9 DECEMBER 2010. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de militairen

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 20 mei 1994 betreffende de geldelijke rechten van de militairen, artikel 11bis, eerste lid, ingevoegd bij de wet van 27 maart 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige overheidsdiensten, artikel 1;

Gelet op het ministerieel besluit van 5 augustus 1999 tot regeling van de toepassing van het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige federale overheidsdiensten op de militairen die zich buiten het nationaal grondgebied bevinden;

Gelet op het protocol van onderhandelingen van het Onderhandelingscomité van het militair personeel, gesloten op 29 juni 2010;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 12 juli 2010;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 17 augustus 2010;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, d.d. 31 augustus 2010;

Gelet op het advies 48.764/4 van de Raad van State, gegeven op 27 oktober 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Ambtenaarzaken en van de Minister van Landsverdediging,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de militair in werkelijke dienst.

Art. 2. § 1. De militair die voor de verplaatsing van zijn verblijfplaats naar zijn plaats van het werk, en omgekeerd, gebruik maakt van zijn fiets, heeft, wanneer hij voor een traject in één richting ten minste één kilometer aflegt, recht op een fietsvergoeding van 0,20 euro per afgelegde kilometer. Met een fiets wordt gelijkgesteld, een rolstoel of een ander niet-motorisch aangedreven licht vervoermiddel.

Het fietsen mag voorafgaan aan of volgen op aanvullend gebruik van de gemeenschappelijke openbare vervoermiddelen. De vergoeding mag evenwel nooit gecumuleerd worden met een tegemoetkoming in de kosten van openbaar vervoer voor hetzelfde traject en tijdens dezelfde periode.

§ 2. De militair bedoeld in § 1, eerste lid, dient een aanvraag voor het bekomen van de fietsvergoeding in bij zijn korpscommandant of de overheid die deze bevoegdheid uitoefent, hierna genoemd "de korpscommandant".

In de aanvraag worden volgende...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT