Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het Verenigd College van 15 september 2005 houdende het geldelijk statuut van de personeelsleden van de diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad, wat..., de 11 octobre 2007

Artikel 1. In artikel 27 van het besluit van het Verenigd College van 15 september 2005 houdende het geldelijk statuut van de personeelsleden van de diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad vervallen de woorden " en de eindejaarstoelage ".

Art. 2. In hetzelfde besluit, wordt een artikel 29bis ingevoegd, luidende :

" Art. 29bis. § 1. Onverminderd artikel 29, 3°, van het koninklijk besluit van 22 december 2000 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen, bekomen de ambtenaar en de stagiair het volledig genot van het bedrag van de in §§ 4 tot 7 bepaalde eindejaarstoelage, indien zij als titularis van een ambt met volledige prestaties het volledig voordeel van hun wedde of in plaats daarvan gestelde vergoeding hebben genoten tijdens de hele periode van 1 januari tot 30 september van het in aanmerking genomen jaar.

" § 2. Wanner de ambtenaar of de stagiair, als titularis van een ambt met volledige of onvolledige prestaties, niet het volledig voordeel van hun in § 1 bedoelde wedde of in plaats daarvan gestelde vergoeding hebben genoten, bekomen zij een eindejaarstoelage waarvan het bedrag verminderd wordt naar rata van de wedde of in plaats daarvan gestelde vergoeding die zij werkelijk hebben ontvangen.

" § 3. Wanner de ambtenaar of de stagiair, als titularis van een ambt met volledige of onvolledige prestaties, tijdens de periode van 1 januari tot 30 september van het in aanmerking genomen jaar :

  1. met ouderschapsverlof waren;

  2. niet in dienst zijn kunnen treden of hun ambtsverplichtingen hebben geschorst wegens de verplichtingen die hem worden opgelegd, krachtens de wet van 16 mei 2001 houdende statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht,

    worden deze periodes gelijkgesteld met periodes tijdens welke zij het volledig voordeel van hun wedde of in plaats daarvan gestelde vergoeding hebben genoten.

    " § 4. Het bedrag van de eindejaarstoelage bestaat uit een forfaitair gedeelte en een veranderlijk gedeelte.

    " § 5. Het bedrag van de eindejaarstoelage wordt berekend als volgt :

  3. voor het forfaitair gedeelte :

    het bedrag van het forfaitair...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT