Protocolakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de Belgische deelname aan de Europese gezamenlijke aanbestedingsprocedure tot aanwijzing van een veilingplatform, een overgangsplatform en een veilingtoezichthouder, de 26 avril 2013

HOOFDSTUK 1. - Definities, toepassings-gebied en beginselen

Artikel 1. Voor de toepassing van het protocolakkoord gelden de definities uit het Financieel Reglement, de Uitvoeringsregels, de ETS-richtlijn, de Veilingverordening en het Besluit 2001/844/EG van de Commissie van 29 november 2001 tot wijziging van haar reglement van orde.

Daarnaast zijn de volgende definities van toepassing :

  1. Uitgebreide Interministeriële Conferentie voor het Leefmilieu (UICL) : de permanente leden van de Interministeriële Conferentie Leefmilieu, overeenkomstig het Samenwerkingsakkoord van 5 april 1995 inzake het internationaal milieubeleid, uitgebreid met de Eerste Minister, de gewestelijke ministers-presidenten, de federale minister voor Begroting, de ministers belast met energie, transport, fiscaliteit, ontwikkelingssamenwerking en de gewestelijke ministers van economie;

  2. gezamenlijke aanbestedingsprocedure van de Europese Commissie en de lidstaten : de aanbestedingsprocedure overeenkomstig artikel 125quater, lid 1, van de Uitvoeringsregels;

  3. aanbestedende overheid : een publiekrechtelijke instelling overeenkomstig artikel 1, paragraaf 9, van Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten;

  4. resulterend contract : ofwel een overheidsopdracht of een raamcontract als bedoeld in artikel 88 van het Financieel Reglement en artikelen 116 en 117 van de uitvoeringsvoorschriften, dat resulteert uit een krachtens deze overeenkomst gevoerde gezamenlijke aanbestedingsprocedure en door de contractant en de Europese Commissie, voor eigen rekening en namens de lidstaten is ondertekend;

  5. veilingplatform : een platform overeenkomstig artikel 26, paragraaf 1, 27 en 29 van de Veilingverordening;

  6. overgangsplatform : een platform overeenkomstig artikelen 26, paragraaf 2, en 28 van de Veilingverordening;

  7. veilingtoezichthouder : een toezichthouder overeenkomstig artikelen 24 en 25 van de Veilingverordening;

  8. gezamenlijke aanbestedings-overeenkomst : een publiekrechtelijk akkoord afgesloten tussen de Europese Commissie en de lidstaten teneinde de praktische regels vast te leggen voor de gezamenlijke aanbestedingsprocedures overeenkomstig artikel 125quater, lid 3, van de Uitvoeringsregels. De akkoorden zijn eveneens van toepassing op de aanverwante materies zoals het beheer van de contracten voortvloeiend uit de overheidsopdrachten, het voeren van rechtsvorderingen in het kader van de gezamenlijke aanbestedingsovereenkomst of de contracten voortvloeiend uit de overheidsopdrachten, het niet nakomen van de verplichtingen voorzien in de gezamenlijke aanbestedingsovereenkomsten, en de minnelijke schikking als er geen overeenstemming wordt bereikt tussen de contracterende partijen. De akkoorden zijn onderworpen aan het recht van de Unie, hun materiële toepassingsgebied valt onder het toepassingsgebied van de Verdragen;

  9. subwerkgroep : de subwerkgroep " implementatie Veilingverordening " die overeenkomstig de beslissing van de Nationale Klimaat Commissie van 22 maart 2011 is opgericht;

  10. contracterende partijen : de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

    Art. 2. Dit protocolakkoord heeft betrekking op de praktische modaliteiten nodig voor :

  11. de deelname van België aan de gezamenlijke aanbestedingsprocedures tussen de Europese Commissie en de lidstaten voor het aanstellen van een gezamenlijk veilingplatform, met inbegrip van een overgangsplatform en een veilingtoezichthouder;

  12. de opvolging van de uitvoering van de resulterende contracten voor België.

    Art. 3. De Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu vertegenwoordigt de Belgische staat als aanbestedende overheid in de gezamenlijke aanbestedingsprocedures tussen de lidstaten en de Europese Commissie. De aanbestedende overheid is door de contracterende Partijen gemandateerd voor de ondertekening van de gezamenlijke aanbestedingsovereenkomsten.

    Art. 4. Nadat de aanbestedende overheid de gezamenlijke aanbestedingsovereenkomsten heeft ondertekend, zijn alle contracterende partijen er door gebonden.

    HOOFDSTUK 2. - Rol en taken van de subwerkgroep

    Art. 5. De subwerkgroep is belast met het toezicht op en de coördinatie van de opvolging van de gezamenlijke aanbestedingsprocedures en de opvolging van de uitvoering van de resulterende contracten.

    Daartoe vervult de subwerkgroep de volgende taken :

  13. het rapporteren aan de Nationale Klimaatcommissie over de stand van zaken van de gezamenlijke aanbestedingsprocedures of het beheer van de contracten;

  14. het informeren van de Nationale Klimaatcommissie inzake de officiële mededelingen in het kader van de gezamenlijke aanbestedingsprocedures en van de opvolging van de contracten, binnen de aangegeven...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT