16 JULI 2002. - Wet tot wijziging van verschillende bepalingen teneinde inzonderheid de verjaringstermijnen voor de niet-correctionaliseerbare misdaden te verlengen (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

HOOFDSTUK II. - Bepalingen tot wijziging van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering

Art. 2. In artikel 21 van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, vervangen bij de wet van 30 mei 1961 en gewijzigd bij de wet van 24 december 1993, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1) het tweede lid van dit artikel wordt vervangen als volgt :

Nochtans is de termijn vijftien jaar ingeval dit misdrijf een misdaad is die niet in een wanbedrijf kan worden omgezet met toepassing van artikel 2 van de wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden.

;

2) het artikel wordt aangevuld met het volgende lid :

Anderzijds is de termijn een jaar ingeval een wanbedrijf wordt omgezet in een overtreding.

Art. 3. Artikel 24 van dezelfde titel, vervangen bij de wet van 11 december 1998 en gewijzigd bij de wet van 4 juli 2001, wordt vervangen als volgt :

Art. 24. De verjaring van de strafvordering is geschorst wanneer de wet dit bepaalt of wanneer er een wettelijk beletsel bestaat dat de instelling of de uitoefening van de strafvordering verhindert.

Gedurende de behandeling van een door de verdachte, de burgerlijke partij of de burgerrechtelijk aansprakelijke partij voor het vonnisgerecht opgeworpen exceptie van onbevoegdheid, onontvankelijkheid of nietigheid is de strafvordering geschorst. Indien het vonnisgerecht de exceptie gegrond verklaart of indien de beslissing over de exceptie bij de zaak zelf wordt gevoegd, is de verjaring niet geschorst.

HOOFDSTUK III. - Bepaling tot wijziging van het Wetboek van strafvordering

Art. 4. In artikel 9 van het Wetboek van strafvordering, gewijzigd bij de wetten van 10 juli 1967, 10 oktober 1967, 11 februari 1986, 3 augustus 1992, 4 maart 1997, 12 maart 1998, 7 en 22 december 1998, 19 april 1999 en 21 juni 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1) de inleidende zin wordt vervangen als volgt :

« De gerechtelijke politie wordt, onder het gezag van de hoven van beroep en, binnen zijn bevoegdheden onder het gezag van de federale procureur, uitgeoefend volgens het hierna gemaakte onderscheid :";

2) in 1° worden de woorden "door de burgemeesters en de schepenen,"...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT