Decreet houdende wijziging van diverse decreten wat de woonkwaliteitsbewaking betreft, de 29 mars 2013

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996

Art. 2. In artikel 24 van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, gewijzigd bij de decreten van 24 maart 2006, 27 maart 2009 en 29 april 2011, wordt punt 4° opgeheven.

Art. 3. In artikel 28, § 1, derde lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 29 april 2011, wordt de zinsnede " of een kamer of studentenkamer niet voldoet aan de vereisten, vermeld in artikel 4 en, naargelang het geval, artikelen 6 en 7 of artikel 8 van het Kamerdecreet " opgeheven.

Art. 4. Artikel 34, eerste lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 19 december 2008, wordt vervangen door wat volgt :

" De woning die onbewoonbaar of ongeschikt verklaard wordt overeenkomstig de artikelen 15 tot en met 16quater van de Vlaamse Wooncode wordt geïnventariseerd op de lijst, vermeld in artikel 28, § 1, eerste lid. Ze wordt ingeschreven op de datum van het besluit van de burgemeester, vermeld in artikel 15 van de Vlaamse Wooncode, of, in het geval van een beslissing in beroep, op de datum van het besluit, vermeld in artikel 16bis, eerste lid, van de Vlaamse Wooncode. ".

Art. 5. In artikel 44bis, § 2, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 7 mei 2004 en gewijzigd bij het decreet van 24 maart 2006, wordt de zinsnede " artikel 15, § 3, tweede lid, van het decreet van 15 juli 1997 houdende " vervangen door de zinsnede " artikel 16, § 2 en § 3, en artikel 16bis van ".

HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode

Art. 6. In artikel 2, § 1, eerste lid, van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, vervangen bij het decreet van 29 april 2011 en gewijzigd bij de decreten van 23 december 2011 en 9 maart 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. er wordt een punt 10° bis ingevoegd, dat luidt als volgt :

    " 10° bis kamer : een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt; ";

  2. punt 11° en 12° worden vervangen door wat volgt :

    " 11° onaangepaste woning : een woning die niet aangepast is aan de fysieke mogelijkheden van bejaarden of personen met een handicap of die niet aangepast is aan de woningbezetting volgens de normen, vastgesteld met toepassing van artikel 5, § 1, derde lid;

  3. onbewoonbare woning : een woning die niet in aanmerking komt voor bewoning omdat ze gebreken vertoont die een veiligheids- of gezondheidsrisico inhouden; ";

  4. punt 16° wordt vervangen door wat volgt :

    " 16° overbewoonde woning : een woning die onaangepast is vanwege de woningbezetting, waarbij het aantal bewoners van de woning zo groot is dat het een veiligheids- of gezondheidsrisico vormt; ".

    Art. 7. Artikel 5 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij decreet van 29 april 2011, wordt vervangen door wat volgt :

    " Art. 5. § 1. Elke woning moet op de volgende vlakken voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, die door de Vlaamse Regering nader bepaald worden :

  5. de oppervlakte van de woongedeelten, rekening houdend met het type van woning en de functie van het woongedeelte;

  6. de sanitaire voorzieningen, vooral de aanwezigheid van een goed functionerend toilet in of aansluitend bij de woning en een wasgelegenheid met stromend water, beide aangesloten op een afvoerkanaal zonder geurhinder;

  7. de winddichtheid, de thermische isolatie en de verwarmingsmogelijkheden, vooral de aanwezigheid van voldoende veilige verwarmingsmiddelen om de woongedeelten met een woonfunctie tot een normale temperatuur te kunnen verwarmen en, indien nodig, te kunnen koelen tegen redelijke energiekosten of de mogelijkheid om die middelen op een veilige manier aan te sluiten;

  8. de ventilatie-, verluchtings- en verlichtingsmogelijkheden, waarbij de verlichtingsmogelijkheid van de woongedeelten wordt vastgesteld in relatie tot de functie, de ligging en de vloeroppervlakte ervan, en de ventilatie- en verluchtingsmogelijkheid in relatie tot de functie en de ligging van het woongedeelte en tot de aanwezigheid van kook-, verwarmings- of warmwaterinstallaties die verbrandingsgassen produceren;

  9. de aanwezigheid van voldoende en veilige elektrische installaties voor de verlichting van de woning en voor het veilige gebruik van elektrische apparaten;

  10. de gasinstallaties, waarbij zowel de toestellen als de plaatsing en de aansluiting ervan de nodige veiligheidsgaranties bieden;

  11. de stabiliteit en de bouwfysica met betrekking tot de fundering, de daken, de buiten-en binnenmuren, de draagvloeren en het timmerwerk;

  12. de toegankelijkheid en het respect voor de persoonlijke levenssfeer;

  13. de minimale energetische prestaties;

  14. de aanwezigheid van drinkbaar water.

    Elke woning moet voldoen aan de vereisten van brandveiligheid, met inbegrip van de specifieke en aanvullende veiligheidsnormen die de Vlaamse Regering vaststelt.

    De omvang van de woning moet minstens beantwoorden aan de woningbezetting. De Vlaamse Regering stelt de normen voor de vereiste minimale omvang van de woning vast in relatie tot de gezinssamenstelling.

    § 2. Met behoud van de toepassing van paragraaf 1 stelt de Vlaamse Regering aanvullende vereisten en normen vast voor kamers. De bepalingen van deze titel zijn van toepassing op de kamers.

    § 3. De Vlaamse Regering houdt rekening met specifieke woonvormen en met de situatie van woonwagenbewoners en andere kwetsbare bewonersgroepen en kan het toepassingsgebied van de paragrafen 1 en 2 uitbreiden tot roerende woonwagens.

    De Vlaamse Regering kan voor de tijdelijke huisvesting van gezinnen of alleenstaanden die dakloos zijn of dreigen te worden en voor de huisvesting van bewoners van sociale huurwoningen, die tijdelijk ontruimd moeten worden voor renovatiewerkzaamheden, beperkte afwijkingen toestaan van de vereisten en normen die ze vaststelt met toepassing van paragraaf 1 of 2. De Vlaamse Regering bepaalt de aard van die afwijkingen. Ze bepaalt ook een termijn, die niet langer mag zijn dan zes maanden, waarbinnen die afwijkingen gelden.

    Tenzij de Vlaamse Regering anders bepaalt zijn de bepalingen van hoofdstuk II van deze titel niet van toepassing als de uitvoering van het eerste of het tweede lid aanleiding geeft tot specifieke of afwijkende vereisten of normen.

    In afwachting van de uitvoering van het eerste lid gelden de vereisten en normen, vermeld in paragraaf 1 en 2, niet voor woonvormen en bewonersgroepen die gevat worden door een regeling waarbij de bevoegde overheid :

  15. hetzij erkenningsvoorwaarden gesteld heeft en de erkenning verleend heeft;

  16. hetzij de vrijheid van vestiging voor de bewoners beperkt.

    § 4. De Vlaamse Regering bepaalt de criteria en de procedure om de conformiteit van een woning met de vereisten en normen, vastgesteld met toepassing van paragraaf 1 en 2 en paragraaf 3, eerste en tweede lid, vast te stellen. Ze kan ook de wijze bepalen waarop de mogelijkheid om eventuele tekortkomingen via renovatie-, verbeterings- of aanpassings-werkzaamheden te verhelpen, beoordeeld wordt.

    § 5. De Vlaamse Regering stelt een webtoepassing ter beschikking van huurders en verhuurders, die toelaat een inschatting te maken van de markthuurprijs van een woning op basis van de woningkenmerken, de ligging en het adres. Daarbij houdt ze rekening met de woonkwaliteit, met de omvang en de ligging van de woning, met het onderscheid tussen kamers en andere woningen en met eventuele specifieke woonvormen als vermeld in paragraaf 3, eerste lid. ".

    Art. 8. Artikel 6 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 29 april 2011, wordt vervangen door wat volgt :

    " Art. 6. De gemeenteraad kan bij verordening :

  17. het conformiteitsattest, vermeld in artikel 7, verplicht stellen;

  18. strengere veiligheids- en kwaliteitsnormen voor kamers opleggen dan vastgesteld door de Vlaamse Regering met toepassing van artikel 5, § 2;

  19. het verhuren of ter beschikking of te huur stellen van kamers aan een voorafgaande vergunning onderwerpen met het oog op de naleving van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT