20 DECEMBER 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013

VERSLAG AAN DE VLAAMSE REGERING

  1. ALGEMENE TOELICHTING

    De gefaseerde uitbreiding van de regionale fiscale bevoegdheden heeft ertoe geleid dat het Vlaamse landschap inzake fiscale regelgeving een amalgaam van naast mekaar bestaande teksten is geworden. Naast de zogenaamde oneigenlijke gewestbelastingen, zoals opgesomd in artikel 3 van de Bijzonder Financieringswet van 16 januari 1989 (waarvan de meest gekende de onroerende voorheffing, de registratie- en successierechten en de groep van verkeersbelastingen zijn), heeft de decreetgever immers ook van zijn autonome fiscale bevoegdheden (artikel 170, § 2, van de Grondwet) gebruik gemaakt om eigen belastingen of heffingen in te voeren. De meest gekende hiervan zijn de belasting op de afvalstoffen, de belasting ter bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, de heffing op leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten en de heffing ter bestrijding van de verkrotting van gebouwen en woningen.

    En hoewel elke belasting zijn eigen finaliteit en toepassingsgebied heeft, kan niet ontkend worden dat in steeds meer regelgevende teksten moet gezocht worden om iemands "Vlaamse fiscale positie" te kennen. En als men die al in kaart heeft kunnen brengen, moet men vaststellen dat die diverse belastingen dan nog eens volgens een gelijkaardige, maar net niet of zelfs helemaal niet gelijklopende procedure worden geïnd.

    De roep naar transparantie, eenvormigheid en vereenvoudiging van de Vlaamse fiscale regelgeving is met de loop der jaren dan ook groter geworden.

    De Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 (VCF) heeft invulling gegeven aan deze nood en verwachtingen. De VCF kan evenwel maar volledig uitwerking krijgen door een besluit van de Vlaamse Regering dat verdere uitvoering geeft aan de uitgangspunten zoals opgenomen in die VCF.

    Het voorliggend ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 (kortweg BVCF) is hiertoe de aanzet. Samen met de VCF zelf, geeft dit besluit uitvoering aan punt 2.1.3. van de beleidsnota Financiën en Begroting 2009-2014, en aan de beleidsbrief Financiën en Begroting 2012-2013 (p. 32 en p. 34).

    De overwegingen om tot een gemaakte regelgeving te komen, werden reeds uitvoerig besproken bij de goedkeuring van het ontwerp van decreet houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit. Deze blijven onverminderd gelden op het niveau van het uitvoeringsbesluit.

    Het BVCF zal in een eerste fase, net zoals de VCF, van toepassing zijn voor volgende door de Vlaamse Belastingdienst op dit ogenblik geïnde belastingen :

    - De onroerende voorheffing;

    - De (jaarlijkse) verkeersbelasting (zogeheten geautomatiseerde en niet-geautomatiseerde voertuigen);

    - De belasting op de inverkeerstelling (BIV);

    - Het eurovignet;

    - De verkrottingsheffing woningen en gebouwen;

    - De leegstandsheffing bedrijfsruimten.

    In overeenstemming met de benadering inzake de VCF, maken de uitvoeringsbepalingen van de planbatenheffing geen deel uit van het BVCF. Met het oog op de cohesie tussen de rechtsregels omtrent de planschade enerzijds en de planbatenheffing anderzijds, werd er namelijk voor geopteerd om de fiscale bepalingen inzake de planbatenheffing in de VCRO te laten.

    In een later stadium kan het BVCF uitgebreid worden met de regelgeving inzake successie- en registratierechten, en inzake de milieu gerelateerde belastingen. Het is zelfs aan te bevelen deze regelgeving in dezelfde teksten te verwerken. Om hierop te anticiperen werd in de voorliggende ontwerptekst ook niet gesproken van een welbepaalde dienst (zoals bijvoorbeeld de Vlaamse Belastingdienst), maar werd de tekst generiek gemaakt, en wordt er gesproken van de "bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie", gezien deze telkens via het instrumentarium van "Beter Bestuurlijk Beleid" eenduidig worden aangeduid in andere regelgeving.

    Het voorliggend ontwerp voorziet de codificatie en opheffing van volgende regelgevingen, van toepassing binnen het Vlaamse Gewest (chronologisch gerangschikt) :

    - het koninklijk besluit van 8 juli 1970 houdende de algemene verordening betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen;

    - het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing op de onroerende voorheffing voor wat betreft het Vlaamse Gewest;

    - het koninklijk besluit van 9 januari 1995 ter uitvoering van de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een Eurovignet, overeenkomstig Richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993;

    - het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van verkrotting van gebouwen en/of woningen;

    - het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juli 1997 tot uitvoering van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

    - het koninklijk besluit van 19 december 2001 ter uitvoering van de artikelen 8, 12 en 13, van de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een eurovignet, overeenkomstig Richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993;

    - het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003 tot regeling van de modaliteiten waaronder de in artikel 253, eerste lid, 7° en 8°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde vrijstellingen van de onroerende voorheffing worden aangevraagd;

    - het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2010 tot oprichting van een Vlaamse controle-instantie voor de naleving van de wetten op de verkeersbelastingen en houdende wijziging van diverse bepalingen;

    - de artikelen van hoofdstuk I van het ministerieel besluit van 17 juli 1970 tot uitvoering van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen;

    - het ministerieel besluit van 9 januari 1995 ter uitvoering van de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een Eurovignet, overeenkomstig Richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993.

    In de aanhef wordt de verwijzing naar artikel 5 van de bijzondere financieringswet geschrapt aangezien deze volgens de Raad van State geen rechtsgrond biedt voor de bepalingen van het ontwerp.

    Het voorliggend ontwerp van besluit is opgedeeld in 7 titels, en behoudt zo de structuur van de VCF zelf, zodat ook snel het geheel van de van toepassing zijnde rechtsregels kan teruggevonden worden.

    Titel 1 bevat inleidende bepalingen.

    Titel 2 bevat de materieelrechtelijke bepalingen, op uitvoeringsniveau uiteraard.

    Titel 3 bevat de procedurebepalingen, ook hier op het niveau van de uitvoerende macht.

    Net zoals op decretaal niveau en om tot een uniforme procedure te komen werd in de voorbereiding van voorliggend ontwerp van besluit gewerkt volgens een vast stramien : per item werd nagegaan welke bepalingen relevant waren, welke bepalingen dienden gemoderniseerd te worden, welke bepalingen gelijkaardig waren bij de diverse belastingen (maar anders geformuleerd) en welke bepalingen echt verschillen opleverden. Vervolgens werd onderzocht of die verschillen konden worden weggewerkt of eigen waren aan de aard van de belasting. Dit heeft er uiteindelijk toe geleid dat voor heel wat bepalingen een uniforme tekst kan worden voorgesteld.

    Door de gebruikte techniek, en voor het verdere goed begrip van de lezer, zal in de artikelsgewijze toelichting gewerkt worden met diverse toelichtingsmethoden :

    - betreft het een nieuw artikel, dan wordt een omstandige toelichting gegeven;

    - betreft het de letterlijke overname van een bestaand artikel, dan wordt dit zo vermeld, evenwel zonder dat het huidige artikel geciteerd wordt;

    - is het artikel uit het BVCF gebaseerd op één of meerdere bestaande artikelen, maar worden er enkel tekstuele aanpassingen doorgevoerd in het licht van de beoogde doelstellingen (algemeen en toekomstig gebruik, vereenvoudiging, transparantie), dan worden enkel de aangebrachte wijzigingen geduid, zonder aanhaling van het huidige artikel;

    - is het artikel uit het BVCF gebaseerd op één of meerdere bestaande artikelen, maar worden er grondige wijzigingen doorgevoerd, dan wordt het huidige artikel, respectievelijk worden de huidige artikelen, expliciet geciteerd (cursief) en wordt verder in de toelichting geduid welke wijzigingen worden voorgesteld.

    In titel 3 werden ook stelselmatig volgende bewoordingen uit de huidige teksten vervangen :

    - het woord "ambtenaar" door het woord "personeelslid";

    - de woorden "de ambtenaar daartoe door de Vlaamse Regering gemachtigd" door de woorden "het bevoegde personeelslid";

    - de woorden "de Vlaamse Belastingdienst" door de woorden "de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie".

    Dit wordt bij de artikelsgewijze bespreking bijgevolg niet telkens herhaald.

    Volgens de Raad van State verdient het aanbeveling om ter wille van de rechtszekerheid voor elke belasting die door het ontworpen besluit geregeld wordt aan te geven welke de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT