Verdrag (nr. 114) betreffende arbeidsovereenkomsten voor vissers., de 27 septembre 1963
Artikel 1. 1. In dit Verdrag omvat de term "vissersvaartuig" alle geregistreerde of van scheepspapieren voorziene schepen en boten, van welke aard dan ook, hetzij publiek dan wel particulier eigendom, welke gebezigd worden voor de zee- en de kustvisserij in zoute wateren.2. Het bevoegde gezagsorgaan kan van de toepassing van de bepalingen van dit Verdrag bepaalde vissersvaartuigen vrijstellen, waarvan type en tonnage vastgesteld zijn na overleg met de betrokken organisaties van visserij-reders en van vissers, indien zodanige organisaties bestaan.3. Het bevoegde gezagsorgaan kan, mits ervan overtuigd dat de in dit Verdrag behandelde materie toereikend geregeld is middels collectieve arbeidsovereenkomsten tussen visserijreders of organisaties van visserijreders enerzijds en organisaties van vissers anderzijds, reders en vissers, die gebonden zijn door deze collectieve arbeidsovereenkomsten, vrijstellen van de bepalingen van dit Verdrag aangaande individuele arbeidsovereenkomsten.
Art. 2. In dit Verdrag omvat de term "visser" elke persoon, die tewerkgesteld of aangenomen is in enigerlei hoedanigheid aan boord van een vissersvaartuig en op de monsterrol is ingeschreven. Deze term is niet van toepassing op loodsen, leerling-matrozen van opleidingsvaartuigen en leerlingen met een leerlingsovereenkomst, marinemanschappen en andere personen in vaste overheidsdienst.
Art. 3. 1. Een arbeidsovereenkomst dient door de reder van het vissersvaartuig of zijn gevolmachtigde vertegenwoordiger zowel als door de visser ondertekend te zijn. De visser of eventueel zijn raadsman dient een redelijke gelegenheid te hebben om de arbeidsovereenkomst op haar inhoud te onderzoeken alvorens deze ondertekend wordt.2. De visser dient de overeenkomst te ondertekenen onder voorwaarden, welke door de nationale wetgeving moeten worden gesteld om een toereikend toezicht door het bevoegde orgaan van het overheidsgezag te waarborgen.3. De voorgaande bepalingen aangaande de ondertekening der arbeidsovereenkomst zullen geacht worden te zijn nagekomen als het bevoegde gezagsorgaan verklaart dat de bepalingen van de arbeidsovereenkomst hem op schrift zijn voorgelegd en zowel door de reder van het vissersvaartuig of zijn gevolmachtigde vertegenwoordiger als door de visser zijn bekrachtigd.4. De nationale wetgeving dient genoegzame waarborgbepalingen te bevatten dat de visser de arbeidsovereenkomst heeft begrepen.5. De arbeidsovereenkomst dient geen bepaling te bevatten, welke in...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI