3 FEBRUARI 2000. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere veiligheidsvoorschriften inzake feestvuurwerk bestemd voor particulieren

De Minister van Economie,

Gelet op de wet van 28 mei 1956 betreffende ontplofbare en voor de deflagratie vatbare stoffen en mengsels en daarmede geladen tuigen, inzonderheid op artikel 1, eerste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 februari 2000, inzonderheid op de artikelen 2 tot 4;

Gelet op de lijst gevoegd bij het ministerieel besluit van 3 november 1958 houdende ambtelijke erkenning en indeling van de springstoffen, inzonderheid op de randnummers C-1 tot C-24 die de bepalingen betreffende het vuurwerk omvatten;

Gelet op het advies van de Europese Commissie;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de omstandigheid dat het gebruik van bepaalde van deze producten voor de consument een ernstig gevaar kan inhouden en het bijgevolg van belang is dat het vuurwerk in verschillende groepen gerangschikt wordt, naar gelang de bestemming en de risicograad ervan, en dat de veiligheidskenmerken van het vuurwerk dat aan particulieren mag verkocht worden, zo spoedig mogelijk bekend gemaakt worden;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 25 november 1999 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State,

Besluit :

Artikel 1. Feestvuurwerk, met andere woorden klein vuurwerk dat aan particulieren mag verkocht worden, mag omvatten :

  1. elementair vermaakvuurwerk, met andere woorden voorwerpen die niet bestemd zijn om gesplitst te worden, bestaande uit één of meerdere pyrotechnische samenstellingen die licht-, rook- en/of geluidseffecten kunnen geven met het oog op vermakelijkheden, en eventueel een voortdrijvende of uitdrijvende werking met pyrotechnisch of elektrisch toebehoren om deze samenstellingen aan te steken, zoals lonten of elektrische ontvlammingsmiddelen;

  2. vuurwerkstukken, met andere woorden meerdere elementaire vuurwerktuigen aan elkaar verbonden door pyrotechnische of elektrische hulpstukken.

    Art. 2. Wordt beschouwd als feestvuurwerk, het hierna vermelde elementair vuurwerk dat opgenomen is in de lijst van de erkende springstoffen :

    C-6. Kamervuurwerk (bijvoorbeeld Bosco-cilinders, confettibommen, cotillonvruchten,...), die ten hoogste 1 g (één gram) springstof per voorwerp mogen bevatten;

    C-7. Knalbonbons, bloemenkaarten, blaadjes collodiumpapier die ten hoogste 1 g (één gram) springstof per voorwerp mogen bevatten;

    C-8. Knalerwten, knalgranaten en andere soortgelijke pyrotechnische artikelen die ofwel zilverfulminaat tot ten hoogste 2,5 g (tweeënhalve gram) per duizend voorwerpen, ofwel een fulminaatvrije ontplofbare samenstelling van ten hoogste 20 g (twintig gram) per duizend voorwerpen bevatten;

    C-9. De knalstenen die, per voorwerp, aan de oppervlakte voorzien zijn van ten hoogste 3 g (drie gram) springstof, met uitzondering van fulminaat;

    C-10. Pyrotechnische lucifers (bijvoorbeeld Bengaalse lucifers, goudenregenlucifers, bloemen-regenlucifers,...) met maximum 2,5 g (tweeënhalve gram) lichtsas per voorwerp;

    C-11. Wonderkaarsen zonder ontstekingskop en soortgelijk vuurwerk met maximum 20 g (twintig gram) lichtsas per voorwerp;

    C-12. Klappertjes voor kinderspeelgoed (amorces), knalstroken (amorcestroken) en knalringen (amorceringen) : duizend klappertjes mogen ten hoogste 7,5 g (zevenenhalve gram) knalsas met uitzondering van fulminaat bevatten. Stroken bevatten ten hoogste honderd klappertjes met elk ten hoogste 5 mg (vijf milligram) knalsas of vijftig klappertjes met elk 7,5 mg (zevenenhalve milligram) knalsas;

    C-13. Knalkurken met een knalsas op basis van fosfor en chloraat, of geperst in kartonnen dopjes met een lading van fulminaat of een dergelijke knalsas : duizend knalkurken mogen ten hoogste 60 g (zestig gram) chloraatknalsas of ten hoogste 10 g (tien gram) fulminaat of samenstelling op basis van fulminaat bevatten;

    C-14. Knalschijven met een knalsas op basis van fosfor en chloraat : duizend knalschijven mogen ten hoogste 45 g (vijfenveertig gram) knalsas bevatten;

    C-15. Kartonnen slaghoedjes (lilliput munitie) met een knalsas op basis van fosfor en chloraat of uit fulminaat of soortgelijke samenstelling : duizend slaghoedjes mogen ten hoogste 25 g (vijfentwintig gram) knalsas bevatten;

    C-16. Voetklappers (kartonnen slaghoedjes) met een afgedekte knalsas, op basis van fosfor en chloraat : duizend slaghoedjes mogen ten hoogste 30 g (dertig gram) knalsas bevatten;

    C-17. Knalplaten die niet meer wegen dan 2,5 g (tweeënhalve gram) en martinica's (zogenaamd Spaans vuurwerk) die niet meer wegen dan 0,1 g (één decigram) per voorwerp;

    C-18. Vuurpijlen en vuur- of zwermpotten die een sterke knal veroorzaken (en daarom ingedeeld zijn bij ontploffend vuurwerk) waarvan de individuele globale lading pyrotechnische sas niet meer dan 50 g (vijftig gram) weegt, en waarvan de totale ontploffende lading die het geluid veroorzaakt, beperkt is tot 15 g (vijftien gram); de individuele ladingen mogen evenwel de limieten vermeld in het randnummer C-20 niet overschrijden;

    C-19. Vuurpijlen, Romeinse kaarsen, fonteinen en soortgelijk elementair vuurwerk, die geen sterke knal voortbrengen en waarvan de individuele lading pyrotechnische sas niet meer bedraagt dan :

    - 75 g (vijfenzeventig gram) voor de vuurpijlen, met inbegrip van de voortdrijvende lading;

    - 75 g (vijfenzeventig gram) voor de Romeinse kaarsen;

    - 100 g (honderd gram) voor de fonteinen en soortgelijk vuurwerk;

    - 5 g (vijf gram) voor kleine tuigen die zich over de grond of in de lucht bewegen (bijvoorbeeld bijen, schotels, slangetjes, wagentjes,...);

    C-20. Geweerklappers (petarden) voorzien van lonten, evenals soortgelijke tuigen die een sterke knal voortbrengen (en daarom ingedeeld zijn bij ontploffend vuurwerk) waarvan de individuele lading niet meer bedraagt dan 2 g (twee gram) pyrotechnische sas, en die een geluid voortbrengen dat, gemeten op een hoogte van 1m 50 en op 2 m afstand van het tuig dat zelf op 0,20 m boven een weerkaatsende bodem hangt, niet hoger is dan 153 dBLin (piek);

    C-21. Vulkanen en staartsterren (ingedeeld bij ontploffend vuurwerk) waarvan de individuele lading niet meer bedraagt dan 30 g (dertig gram) pyrotechnische sas, de ontploffende lading beperkt zoals vermeld in het randnummer C-18 inbegrepen.

    Gouden en zilveren regen waarvan de individuele lading niet meer bedraagt dan 7 g (zeven gram) samenstelling zonder knalsas;

    C-22. Licht- en/of rookgevend Bengaals vuurwerk, Bengaalse fakkels en soortgelijk vuurwerk, waarvan de individuele lading pyrotechnische sas niet meer dan 100 g (honderd gram) bedraagt; Bengaals vuurwerk bestemd voor lichtgevende of rookverwekkende theatrale effecten mag 500 g (vijfhonderd gram) pyrotechnische sas bevatten indien de verbrandingstijd groter is dan 60 seconden voor 100 g (honderd gram) lading.

    Art. 3. Worden beschouwd als feestvuurwerk, de hierna vermelde vuurwerkstukken die opgenomen zijn in de lijst van de erkende springstoffen en samengesteld zijn uit meerdere elementaire vuurwerktuigen die voldoen aan de in artikel 2 bepaalde vereisten :

    C-18. Batterijen van vuur- of zwermpotten en gemengde batterijen (mozaïeken) met licht- en geluidgevend effect met een sterke knal, waarvan de globale lading pyrotechnische sas niet meer bedraagt dan 150 g (honderdvijftig gram) per voorwerp, en de ontploffende lading die het geluid voortbrengt niet meer weegt dan 50 g (vijftig gram);

    C-19. Vuurwielen en soortgelijk vuurwerk (bijvoorbeeld batterijen van Romeinse kaarsen, fonteinen,...) die geen sterke knal voortbrengen en waarvan de lading pyrotechnische sas per voorwerp niet meer mag wegen dan :

    - 75 g (vijfenzeventig gram) voor de wielen;

    - 250 g (tweehonderdvijftig gram) voor de batterijen;

    C-20. Liniaaltjes en rolletjes samengesteld uit meerdere petarden aan elkaar verbonden door hun lonten waarvan de totale lading niet meer bedraagt dan 100 g (honderd gram) pyrotechnische sas en het geluidseffect niet meer dan 163 dBLin (piek) bedraagt;

    C-21. Voetzoekers en zevenklappers (ingedeeld bij ontploffend vuurwerk) die ten hoogste 1 000 g (duizend gram) gekorreld zwart buskruit per gros (twaalf dozijn) bevatten.

    Art. 4. Het voornaamste deel van het feestvuurwerk vermeld in de randnummers C-20 en C-21 bestaat uit lichtgelijmd opgerold papier of uit karton, met uitsluiting van alle andere materialen. De openingen worden dichtgemaakt met papier, met karton of met fijn gezifte potgrond, met uitsluiting van elke andere dichting.

    Art. 5. De ontstekingslonten voor feestvuurwerk moeten degelijk bevestigd zijn en een vertraging van 3 tot 6 seconden vertonen. Ze mogen worden vervangen door een wrijvingsinrichting met dezelfde vertraging.

    Art. 6. De dienst der springstoffen is belast met het afleveren van een certificaat van indeling in groep b, feestvuurwerk. Op kosten van de aanvrager, voert hij op representatieve stalen van het product onderzoeken en proeven uit die hij noodzakelijk acht voor de naleving van de bepalingen van de artikelen 2 tot 5 hierboven of laat hij deze uitvoeren.

    In voorkomend geval houdt deze dienst rekening met de resultaten van onderzoeken en proeven die gelijkwaardige waarborgen bieden en die reeds uitgevoerd werden in een Lidstaat van de Europese Economische Gemeenschap door instellingen of laboratoria die de nodige technische, professionele en onafhankelijkheidswaarborgen bieden.

    Het getuigschrift vermeldt de naam van de titularis.

    Art. 7. De indelingsaanvraag wordt ingediend bij de dienst der springstoffen samen met een dossier dat onder meer moet bevatten :

  3. de benaming en de commerciële refertes van het vuurwerk;

  4. de beschrijving van het vuurwerk en van zijn effecten en zijn generieke benaming;

  5. een technische fiche conform het in bijlage I bijgevoegd model, met aanduiding van de chemische samenstellingen en van het gewicht van de verschillende erin vervatte pyrotechnische sas, alsook van de toegestane...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT