16 MEI 2013. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de erkenning van de verenigingen voor de fokkerij van paardachtigen

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Gelet op de wet van 20 juni 1956 betreffende de verbetering van de rassen van voor de landbouw nuttige huisdieren, artikel 2, derde lid;

Gelet op het overleg tussen de gewesten en de federale overheid op 15 maart 2013;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 maart 2013;

Gelet op het advies nr. 53.168/3 van de Raad van State, gegeven op 30 april 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het koninklijk besluit van 10 december 1992 betreffende de verbetering van paardachtigen, artikel 3;

Overwegende het ministerieel besluit van 23 december 1992 betreffende de verbetering van paardachtigen, artikel 1, § 1;

Overwegende de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instelllingen, artikel 69;

Overwegende de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, artikel 36, § 1;

Overwegende het ministerieel besluit van 23 december 1992 tot erkenning en betoelaging van verenigingen met betrekking tot paardachtigen;

Op voordracht van de Minister bevoegd voor Landbouw;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. De verenigingen die erkend zijn overeenkomstig de bepalingen van artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 december 1992 betreffende de verbetering van paardachtigen en van artikel 1, § 1 van het ministerieel besluit van 23 december 1992 betreffende de verbetering van paardachtigen, zijn in bijlage bij dit besluit opgenomen.

Art. 2. De Minister bevoegd voor Landbouw brengt alle wijzigingen aan in de bijlage bij dit besluit overeenkomstig de bepalingen van artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 december 1992 betreffende de verbetering van paardachtigen en van artikel 1, § 1 van het ministerieel besluit van 23 december 1992 betreffende de verbetering van paardachtigen.

Art. 3. Het ministerieel besluit van 23 december 1992 tot erkenning en betoelaging van verenigingen met betrekking tot paardachtigen wordt opgeheven.

Art. 4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5. De Minister bevoegd voor het Landbouwbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 mei 2013.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid, Ontwikkelingssamenwerking en de Bevordering van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT