29 NOVEMBER 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de energieprestaties van gebouwen

De Vlaamse Regering,

Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 11.1.1, § § 1 en 1/1, 11.1.3, 11.1.4, eerste lid, 1°, 2° en 4°, 11.1.5, 11.1.14, § 2, eerste en tweede lid, 13.6.1, § 1, vierde lid;

Gelet op het Energiebesluit van 19 november 2010;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 juli 2013;

Gelet op het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, gegeven op 26 september 2013;

Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, gegeven op 30 september 2013;

Gelet op de mededeling 2013/449/B aan de Europese Commissie, op 8 augustus 2013, met toepassing van artikel 8, lid 1, van Richtlijn 98/34/EG van het Europese Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij;

Gelet op advies nr. 54.300/3 van de Raad van State, gegeven op 14 november 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen (herschikking) de lidstaten oplegt een verbeterde energieprestatie van gebouwen te stimuleren via het vaststellen van een berekeningsmethodiek en het vaststellen van eisen met betrekking tot energieprestaties voor zowel nieuwe als bestaande gebouwen;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. In artikel 1.1.1, § 2 van het Energiebesluit van 19 november 2010, laatst gewijzigd bij besluit van 21 december 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. er wordt een punt 40/1° en een punt 40/2° ingevoegd, die luiden als volgt :

    "40/1° EPN-eenheid : elke eenheid van aangrenzende lokalen die in hetzelfde gebouw liggen, die het voorwerp zijn van werken van dezelfde aard, die ontworpen of aangepast zijn om afzonderlijk te worden gebruikt en die een niet-residentiële bestemming hebben met uitzondering van industriële gebouwen;

    40/2° EPW-eenheid : elke eenheid van aangrenzende lokalen die in hetzelfde gebouw liggen, die het voorwerp zijn van werken van dezelfde aard, die ontworpen of aangepast zijn om afzonderlijk te worden gebruikt, die een residentiële bestemming hebben en slechts één wooneenheid bevatten";

  2. punt 43° wordt opgeheven;

  3. in punt 44° worden de woorden "ten behoeve van mensen" opgeheven;

  4. punt 50°, opgeheven bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing :

    "50° ingrijpende energetische renovatie : een renovatie waarbij de technische installaties om een specifiek binnenklimaat te realiseren volledig worden vervangen en minstens 75% van de bestaande en nieuwe scheidingsconstructies die het beschermd volume omhullen en die grenzen aan de buitenomgeving worden geïsoleerd, voor zover het geen ontmanteling betreft;";

  5. er wordt een punt 68/1° ingevoegd dat luidt als volgt :

    "68/1° Na-isoleren : het aanbrengen van isolatiemateriaal aan de buitenzijde van, de binnenzijde van of tussen de bestaande scheidingsconstructie die het beschermd volume omhult;

  6. in punt 72° wordt het woord "industriepanden" vervangen door de woorden "industriële gebouwen";

  7. in punt 111° wordt tussen het woord "dat" en het woord "groter" de zinsnede ", voorafgaand aan de werken," toegevoegd;

  8. aan punt 113° wordt de zinsnede ", voor zover het geen ingrijpende energetische renovatie of ontmanteling betreft" toegevoegd.

    Art. 2. In artikel 9.1.1. van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 2011, worden volgende wijzigingen aangebracht :

  9. in het eerste lid worden de woorden "ten behoeve van mensen" opgeheven;

  10. er wordt een vijfde lid tot zesde lid toegevoegd die luiden als volgt :

    "Elk gebouw dat geen industrieel gebouw en geen niet voor bewoning bestemd gebouw in een landbouwbedrijf is, en waarin mensen wonen, werken, logeren, sporten, verzorgd worden, inkopen doen, hun vrije tijd doorbrengen, enzovoort wordt altijd beschouwd als geklimatiseerd.

    Als bij de melding of bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning, nog niet bekend is of het gebouw na ingebruikname zal worden geklimatiseerd, wordt het gebouw beschouwd als een geklimatiseerd gebouw.".

    Art. 3. Artikel 9.1.2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 2011, wordt vervangen door wat volgt :

    "Art. 9.1.2 § 1. Nieuw op te richten woon-, kantoor- en schoolgebouwen en gebouwen met een andere specifieke bestemming waarvan de melding gedaan wordt of de stedenbouwkundige vergunning aangevraagd is voor 1 januari 2012, voldoen aan elk van de volgende eisen :

  11. voor het gebouw als geheel bedraagt het peil van de globale warmte-isolatie niet meer dan K45;

  12. de constructieonderdelen voldoen aan de maximale warmtedoorgangscoëfficiënt of aan de minimale warmteweerstand, vermeld in bijlage VII.

    § 2. Nieuw op te richten industriële gebouwen waarvan de melding gedaan wordt of de stedenbouwkundige vergunning aangevraagd is voor 1 januari 2012, voldoen aan een van de volgende eisen :

  13. voor het gebouw als geheel bedraagt het peil van de globale warmte-isolatie niet meer dan K55;

  14. de constructieonderdelen voldoen aan de maximale warmtedoorgangscoëfficiënt of aan de minimale warmteweerstand, vermeld in bijlage VII.

    § 3. Nieuw op te richten woon-, kantoor- en schoolgebouwen en gebouwen met een andere specifieke bestemming en industriële gebouwen waarvan de melding gedaan wordt of de stedenbouwkundige vergunning aangevraagd wordt vanaf 1 januari 2012 voldoen aan elk van de volgende eisen :

  15. voor het gebouw als geheel bedraagt het peil van de globale warmte-isolatie niet meer dan K40;

  16. de constructieonderdelen voldoen aan de maximale warmtedoorgangscoëfficiënt of aan de minimale warmteweerstand, vermeld in bijlage VII.

    § 4. Nieuw op te richten woongebouwen, niet-residentiële gebouwen en industriële gebouwen waarvan de melding gedaan wordt of de stedenbouwkundige vergunning aangevraagd wordt vanaf 1 januari 2015, voldoen aan elk van de volgende eisen :

  17. voor het gebouw als geheel bedraagt het peil van de globale warmte-isolatie niet meer dan K40;

  18. de constructieonderdelen voldoen aan de maximale warmtedoorgangscoëfficiënt of aan de minimale warmteweerstand, vermeld in bijlage VII.".

    Art. 4. Artikel 9.1.3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 2011, wordt vervangen door wat volgt :

    "Art. 9.1.3. Opslagruimten en bergruimten die zich in het gebouw bevinden maar die niet geklimatiseerd worden, vallen alleen buiten het toepassingsgebied van dit hoofdstuk op voorwaarde dat de constructieonderdelen die de scheiding vormen tussen het geklimatiseerde deel van en het niet-geklimatiseerde deel, voldoen aan de maximale warmtedoorgangscoëfficiënt of aan de minimale warmteweerstand, vermeld in bijlage VII."

    Art. 5. In artikel 9.1.7 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "kantoorgebouwen, schoolgebouwen, gebouwen met een andere specifieke bestemming en industriële gebouwen" vervangen door de woorden "EPN-eenheden en industriële gebouwen".

    Art. 6. Artikel 9.1.9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 2011, wordt vervangen door wat volgt :

    "Art. 9.1.9. Het peil van primair energieverbruik van kantoor- en schoolgebouwen waarvan de melding gedaan wordt of de stedenbouwkundige vergunning aangevraagd wordt voor 1 januari 2015, wordt berekend conform de bepalingen van bijlage VI.

    De referentiewaarde om het E-peil, vermeld in het eerste lid, te bepalen, wordt berekend op basis van de volgende waarden van de constanten, vermeld in hoofdstuk 4 van bijlage VI :

  19. b1 = 105;

  20. b2 = 175;

  21. b3 = 50;

  22. b4 = 35;

  23. b5 = 0,7.

    Als een kantoorgebouw een beschermd volume heeft dat niet groter is dan 800 m®; en deel uitmaakt van een residentieel gebouw, hoeft in afwijking van het eerste lid voor het kantoorgedeelte op zich geen apart E-peil bepaald te worden. In dat geval wordt het kantoorgedeelte als onderdeel van het residentiële gebouw beschouwd en mag een gezamenlijk E-peil worden bepaald conform artikel 9.1.8.

    Als een gebouw met een andere specifieke bestemming een beschermd volume heeft dat niet groter is dan 800 m®, en deel uitmaakt van een kantoor of een school, dan mag dat deel mee gerekend worden als onderdeel van het kantoorgebouw of de school en dan mag een gezamenlijk E-peil bepaald worden op de wijze, vermeld in het eerste lid.

    Art. 7. In artikel 9.1.11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 20 mei 2011 en 28 september 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  24. paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt :

    " § 1. Het E-peil van een nieuwe EPW-eenheid bedraagt niet meer dan :

  25. E100, als de stedenbouwkundige vergunning aangevraagd is voor 1 januari 2010;

  26. E80, als de melding gedaan is of de stedenbouwkundige vergunning aangevraagd is vanaf 1 januari 2010;

  27. E70, als de melding gedaan is of de stedenbouwkundige vergunning aangevraagd is...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT