Omzendbrief betreffende de verblijfsvoorwaarden voor E.G.-onderdanen en hun familieleden alsmede betreffende de verblijfsvoorwaarden voor de vreemde familieleden van de Belgische onderdanen. (NOTA : Niet omschreven wijziging, zie MO 2005-09-25/31) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-08-1998 en tekstbijwerking tot..., de 14 juillet 1998

Artikel M. (Om technische redenen, wordt deze omzendbrief onderverdeeld in fictieve artikelen : M1-9M2).

Art. M1. Inhoudstabel.

Inleiding.

- HOOFDSTUK I. - Verblijfsvoorwaarden voor de E.G.-onderdanen die een activiteit als werknemer of als zelfstandige wensen uit te komen oefenen in België voor een periode van minstens een jaar en hun familieleden.

  1. Verblijfsvoorwaarden voor de E.G.-onderdanen die een activiteit als werknemer of als zelfstandige wensen uit te komen oefenen in België voor een periode van minstens een jaar.

    1. Procedure.

      1. Aanmelding bij het gemeentebestuur van de verblijfplaats.

      2. Inschrijving in het vreemdelingenregister en afgifte van een attest van immatriculatie.

      3. Overlegging van het bewijs van de professionele activiteit.

      4. Drie mogelijke situaties.

      d.1. De E.G.-vreemdeling maakt het vereiste bewijs aangaande zijn professionele activiteit over op het moment dat hij zijn aanvraag tot vestiging indient of binnen de vier maanden die volgen op de aanvraag.

      d.2. De E.G.-vreemdeling maakt het vereiste bewijs aangaande zijn professionele activiteit over in de loop van de vijfde maand na het indienen van de aanvraag tot vestiging.

      d.3. De E.G.-vreemdeling heeft bij de afloop van de geldigheidsduur van zijn attest van immatriculatie geen enkel bewijs overgemaakt.

    2. Beslissing aangaande de aanvraag tot vestiging.

      1. De Minister of diens gemachtigde treft een positieve beslissing of treft geen beslissing.

      2. Beslissing tot weigering van de aanvraag tot vestiging.

        b.1. Beslissing van de burgemeester of diens gemachtigde.

        b.2. Beslissing van de Minister of de Dienst Vreemdelingenzaken.

      3. Het bijzonder geval van de opschorting van de beslissing of van de weigering van de aanvraag tot vestiging om redenen van openbare orde, openbare veiligheid of volksgezondheid.

        c.1. Opschorting van de beslissing aangaande de aanvraag tot vestiging.

        c.2. Weigering van de aanvraag tot vestiging.

    3. Verlenging van het verblijf van E.G.-onderdanen die een betrekking als werknemer of als zelfstandige zoeken in het Rijk.

      1. Principe.

      2. Procedure.

      b.1. Eerste hypothese : de E.G.-onderdaan maakt een werkgeversattest over of verstrekt de documenten die nodig zijn voor de uitoefening van de zelfstandige activiteit.

      b.2. Tweede hypothese : de E.G.-vreemdeling verstrekt hetzij het bewijs dat hij nog steeds werk zoekt en een reële kans heeft om het te vinden, hetzij het bewijs dat hij op het punt staat een werkzaamheid anders dan in loondienst aan te vatten.

  2. Verblijfsvoorwaarden voor de familieleden van de in punt A bedoelde E.G.-onderdanen.

    1. Personeel toepassingsgebied.

    2. Procedure.

    1. Aanmelding bij het gemeentebestuur.

    2. Ontvankelijkheidsvoorwaarde van de aanvraag tot vestiging : het overmaken van een bewijs aangaande de bloed- of aanverwantschap met de E.G.-vreemdeling.

    3. Afgifte van een attest van immatriculatie.

    4. Geldigheidsduur van het attest van immatriculatie.

      d.1. De E.G.-onderdaan is reeds in het bezit van een verblijfskaart van een onderdaan van een Lidstaat van de Europese Gemeenschappen.

      d.2. De E.G.-onderdaan dient een aanvraag tot vestiging in of heeft een aanvraag tot vestiging ingediend en is in het bezit van of wordt in het bezit gesteld van een attest van immatriculatie.

    5. Ontvangen van een beslissing betreffende de aanvraag tot vestiging.

      e.1. Geval van een familielid van een E.G.-onderdaan die in het bezit is van een verblijfskaart.

      e.2. Geval van een familielid van een E.G.-onderdaan die een aanvraag tot vestiging heeft ingediend en in het bezit is van een attest van immatriculatie.

    6. Beslissing betreffende de aanvraag tot vestiging.

      f.1. Geval van een familielid van een E.G.-onderdaan die in het bezit is van een verblijfskaart.

      - De Minister of de Dienst Vreemdelingenzaken treft een positieve beslissing of treft geen beslissing.

      - Uitstel van de beslissing.

      - Beslissing tot weigering van de aanvraag tot vestiging.

      - Bijzonder geval van de opschorting van de beslissing of van de weigering van de aanvraag tot vestiging om redenen van openbare orde, openbare veiligheid of volksgezondheid.

      f.2. Geval van een familielid van een E.G.-onderdaan die een aanvraag tot vestiging indient of heeft ingediend en in het bezit is van of in het bezit gesteld wordt van een attest van immatriculatie.

      - Eerste hypothese : beslissing die het gevolg is van de beslissing aangaande het vestigingsrecht van de E.G.-onderdaan.

      * De aanvraag tot vestiging van de E.G.-onderdaan wordt opgeschort.

      * De aanvraag tot vestiging van de E.G.-onderdaan wordt geweigerd.

      - Beslissing van de burgemeester of zijn gemachtigde.

      - Beslissing van de Minister of de Dienst Vreemdelingenzaken.

      - Tweede hypothese : beslissing die getroffen wordt op basis van de eigenlijke verblijfssituatie van het familielid, nadat de E.G.-onderdaan een verblijfskaart bekomen heeft.

      - HOOFDSTUK II. - Verblijfsvoorwaarden voor E.G.-onderdanen die een professionele activiteit als werknemer of als zelfstandige komen uitoefenen in België voor een periode van minder dan een jaar en hun familieleden en verblijfsvoorwaarden voor de E.G.-onderdanen die in België diensten verrichten of te wier behoeve diensten verricht worden en hun familieleden.

  3. Verblijfsvoorwaarden voor E.G.-onderdanen die een professionele activiteit als werknemer of als zelfstandige komen uitoefenen in België voor een periode van minder dan één jaar en verblijfsvoorwaarden voor de E.G.-onderdanen die in België diensten verrichten of te wier behoeve diensten verricht worden.

    1. De E.G.-onderdaan waarvan de professionele activiteit in België meer dan drie maanden maar minder dan een jaar bedraagt en de seizoenarbeider die in België tewerkgesteld is voor meer dan drie maanden.

    2. De E.G.-onderdaan waarvan de professionele activiteit in België minder dan drie maanden bedraagt en de seizoenarbeider die in België tewerkgesteld is voor ten hoogste drie maanden.

    3. Verblijfsvoorwaarden voor de E.G.-onderdaan die diensten verricht of te wiens behoeve diensten verricht worden.

  4. De verblijfsvoorwaarden voor de familieleden van de in punt A vermelde E.G.-onderdanen.

    1. Ontvankelijkheidsvoorwaarde van de aanvraag tot vestiging : het overleggen van een bewijs aangaande de bloed- of aanverwantschap met de E.G.-vreemdeling.

    2. Procedure.

    - HOOFDSTUK III. - Verblijfsvoorwaarden voor de E.G.-onderdanen die gepensioneerd zijn en hun familieleden en voor de E.G.-onderdanen die genieten van een verblijfsrecht en hun familieleden.

  5. Verblijfsvoorwaarden voor de E.G.-onderdanen die gepensioneerd zijn en voor de E.G.-onderdanen die genieten van een verblijfsrecht.

    1. Grondvoorwaarden.

    2. Procedure.

      1. Aanmelding bij het gemeentebestuur.

      2. Inschrijving in het vreemdelingenregister en afgifte van een attest van immatriculatie.

      3. Overlegging van de vereiste bewijzen.

      4. Drie mogelijke situaties.

    3. Beslissing aangaande de aanvraag tot vestiging.

      1. Minister of de Dienst Vreemdelingenzaken treft een positieve beslissing of treft geen beslissing.

      2. Beslissing tot weigering van de aanvraag tot vestiging.

      b.1. Beslissing van de burgemeester of zijn gemachtigde.

      b.2. Beslissing van de Minister of van de Dienst Vreemdelingenzaken.

      b.3. Het bijzonder geval van de opschorting van de beslissing of van de weigering van de aanvraag tot vestiging om redenen van openbare orde, openbare veiligheid of volksgezondheid.

  6. Verblijfsvoorwaarden voor de familieleden van de in punt A bedoelde E.G.-onderdanen.

    1. Personeel toepassingsgebied.

    2. Procedure.

      1. Aanmelding bij het gemeentebestuur.

      2. Afgifte van een attest van immatriculatie.

      3. Geldigheidsduur van het attest van immatriculatie.

        c.1. De E.G.-onderdaan is reeds in het bezit van een verblijfskaart van een onderdaan van een Lidstaat van de Europese Gemeenschappen.

        c.2. De E.G.-onderdaan dient een aanvraag tot vestiging in of heeft een aanvraag tot vestiging ingediend en is in het bezit van of wordt in het bezit gesteld van een attest van immatriculatie.

      4. Overlegging van twee soorten bewijzen.

      5. Ontvangen van een beslissing betreffende de aanvraag tot vestiging.

        e.1. Geval van een familielid van een E.G.-onderdaan die in het bezit is van een verblijfskaart.

        e.2. Geval van een familielid van een E.G.-onderdaan die een aanvraag tot vestiging indient of heeft ingediend en in het bezit is van of in het bezit gesteld wordt van een attest van immatriculatie.

      6. Beslissing betreffende de aanvraag tot vestiging.

        f.1. Geval van een familielid van een E.G.-onderdaan die in het bezit is van een verblijfskaart.

        - De Minister of de Dienst Vreemdelingenzaken treft een positieve beslissing of treft geen beslissing.

        - Uitstel van de beslissing.

        - Beslissing tot weigering van de aanvraag tot vestiging.

        - Bijzonder geval van de opschorting van de beslissing of van de weigering van de aanvraag tot vestiging om redenen van openbare orde, openbare veiligheid of volksgezondheid.

        f.2. Geval van een familielid van een E.G.-onderdaan die in het bezit is van een attest van immatriculatie.

        - Eerste hypothese : beslissing die het gevolg is van de beslissing aangaande het vestigingsrecht van de E.G.-onderdaan.

        * De aanvraag tot vestiging van de E.G.-onderdaan wordt opgeschort.

        * De aanvraag tot vestiging van de E.G.-onderdaan wordt geweigerd.

        - Beslissing van de burgemeester of zijn gemachtigde.

        - Beslissing van de Minister of zijn gemachtigde.

        - Tweede hypothese : beslissing die getroffen wordt op basis van de eigenlijke verblijfssituatie van het familielid, nadat de E.G.-onderdaan een verblijfskaart bekomen heeft.

        - HOOFDSTUK IV. - Verblijfsvoorwaarden voor de familieleden van een E.G.-student.

        - HOOFDSTUK V. - Verblijfsvoorwaarden voor de familieleden van een Belgische onderdaan.

    3. Personeel toepassingsgebied.

    4. Procedure.

      1. Aanmelding bij het gemeentebestuur.

      2. Ontvankelijkheidsvoorwaarde van de aanvraag tot vestiging : het overmaken van een bewijs aangaande de bloed- of aanverwantschap met de Belgische onderdaan.

      3. Afgifte van een attest van immatriculatie.

      4. Ontvangen van een beslissing...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT