30 JUNI 2008. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor het arbeidshof te Gent

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op de artikelen 103 tot 106, 107 tot 109, 111 en 112;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 2001 betreffende de instelling van afdelingen in de arbeidshoven, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken, gewijzigd bij koninklijk besluit van 15 oktober 2001 en bij koninklijk besluit van 3 augustus 2007;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 augustus 1985 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor het arbeidshof te Gent, gewijzigd bij koninklijk besluit van 5 februari 1986;

Gelet op het advies van de eerste voorzitter van het hof van beroep te Gent, van de eerste voorzitter van het arbeidshof te Gent, van de procureur-generaal bij het hof van beroep te Gent, van de hoofdgriffier van het arbeidshof te Gent en van de stafhouders van de balies van het rechtsgebied van het hof van beroep te Gent;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Het arbeidshof te Gent bestaat uit twee afdelingen, Gent en Brugge, elk ingedeeld in negen kamers. Deze kamers nemen in elke afdeling kennis van het hoger beroep tegen de vonnissen gewezen door de arbeidsrechtbanken en tegen de beslissingen gewezen door de voorzitters van de arbeidsrechtbanken in de hierna vermelde aangelegenheden :

1) de eerste kamer, de geschillen genoemd in de artikelen 412, § 2 (inzake tucht) en 579 van het Gerechtelijk Wetboek, en, met ingang van een door de Koning te bepalen datum en uiterlijk op 1 januari 2009, de geschillen genoemd in HOOFDSTUK III van de wet van 15 mei 2007 met betrekking tot de regeling van de geschillen in het kader van de wet van 15 mei 2007 betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg;

2) de tweede, de derde en de achtste kamer, de geschillen genoemd in de artikelen 578 (uitgezonderd artikel 578, 14°), 582, 3°, 4°, 6° en 8° en 1724 van het Gerechtelijk Wetboek en, naar dienstbehoeften, de tweede kamer in de afdeling Gent en de derde kamer in de afdeling Brugge, de geschillen in aangelegenheden van artikel 580 van het Gerechtelijk Wetboek;

3) de vierde kamer, de geschillen genoemd in de artikelen 581 en 583 (voor de toepassing op zelfstandigen) van het Gerechtelijk Wetboek en de geschillen genoemd in TITEL XIII - Aard van de arbeidsrelaties - van de programmawet (I) van 27 december 2006;

4) de vijfde en de zesde kamer, de geschillen genoemd in de artikelen 580, 582, 5° en 7° en 583 (uitgezonderd voor de toepassing op zelfstandigen) van het Gerechtelijk Wetboek, en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT