Ministerieel besluit tot vaststelling van de vereiste bekwaamheid van de te werven ambtenaren en van het programma van het wervingsexamen voor Franstalige en Nederlandstalige brandweermannen en onderluitenant (officieren) voor de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp, de 2 mars 2012

TITEL I. - Aanwerving van brandweermannen

Artikel 1. Het wervingsexamen voor Nederlandstalige en Franstalige brandweermannen-ambulanciers voor de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp (DBDMH) wordt door SELOR georganiseerd. De DBDMH is belast met de praktische organisatie van de infosessie, de fysieke proeven en de praktiiktechnische proef.

Art. 2. De beschrijving van de aan de brandweerman-ambulancier toevertrouwde functies is opgenomen in bijlage A bij onderhavig besluit.

Art. 3. De voorwaarden van medische geschiktheid, zoals bepaald in bijlage B bij onderhavig besluit, zullen worden gecontroleerd wanneer de geslaagde kandidaten van het wervingsexamen tot de stage worden toegelaten.

De voorafgaandelijke gezondheidsevaluatie vastgelegd door artikel 28 van het koninklijk besluit van 28 mei 2003, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 4 juli, 21 september en 27 december 2004, moet de in bijlage B vermelde prestaties omvatten.

Art. 4. Het wervingsexamen van brandweerman-ambulancier omvat vijf schiftende delen georganiseerd in deze volgorde :

* Een infosessie;

* Fysieke proeven georganiseerd in één of twee aparte sessies;

* Een schriftelijke proef;

* Een praktijktechnische proef die per groep van 4 tot 6 kandidaten moet uitgevoerd worden;

* Een mondelinge proef.

Art. 5. Eerste deel. Het wervingsexamen begint met een informatiesessie. De aanwezigheid van de kandidaten is verplicht.

Art. 6. De kandidaten die aanwezig zijn op de informatiesessie, mogen aan het tweede gedeelte van het wervingsexamen deelnemen.

Art. 7. Tweede deel. Het wervingsexamen gaat vervolgens verder met de fysieke proeven die in één sessie of in twee verschillende sessies plaatsvinden, volgens de beschikbaarheid van de sportcomplexen.

Het protocol van deze proeven, evenals de slaagvoorwaarden, zijn opgenomen in bijlage C bij onderhavig besluit.

Art. 8. Om te mogen deelnemen aan de fysieke proeven, dienen de kandidaten een medisch attest voor te leggen, conform het model dat zij zullen ontvangen, dat ten vroegste een maand voor het begin van de proeven is opgesteld, en dat hun geschiktheid aantoont om de oefeningen te verrichten.

Art. 9. Indien de fysieke proeven in één sessie plaatsvinden, zullen de proeven in onderstaande volgorde worden georganiseerd :

* Evenwichtsoefening;

* Armbuiging;

* Lenigheidsoefening;

* Rompbuiging;

* Step test;

* Claustrofobieproef;

* Loopproef van 2 400 m;

* 100 m vrije slag;

* Luchtladder beklimmen en afdalen.

Art. 10. Indien de fysieke proeven in twee sessies plaatsvinden, bestaat de eerste sessie uit de volgende zeven proeven :

* Evenwichtsoefening;

* Armbuiging;

* Lenigheidsoefening;

* Rompbuiging;

* Step test;

* Claustrofobieproef;

* Loopproef van 2 400 m.

De tweede sessie bestaat uit twee proeven :

* 100 m vrije slag;

* Luchtladder beklimmen en afdalen.

Art. 11. De proeven worden op 100 punten gequoteerd volgens onderstaande weging :

Evenwichtsoefening : 10 punten;

Armbuiging : 10 punten;

Lenigheidsoefening : 10 punten;

Rompbuiging : 10 punten;

Step test : 20 punten;

Claustrofobie-oefening : geen punten;

Loopproef van 2 400 m : 20 punten;

100 m vrije slag : 10 punten;

Luchtladder beklimmen en afdalen : 10 punten.

Worden beschouwd als zijnde geslaagd, de kandidaten die 50 % van de punten behaalden in elk proef en 60 % van de punten toegekend aan het geheel van de fysieke testen.

Art. 12. De 500 best geklasseerde Franstalige kandidaten voor het geheel van de fysieke testen worden toegelaten om deel te nemen aan het derde deel van het wervingsexamen. De 300 best geklasseerde Nederlandstalige kandidaten voor het geheel van de fysieke testen worden toegelaten om deel te nemen aan het derde deel van het wervingsexamen.

Indien meerdere kandidaten hetzelfde resultaat hebben behaald voor de laatste plaats, wordt het maximum aantal kandidaten aangepast en verhoogd in hun voordeel.

Art. 13. Het derde deel bestaat uit een schriftelijke proef ontwikkeld door SELOR en die een meerkeuzevragenlijst, gequoteerd op 100 punten, omvat. De verdeling van de punten geschiedt als volgt :

* Redeneertest : 40 punten;

* Kennis van de Brusselse instellingen : 10 punten;

* Kennis van de DBDMH en haar opdrachten : 10 punten;

* Technologie : 20 punten;

* Kennis van de topografie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (verkeersaders en -wegen, openbare plaatsen, stations, sportinfrastructuren,enz.) : 20 punten.

De kandidaten die 50 % van de punten hebben behaald voor elke materie en 60 % van het totaal aantal punten van het geheel van de schriftelijke proef worden beschouwd als geslaagd.

Om toegelaten te worden tot het vierde gedeelte moeten de Franstalige kandidaten geklasseerd zijn bij de 240 best geplaatste kandidaten die slaagden voor dit derde gedeelte. Om te worden toegelaten tot het vierde gedeelte moeten de Nederlandstalige kandidaten geklasseerd zijn bij de 150 beste kandidaten die geslaagd zijn voor dit derde gedeelte.

Indien meerdere kandidaten hetzelfde resultaat hebben behaald voor de laatste plaats, wordt het maximum aantal kandidaten aangepast en verhoogd in hun voordeel.

De kandidaten worden bovendien verzocht een persoonlijkheidsvragenlijst in te vullen ter voorbereiding van de mondelinge proef.

Art. 14. Het vierde deel van het wervingsexamen bestaat uit een praktijk-technische proef die in groepen van 4 tot 6 kandidaten wordt uitgevoerd. Deze proef wordt afgelegd in aanwezigheid van een observator van SELOR.

Deze proef wordt gequoteerd op 100 punten.

Worden beschouwd als zijnde geslaagd, de kandidaten die 60 punten behaalden op deze proef.

Art. 15. Bij afwezigheid van één of meer kandidaten waardoor de groep bestaat uit minder dan 4 kandidaten, zal de groep worden vervolledigd door één of meerdere vrijwillige kandidaten.

Aan kandidaten die een groep van minder dan 6 kandidaten vervolledigen, wordt de quotering toegekend die ze kregen bij hun eerste prestatie.

Indien een groep van minder dan 4 kandidaten niet kan worden aangevuld, zal het vierde deel van deze test voor deze groep verdaagd worden.

Art. 16. Het vijfde deel bestaat uit een mondelinge proef ontwikkeld door SELOR en gequoteerd op 100 punten. Een personeelslid van SELOR maakt deel uit van de jury die het mondeling gesprek afneemt.

De mondelinge proef evalueert of de gedragscompetenties van de kandidaat beantwoorden aan de vereisten van de betrekking. De kandidaat wordt tevens ondervraagd over zijn motivatie, interesse en affiniteiten met het domein.

Om voor die proef te slagen, moet de kandidaat minstens 60 punten op 100 behalen.

Art. 17. De rangschikking van de laureaten zal opgesteld worden op basis van het geheel van de punten behaald op delen 3, 4 en 5.

Bij gelijkheid van punten zal voorrang gegeven worden aan de geslaagden met de meeste punten voor het mondeling gedeelte, bijkomend, aan de schriftelijke gedeelte en bijkomend aan de fysieke proeven.

TITEL II. - Aanwerving van onderluitenant (officieren)

Art. 18. Het wervingsexamen voor Nederlandstalige en Franstalige onderluitenant (officieren) voor de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp (DBDMH) wordt door SELOR georganiseerd. De DBDMH is belast met de praktische organisatie van de fysieke proeven en de praktijktechnische proef.

Art. 19. De beschrijving van de aan de officieren toevertrouwde functies is opgenomen in bijlage D bij onderhavig besluit.

Art. 20. Kandidaten voor een betrekking van beroepsonderluitenant moeten de volgende voorwaarden vervullen :

* Belg zijn;

* Een minimale lengte hebben van 1,60 m;

* Van goed zedelijk gedrag zijn;

* In orde zijn met de dienstplichtwetten.

Art. 21. De voorwaarden van medische geschiktheid, zoals bepaald in bijlage B bij onderhavig besluit, zullen worden gecontroleerd wanneer de geslaagde kandidaten van het wervingsexamen tot de stage worden toegelaten.

De voorafgaandelijk gezondheidsevaluatie vastgelegd door artikel 28 van het koninklijk besluit van 28 mei 2003, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 4 juli, 21 september en 27 december 2004, moet de in bijlage B vermelde prestaties omvatten.

Art. 22. Het wervingsexamen van officier omvat drie schiftende delen georganiseerd in de volgende volgorde :

* Een schriftelijke proef;

* Fysieke proeven georganiseerd in één of twee aparte sessies;

* Een mondelinge proef.

Art. 23. Eerste deel. Het wervingsexamen start met een schriftelijke proef ontwikkeld door SELOR en bestaande uit een vragenlijst gedeeltelijk met meerkeuzevragen, open vragen en gesloten vragen. Deze schriftelijke proef is gequoteerd op 100 punten. De punten worden als volgt verdeeld :

* Redeneertest : 50 punten;

* Open vragen bedoeld om de wetenschappelijke en technische vaardigheden te evalueren : 30 punten;

* Gewestelijke en federale instellingen : 20 punten.

Worden beschouwd als zijnde geslaagd, de kandidaten die 50 % van de punten behaalden in elke materie en 60 % van de punten toegekend aan het geheel van de schriftelijke proef.

De kandidaten wordt bovendien verzocht een persoonlijkheidsvragenlijst in te vullen ter voorbereiding van de mondelinge proef.

Art. 24. Tweede deel. Het wervingsexamen gaat vervolgens verder met de fysieke proeven die in één sessie of in twee verschillende sessies plaatsvinden, volgens de beschikbaarheid van de sportcomplexen.

Het protocol van deze proeven...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT