Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR)., de 8 novembre 1962

HOOFDSTUK I. _ Toepasselijkheid.

Artikel 1. 1. Dit Verdrag is van toepassing op iedere overeenkomst onder bezwarende titel voor het vervoer van goederen over de weg door middel van voertuigen, wanneer de plaats van inontvangstneming der goederen en de plaats bestemd voor de aflevering, zoals deze zijn aangegeven in de overeenkomst, gelegen zijn in twee verschillende landen, waarvan ten minste ÈÈn een bij het Verdrag partij zijn land is, ongeacht de woonplaats en de nationaliteit van partijen.

  1. Voor de toepassing van dit Verdrag wordt onder "voertuigen" verstaan : de motorrijtuigen, gelede voertuigen, aanhangwagens en opleggers, zoals deze zijn omschreven in artikel 4 van het Verdrag nopens het wegverkeer van 19 september 1949.

  2. Dit Verdrag is eveneens van toepassing, indien het vervoer, dat binnen zijn werkingssfeer valt, wordt bewerkstelligd door Staten of door Regeringsinstellingen of -organisaties.

  3. Dit Verdrag is niet van toepassing :

    1. op vervoer, bewerkstelligd overeenkomstig internationale postovereenkomsten,

    2. op vervoer van lijken,

    3. op verhuizingen,

  4. De Verdragsluitende Partijen komen overeen, dat dit Verdrag niet door bijzondere overeenkomsten, gesloten tussen twee of meer van haar, zal worden gewijzigd, tenzij om aan de werking daarvan haar grensverkeer te onttrekken of om voor vervoer, dat uitsluitend over haar grondgebied plaats heeft, het gebruik van een de goederen vertegenwoordigende vrachtbrief toe te staan.

    Art. 2. 1. Wanneer het voertuig, waarin de goederen zich bevinden, over een gedeelte van het traject wordt vervoerd over zee, per spoor, over de binnenwateren of door de lucht, zonder dat de goederen _ behoudens ter toepassing van de bepalingen van artikel 14 _ uit dat voertuig worden uitgeladen, blijft dit Verdrag niettemin van toepassing op het gehele vervoer. Voorzover evenwel wordt bewezen dat verlies, beschadiging of vertraging in de aflevering van de goederen, ontstaan tijdens het vervoer op andere wijze dan over de weg, niet is veroorzaakt door een daad of nalatigheid van de wegvervoerder en voortspruit uit een feit, dat zich alleen heeft kunnen voordoen tijdens en tengevolge van het vervoer anders dan over de weg, wordt de aansprakelijkheid van de wegvervoerder niet bepaald door dit Verdrag, maar op de wijze waarop de aansprakelijkheid van de niet-wegvervoerder zou zijn bepaald, zo een vervoerovereenkomst tussen de afzender en de niet-wegvervoerder tot vervoer van de goederen alleen zou zijn afgesloten overeenkomstig de wettelijke bepalingen van dwingend recht betreffende het vervoer van goederen op die andere wijze. Bij gebreke van dergelijke bepalingen wordt de aansprakelijkheid van de wegvervoerder echter bepaald door dit Verdrag.

  5. Indien de wegvervoerder zelf het gedeelte van het vervoer dat niet over de weg plaats vindt bewerkstelligt, wordt zijn aansprakelijkheid eveneens bepaald volgens het eerste lid, als werden zijn hoedanigheden van wegvervoerder en niet-wegvervoerder uitgeoefend door twee verschillende personen.

    HOOFDSTUK II. _ Personen voor wie de vervoerder aansprakelijk is.

    Art. 3. Voor de toepassing van dit Verdrag is de vervoerder, als ware het voor zijn eigen daden en nalatigheden, aansprakelijk voor de daden en nalatigheden van zijn ondergeschikten en van alle andere personen, van wie hij zich voor de bewerkstelliging van het vervoer bedient, wanneer deze ondergeschikten of deze personen handelen in de uitoefening van hun werkzaamheden.

    HOOFDSTUK III. _ Sluiting en uitvoering van de vervoerovereenkomst.

    Art. 4. De vervoerovereenkomst wordt vastgelegd in een vrachtbrief. De afwezigheid, de onregelmatigheid of het verlies van de vrachtbrief tast noch het bestaan noch de geldigheid aan van de vervoerovereenkomst, die onderworpen blijft aan de bepalingen van dit Verdrag.

    Art. 5. 1. De vrachtbrief wordt opgemaakt in drie oorspronkelijke exemplaren, ondertekend door de afzender en de vervoerder. Deze ondertekening kan worden gedrukt of vervangen door de stempels van de afzender en de vervoerder, indien de wetgeving van het land, waar de vrachtbrief wordt opgemaakt, zulks toelaat. Het eerste exemplaar wordt overhandigd aan de afzender, het tweede begeleidt de goederen en het derde wordt door de vervoerder behouden.

  6. Wanneer de te vervoeren goederen moeten worden geladen in verschillende voertuigen of wanneer het verschillende soorten goederen of afzonderlijke partijen betreft, heeft de afzender of de vervoerder het recht om te eisen, dat er evenzoveel vrachtbrieven worden opgemaakt als er voertuigen moeten worden gebruikt of als er soorten of partijen goederen zijn.

    Art. 6. 1. De vrachtbrief moet de volgende aanduidingen bevatten :

    1. de plaats en de datum van het opmaken daarvan;

    2. de naam en het adres van de afzender;

    3. de naam en het adres van de vervoerder;

    4. de plaats en de datum van inontvangstneming der goederen en de plaats bestemd voor de aflevering der goederen;

    5. de naam en het adres van de geadresseerde;

    6. de gebruikelijke aanduiding van de aard der goederen en de wijze van verpakking en, voor gevaarlijke goederen, hun algemeen erkende benaming;

    7. het aantal colli, hun bijzondere merken en hun nummers;

    8. het bruto-gewicht of de op andere wijze aangegeven hoeveelheid van de goederen;

    9. de op het vervoer betrekking hebbende kosten (vrachtprijs, bijkomende kosten, douane-rechten en andere vanaf de sluiting van de overeenkomst tot aan de aflevering opkomende kosten);

    10. de voor het vervullen van douane- en andere formaliteiten nodige instructies;

    11. de aanduiding, dat het vervoer, ongeacht enig tegenstrijdig beding, is onderworpen aan de bepalingen van dit Verdrag.

  7. Als het geval zich voordoet, moet de vrachtbrief nog de volgende aanduidingen bevatten :

    1. het verbod van overlading;

    2. de kosten, welke de afzender voor zijn rekening neemt;

    3. het bedrag van het bij de aflevering van de goederen te innen remboursement;

    4. de gedeclareerde waarde der goederen en het bedrag van het bijzonder belang bij de aflevering;

    5. de instructies van de afzender aan de vervoerder voor wat betreft de verzekering der goederen;

    6. de overeengekomen termijn, binnen welke het vervoer moet zijn volbracht;

    7. de lijst van bescheiden, welke aan de vervoerder zijn overhandigd.

  8. De partijen kunnen in de vrachtbrief iedere aanduiding, welke zij nuttig achten, opnemen.

    Art. 7. 1. De afzender is aansprakelijk voor alle kosten en schaden, welke door de vervoerder worden geleden tengevolge van de onnauwkeurigheid of de onvolledigheid :

    1. van de aanduidingen, aangegeven in artikel 6, eerste lid, onder b, d, e, f, g, h en j;

    2. van de aanduidingen, aangegeven in artikel 6, tweede lid;

    3. van alle andere aanduidingen of instructies, welke hij verstrekt voor het opmaken van de vrachtbrief of om daarin te worden opgenomen.

  9. Indien de vervoerder op verzoek van de afzender de vermeldingen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, in de vrachtbrief opneemt, wordt hij behoudens tegenbewijs geacht voor rekening van de afzender te handelen.

  10. Indien de vrachtbrief niet de vermelding, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder k, bevat, is de vervoerder aansprakelijk voor alle kosten en schaden, welke de rechthebbende op de goederen door deze nalatigheid lijdt.

    Art. 8. 1. Bij de inontvangstneming der goederen is de vervoerder gehouden te onderzoeken :

    1. de juistheid van de vermeldingen in de vrachtbrief met betrekking tot het aantal colli en hun merken en nummers;

    2. de uiterlijke staat van de goederen en hun verpakking.

  11. Indien de vervoerder geen redelijke middelen ter beschikking staan om de juistheid van de vermeldingen, bedoeld in het eerste lid, onder a, van dit artikel, te onderzoeken, tekent hij in de vrachtbrief met redenen omkleed aan, welke voorbehouden hij maakt. Eveneens geeft hij de redenen aan voor alle voorbehouden, welke hij maakt ten aanzien van de uiterlijke staat van de goederen en van hun verpakking. Deze voorbehouden verbinden de afzender niet, indien zij niet uitdrukkelijk in de vrachtbrief door hem zijn aanvaard.

  12. De afzender heeft het recht te eisen, dat de vervoerder het bruto-gewicht of de op andere wijze uitgedrukte hoeveelheid der goederen onderzoekt. Hij kan tevens een onderzoek van de inhoud der colli eisen. De vervoerder kan de kosten van het onderzoek in rekening brengen. Het resultaat van de onderzoekingen wordt in de vrachtbrief neergelegd.

    Art. 9. 1. De vrachtbrief levert volledig bewijs, behoudens tegenbewijs, van de voorwaarden der overeenkomst en van de ontvangst van de goederen door de vervoerder.

  13. Bij gebreke van vermelding in de vrachtbrief van gemotiveerde voorbehouden van de vervoerder wordt vermoed, dat de goederen en hun verpakking in uiterlijk goede staat waren op het ogenblik van de inontvangstneming door de vervoerder en dat het aantal colli en hun merken en nummers in overeenstemming waren met de opgaven in de vrachtbrief.

    Art. 10. De afzender is jegens de vervoerder aansprakelijk voor de schade aan personen, materiaal of aan andere goederen en de kosten, welke voortspruiten uit de gebrekkige verpakking van de goederen, tenzij de gebrekkigheid zichtbaar of aan de vervoerder bekend was op het ogenblik van de inontvangstneming en de vervoerder te dien aanzien geen voorbehouden heeft gemaakt.

    Art. 11. 1. Ter voldoening aan douane- en andere formaliteiten, welke vÛÛr de aflevering van de goederen moeten worden vervuld, moet de afzender de nodige bescheiden bij de vrachtbrief voegen of ter beschikking van de vervoerder stellen en hem alle gewenste inlichtingen verschaffen.

  14. De vervoerder is niet gehouden de nauwkeurigheid en de volledigheid van deze bescheiden en inlichtingen te onderzoeken. De afzender is jegens de vervoerder aansprakelijk voor alle schaden, die kunnen voortspruiten uit de afwezigheid, onvolledigheid of onregelmatigheid van deze bescheiden en inlichtingen, behoudens in geval van schuld van de vervoerder.

  15. De vervoerder is op dezelfde voet als een commissionair aansprakelijk voor de gevolgen van verlies of onjuiste...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT