12 JANUARI 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1967 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 augustus 1967;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds.

Art. 2. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 januari 2007.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

P. VANVELTHOVEN

_______

Nota

(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958.

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Koninklijk besluit van 5 augustus 1967, Belgisch Staatsblad van 12 augustus 1967.

Bijlage

Paritair Comité voor het garagebedrijf

Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001

Wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds (Overeenkomst geregistreerd op 4 december 2001 onder het nummer 60019/CO/112)

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder ôwerkliedenö verstaan : de werklieden en werksters.

Art. 2. De statuten van het "Sociaal Fonds voor het garagebedrijf" zijn bijgevoegd in bijlage.

Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

De collectieve arbeidsovereenkomst kan worden opgezegd door één van de ondertekenende partijen mits een opzegging van 6 maanden, betekend bij een ter post aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

Deze opzegging kan slechts ingaan ten vroegste vanaf 1 januari 2003.

Art. 4. De collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 1999 betreffende het "Sociaal Fonds voor het garagebedrijf", geregistreerd onder het nummer 53165/CO/112, wordt opgeheven.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 januari 2007.

De Minister van Werk,

P. VANVELTHOVEN

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds

STATUTEN VAN HET FONDS

HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel, opdrachten en duur

  1. Benaming

    Artikel 1. Er wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1967, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 augustus 1967 (Belgisch Staatsblad van 12 augustus 1967), genaamd "Sociaal Fonds voor het garagebedrijf".

    Met "fonds" wordt verder in deze statuten "Sociaal Fonds voor het garagebedrijf" bedoeld.

  2. Zetel

    Art. 2. De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te Brussel. Hij kan, bij beslissing van het Paritair Comité voor het garagebedrijf, naar elke andere plaats in België worden overgebracht.

  3. Opdrachten

    Art. 3. Het fonds heeft als opdracht :

    3.1. de inning en de invordering van de bijdragen ten laste van de in artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen en te verzekeren;

    3.2. de toekenning en de uitkering van de aanvullende vergoedingen te regelen en te verzekeren;

    3.3. de vakbondsvorming van de werklieden te bevorderen;

    3.4. de vorming en informatie van de werkgevers te stimuleren;

    3.5. jaarlijks tewerkstellingsattesten af te leveren aan de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf;

    3.6. een deel van de werking en sommige initiatieven van de vzw "Educam" te financieren volgens door de raad van bestuur vastgelegde regels;

    3.7. het ten laste nemen van bijzondere bijdragen;

    3.8. de inning van de bijdrage voorzien voor de financiering en inrichting van een sectoraal pensioenstelsel te verzekeren.

  4. Duur

    Art. 4. Het fonds wordt voor onbepaalde tijd opgericht.

    HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

    Art. 5. Deze statuten zijn van toepassing op de werkgevers en de werklieden van de ondernemingen, die ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

    Onder "werklieden" wordt verstaan : de werklieden en werksters.

    HOOFDSTUK III. - Statutaire opdrachten van het fonds

  5. Inning en invordering van de bijdragen

    Art. 6. Het fonds is gelast de inning en de invordering van de bijdragen ten laste van de in artikel 5 bedoelde werkgevers te regelen en te verzekeren.

  6. Toekenning en uitkering van de aanvullende vergoedingen

    2.1. Aanvullende werkloosheidsvergoeding bij tijdelijke werkloosheid

    Art. 7. § 1. De bij artikel 5 bedoelde werklieden hebben recht, ten laste van het fonds, voor elke werkloosheidsuitkering of halve werkloosheidsuitkering erkend door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening en voorzien in artikel 28, 1° of artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (tijdelijke werkloosheid omwille van sluiting van de onderneming wegens jaarlijks verlof of tijdelijke werkloosheid omwille van economische redenen) op de vergoeding voorzien in artikel 7, § 2 van deze statuten, voor zover zij volgende voorwaarden vervullen :

    - werkloosheidsuitkeringen genieten in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering;

    - op het ogenblik van de werkloosheid in dienst van de werkgever zijn.

    § 2. Vanaf 1 juni 2001 wordt het bedrag van de aanvullende werkloosheidsvergoeding vastgesteld op :

    - 7,44 EUR per werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering;

    - 3,72 EUR per halve werkloosheidsuitkering betaald in toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering.

    Art. 8. Vanaf 1 juni 2001 hebben de schoolverlaters, die nog geen recht hebben op...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT