelijk (25 EUR) en (50 EUR) :
- 1 januari tot en met 30 juni;
- 16 juni tot en met 15 september;
- 1 september tot en met 31 maart van het daaropvolgende jaar.
ß 6. Organisatoren van internationale of intergewestelijke activiteiten kunnen voor de deelnemende vaartuigen een vrijstelling voor de aanschaf van een vignet...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI