5 JULI 2006. - Koninklijk besluit betreffende de aanwijzing en de beroepsbekwaamheid van veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 mei 1956 betreffende ontplofbare en voor de deflagratie vatbare stoffen en mengsels en de daarmede geladen tuigen inzonderheid op artikel 1, eerste lid;

Gelet op de wet van 18 februari 1969 betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over de weg, de spoorweg of de waterweg, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 21 juni 1985 en 28 juli 1987 en op artikel 3 zoals gewijzigd bij de wet van 3 mei 1999;

Gelet op de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle inzonderheid op artikel 3, gewijzigd bij de wet van 2 april 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 juli 1999 betreffende de aanwijzing en de beroepsbekwaamheid van veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren;

Gelet op de omstandigheid dat de Gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 31 januari 2005;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 39.747/4 gegeven op 13.02.2006 met toepassing van artikel 84, § 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, van Onze Minister van Economie, van Onze Minister van Mobiliteit en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Dit besluit zet de Richtlijn 96/35/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 juni 1996 betreffende de aanwijzing en de beroepsbekwaamheid van veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren en de Richtlijn 2000/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 april 2000 betreffende de minimumeisen voor het examen voor veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren om in Belgisch recht.

Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. « ADR » : het Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg en zijn bijlagen, ondertekend op 30 september 1957 en goedgekeurd door de wet van 10 augustus 1960;

  2. « COTIF » : het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer, goedgekeurd bij de wet van 25 april 1983, met inbegrip van zijn latere wijzigingen;

  3. « RID » : het reglement betreffende het internationale spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen, dat als bijlage I is opgenomen in Aanhangsel B van het COTIF;

  4. « ADNR » : het reglement dat de voorwaarden vastlegt waaronder gevaarlijke goederen over de Rijn mogen worden vervoerd, aangenomen door de Centrale Commissie voor de Rijnvaart met Besluiten 2001-II-27 en 2002-I-37, met inbegrip van zijn latere wijzigingen;

  5. « gevaarlijke goederen » : de goederen die als gevaarlijke goederen gedefinieerd worden in afdeling 1.2.1 van bijlage A bij het ADR en deel 2 van het RID;

  6. « klassen » : de klassen van gevaarlijke goederen opgesomd in onderafdeling 2.1.1.1 van bijlage A bij het ADR;

  7. « UN-nummers » : de nummers die een gevaarlijk goed of een groep van gevaarlijke goederen identificeren zoals vastgelegd in deel 3 van de « Recommendations on the Transport of Dangerous Goods - Model Regulations », gepubliceerd door de Verenigde Naties, in zijn meest recente uitgave;

  8. « onderneming » : elke natuurlijke persoon, elke rechtspersoon met of zonder winstoogmerk, elke vereniging of groepering van personen zonder rechtspersoonlijkheid en met of zonder winstoogmerk, alsmede elk onder de overheid ressorterend lichaam, ongeacht of het een eigen rechtspersoonlijkheid bezit of afhankelijk is van een overheid met rechtspersoonlijkheid, die gevaarlijke goederen vervoert, laadt of lost;

  9. « eindbestemming » : een onderneming waar transporten van gevaarlijke goederen toekomen die onder het toepassingsgebied van dit besluit vallen, maar van waaruit geen dergelijke transporten vertrekken;

  10. « veiligheidsadviseur » : elke persoon die door de bedrijfsleider wordt aangewezen om de in artikelen 5 en 6 bedoelde taken en functies te vervullen, en die in het bezit is van het in artikel 7 bedoeld scholingscertificaat;

  11. « bevoegde overheid » :

    - wanneer het gaat om de gevaarlijke goederen van klasse 1, de Minister tot wiens bevoegdheid de Economie behoort;

    - wanneer het gaat om gevaarlijke goederen van klasse 7, de Minister van Binnenlandse Zaken voor wat betreft artikel 37 en het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle opgericht door de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle in de andere gevallen;

    - wanneer het gaat om de gevaarlijke goederen van de andere klassen, de Minister tot wiens bevoegdheid het vervoer behoort.

  12. « gemachtigde » :

    - van de Minister tot wiens bevoegdheid het vervoer behoort :

    - wanneer het gaat over de zaken die specifiek zijn voor het vervoer over de binnenwateren, de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Maritiem Vervoer;

    - wanneer het gaat over de zaken die specifiek zijn voor het vervoer per spoor, de zaken die specifiek zijn voor het vervoer over de weg en de zaken die gemeenschappelijk zijn voor meer dan één vervoerswijze, de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Vervoer te Land;

    - van de Minister tot wiens bevoegdheid de Dienst der Springstoffen behoort : het hoofd van de Dienst der Springstoffen van de federale overheidsdienst die het vervoer van gevaarlijke goederen van klasse 1 onder zijn bevoegdheid heeft;

    - van de Minister van Binnenlandse Zaken : het departementshoofd regelgeving en vergunningen van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle.

    Art. 3. § 1. Dit besluit is van toepassing op ondernemingen die :

  13. gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren vervoeren;

  14. de laad-, los-, vul- of verpakkingswerkzaamheden verrichten die met het in 1° vermeld vervoer samenhangen, met inbegrip van de overslag van de weg, het spoor of de binnenwateren naar een andere vervoerswijze of vice-versa.

    § 2. Dit besluit is niet van toepassing op de ondernemingen wier in § 1 omschreven activiteiten zich beperken tot :

  15. vervoer uitgevoerd met vervoermiddelen die eigendom zijn of onder de verantwoordelijkheid vallen van de strijdkrachten;

  16. vervoer van gevaarlijke goederen waarvoor het ADR, het RID of het ADNR in een vrijstelling volgens afdeling 1.1.3 of hoofdstuk 3.4 voorziet;

  17. vervoer van de diagnostische monsters van UN-nummer 3373 die verpakt zijn overeenkomstig verpakkingsinstructie P650 van onderafdeling 4.1.4.1 van het ADR, het RID of het ADNR;

  18. lossen van gevaarlijke goederen op hun eindbestemming;

  19. het binnenlands vervoer, of met dat vervoer samenhangende laad-, los-, vul- of verpakkingswerkzaamheden van minder dan vijftig ton netto gevaarlijke goederen per kalenderjaar, wanneer enkel gevaarlijke goederen behandeld worden die ingedeeld zijn bij de letters A, O of F van klasse 2 of bij verpakkingsgroepen II of III van klassen 3, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 6.1, 8 en 9.

    Art. 4. Elke onderneming waarop dit besluit van toepassing is, moet over één of meerdere veiligheidsadviseurs beschikken.

    HOOFDSTUK II. - Aanwijzing en taken van de veiligheidsadviseur

    Art. 5. § 1. De veiligheidsadviseur heeft onder de verantwoordelijkheid van de bedrijfsleider in de eerste plaats tot taak om er, binnen de grenzen van de activiteiten van de onderneming, met alle mogelijke middelen en maatregelen voor te zorgen dat deze activiteiten gemakkelijker met inachtneming van de toepasselijke regelgeving en onder optimale veiligheidsvoorwaarden kunnen plaatsvinden. Zijn aan de activiteiten van de onderneming aangepaste taken worden omschreven in bijlage I bij dit besluit.

    § 2. De functie van veiligheidsadviseur mag ook door de bedrijfsleider, door een persoon die binnen de onderneming andere taken vervult of door een persoon die niet tot de onderneming behoort, worden uitgeoefend op voorwaarde dat de betrokkene zijn taken als adviseur daadwerkelijk kan vervullen.

    § 3. Voor de ondernemingen, andere dan de overheidsbedrijven waarvan het personeel onder een statuut valt, moet een arbeidsovereenkomst of een contract voor huur van diensten de onderneming en haar adviseur binden, behoudens wanneer de adviseur de bedrijfsleider is.

    § 4. Wanneer een veiligheidsadviseur bij een onderneming in functie treedt, deelt die onderneming zonder uitstel aan de gemachtigde van de bevoegde overheid het volgende mee :

  20. de naam, de voornamen, de nationaliteit, het adres en de geboortedatum van de veiligheidsadviseur;

  21. de plaats of plaatsen waar hij zijn activiteit in dienst van de onderneming uitoefent;

  22. de aard van zijn juridische band met de onderneming;

  23. een kopie van het scholingscertificaat indien dit in een andere Lidstaat van de Europese Unie of in een andere Verdragspartij bij het ADR of RID werd afgeleverd.

    § 5. Wanneer een veiligheidsadviseur bij een onderneming zijn functie niet langer uitoefent, deelt die onderneming dit zonder uitstel aan de gemachtigde van de bevoegde overheid.

    Art. 6. § 1. Wanneer zich tijdens het vervoer of tijdens de laad-, los-, vul- of verpakkingswerkzaamheden een ongeval heeft voorgedaan dat personen in gevaar heeft gebracht of schade heeft veroorzaakt aan bezittingen of aan het milieu, stelt de betrokken veiligheidsadviseur, na alle ter zake dienende inlichtingen te hebben ingewonnen, een voor de bedrijfsleiding bestemd ongevallenrapport op.

    Indien bij dit ongeval goederen van klasse 7 betrokken zijn, wordt een exemplaar van het ongevallenrapport overgemaakt aan het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT