Koninklijk besluit tot vaststelling van de veiligheidsvoorschriften met betrekking tot de infrastructuur van de museumspoorlijnen, de 8 mai 2014

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. § 1. De veiligheidsvoorschriften betreffende de museumspoorlijninfrastructuur worden vastgesteld in het dossier van de uitbatingsmachtiging, op basis van een technische inspectie, hierna bepaald in Hoofdstuk 2, door een expert infrastructuur.

§ 2. Na de aflevering van de uitbatingsmachtiging, zijn de veiligheidsvoorschriften betreffende de museumspoorlijninfrastructuur voorwerp van periodieke, technische inspecties, hierna bepaald in Hoofdstuk 2, door een expert infrastructuur.

§ 3. Een vergoeding voor de technische inspecties infrastructuur, bedoeld in de eerste en tweede paragraaf, is verschuldigd aan de expert infrastructuur als deelname in de kosten van het onderzoek. Deze vergoeding wordt berekend per geleverde dagprestatie en per gedeeltelijke dagprestatie voor de gevraagde dienst.

De vergoeding voor een dagprestatie bedraagt 750 Euro, BTW inbegrepen en wordt gekoppeld aan de index.

Elk jaar op 1 januari, wordt de retributie bedoeld in het voorafgaande lid aangepast aan de gezondheidsindex volgens de volgende formule : het basisbedrag, vermenigvuldigd met de nieuwe index en gedeeld door de oorspronkelijke index.

De nieuwe index is de gezondheidsindex van de maand november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het bedrag overeenkomstig het voorafgaande lid zal worden aangepast.

De oorspronkelijke index is de gezondheidsindex van november 2009.

Het bekomen resultaat wordt afgerond naar de hogere euro indien het deel in decimalen groter of gelijk is aan vijftig cent. De afronding gebeurt naar de lagere euro indien dit deel kleiner is dan vijftig cent.

Art. 2. De veiligheidsvoorschriften betreffende de museumspoorlijninfrastructuur omvatten minstens de volgende elementen :

  1. de geometrische maten en de veiligheidstoleranties van het spoor in verhouding tot het materieel, voor volgende parameters :

    1. de minimale en maximale spoorbreedte;

    2. de maximale scheluwte;

    3. de beschermingsmaten van het puntstuk en van het kruisstuk van de spoortoestellen;

  2. de periodiciteit van de technische inspecties van het spoor, die minstens om de twee jaar plaatsvinden;

  3. de periodiciteit van de technische inspecties van de kunstwerken, die minstens om de zes jaar plaatsvinden;

  4. de onderhoudsperiodiciteiten van het spoor en van de spoortoestellen;

  5. de lijst van de minimale onderhoudswerken en periodieke testen van de overweginstallaties, met inbegrip van hun bedienings- en veiligheidsinrichtingen;

  6. de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT