17 JUNI 2004. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de vergunningsprocedure voor de archeologische peilingen of opgravingen

De Waalse Regering,

Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, inzonderheid op de artikelen 237 tot 241;

Gelet op het advies van de Koninklijke Commissie voor Monumenten, Landschappen en Opgravingen, gegeven op 1 april 2004;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 3 juni 2004;

Op de voordracht van de Minister-President;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. In titel III van Boek IV van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium wordt een hoofdstuk IV met de artikelen 515 tot 521 ingevoegd, luidend als volgt :

"HOOFDSTUK IV. - Vergunningsprocedure voor archeologische peilingen of opgravingen

Afdeling 1. - Regeringsafgevaardigde

Art. 515. De in artikel 237 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium bedoelde Regeringsafgevaardigde is de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium. Bij diens afwezigheid of verhindering is de inspecteur-generaal van de Afdeling Patrimonium bekleed met de opdracht.

Afdeling 2. - Toekenning van de vergunning om over te gaan tot archeologische peilingen of opgravingen

Art. 516. De vergunningsaanvraag voor peilingen of opgravingen wordt in zes origineel ondertekende exemplaren bij aangetekend schrijven tegen postontvangstbewijs aan het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium gericht of bij hem tegen ontvangstbewijs afgegeven.

Art. 517. De aanvraag omvat de volgende documenten :

  1. de naam en het adres van de aanvrager(s);

  2. de lokalisatie van de geplande werken met uittreksels van kaarten op schaal 1/10 000 en kadastraal plan;

  3. de voor de werken bepaalde data (begin en einde);

  4. de motivering van het belang van de opgravingen of peilingen;

  5. de lijst van de bevoegdheden van de verantwoordelijken en de beschrijving van de beschikbare menselijke en technische middelen;

  6. een beschrijving van de modaliteiten voor de organisatie van de werf met name het veiligheidsplan;

  7. een beschrijving van de maatregelen voorzien voor het herstel van het terrein en de eventuele instandhouding van de overblijfsels;

  8. het bewijs van een akkoord met de eigenaar van de site betreffende het verloop van de werken en het herstel van het terrein;

  9. het bewijs van een akkoord met de eigenaar van de site betreffende de devolutie van de archeologische goederen en de inbewaargeving ervan;

  10. de verbintenis de archeologische goederen in erkende...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT