17 FEBRUARI 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 tot vaststelling van het statuut van de gewestelijke ontvangers

De Vlaamse Regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 6, § 1, VIII, vervangen bij de bijzondere wet van 13 juli 2001 en gewijzigd bij de bijzondere wetten van 25 april 2004 en 13 september 2004 en artikel 20, zoals gewijzigd bij de bijzondere wet van 30 juli 1993;

Gelet op de Nieuwe Gemeentewet, in het bijzonder op artikelen 52 tot 70;

Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, in het bijzonder op artikel 76, § 2.

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 tot vaststelling van het statuut van de gewestelijke ontvangers;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 oktober 2005;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 oktober 2005;

Gelet op protocol nr. 226.727 van 10 november 2005 van het sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 12 december 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister voor Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. Artikel 37 van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 tot vaststelling van het statuut van de gewestelijke ontvangers wordt vervangen door wat volgt :

Art. 37. De volgende tuchtstraffen kunnen worden uitgesproken :

1° blaam;

2° inhouding van salaris;

3° tuchtschorsing;

4° ontslag van ambtswege;

5° afzetting.

Art. 2. Aan artikel 69 van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd : « of ontslag van ambtswege ».

Art. 3. Aan artikel 82 van hetzelfde besluit wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt :

§ 3. De gewestelijke ontvanger die voor Kerstmis zijn ambt neerlegt ingevolge pensionering krijgt vervangende vakantiedagen, gelijk aan het aantal feestdagen dat samenvalt met een zaterdag of zondag tijdens het gedeelte van het jaar dat aan de pensionering voorafgaat.

Art. 4. In artikel 84 van hetzelfde besluit worden het tweede tot en met het vijfde lid opgeheven.

Art. 5. In artikel 85 van hetzelfde besluit worden de woorden « bij een eenling, en niet meer dan zeventien weken bij een meerling » vervangen door de woorden « bij één kind, en niet meer dan negentien weken bij een meerling, tenzij de bevalling plaatsvindt na de vermoedelijke bevallingsdatum. »

Art. 6. Artikel 86 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 7. In artikel 91 van hetzelfde besluit worden de woorden « bevoegd voor de ambtenarenzaken » telkens vervangen door de woorden « bevoegd voor het algemeen beleid inzake personeel en organisatieontwikkeling. »

Art. 8. In artikel 92 van hetzelfde besluit wordt het getal « 92 » vervangen door het getal « 91 ».

Art. 9. In artikel 93, § 2, van hetzelfde besluit wordt het getal « 93 » vervangen door « 92 en 128 ».

Art. 10. In artikel 94 van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT