11 JULI 2013. - Besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de uitvoering van bouwplaatsen op de openbare weg

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Gelet op de ordonnantie van 3 juli 2008 betreffende de bouwplaatsen op de openbare weg, de artikelen 6, § 3, 55, 56, § 1, 59, § 1, 62, § 1, 74 en 94;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998 betreffende de coördinatie en de organisatie van de werken op de openbare weg in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 juli 2000 betreffende de administratieve geldboeten toepasselijk inzake coördinatie en organisatie van de werken op de openbare weg;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2006 tot vastlegging van de Titels I tot VII van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening die van toepassing is op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het besluit van 26 januari 2012 betreffende de Coördinatiecommissie van de Bouwplaatsen ingesteld bij de Ordonnantie van 3 juli 2008 betreffende de bouwplaatsen op de openbare weg, en houdende de benoeming van haar leden;

Gelet op het advies van Inspectie van Financiën, gegeven op 11 april 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 11 juli 2013;

Gelet op het advies 53.523/4 van de Raad van State, gegeven op 24 juni 2013 overeenkomstig artikel 84 § 1er, lid 1, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Minister van Openbare Werken en Vervoer;

Na beraadslaging,

Besluit :

TITEL 1. - Algemeen

Artikel 1. Definities

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. omgeving van het terrein van de bouwplaats : de ruimte van de openbare weg die buiten het terrein van de bouwplaats is gelegen, over een breedte van vier meter vanaf de afsluiting;

  2. Commissie : de Coördinatiecommissie van de Bouwplaatsen;

  3. omgeleide doorgang : het pad bestemd voor het verkeer van de actieve gebruikers wanneer deze wegens de bouwplaats verplicht zijn het doorgaans voor hen voorbehouden deel van de openbare weg te verlaten;

  4. aanhorigheden van de openbare weg : de elementen van de openbare weg die noodzakelijk zijn voor de integriteit en de leefbaarheid ervan, alsook voor de veiligheid van de gebruikers zoals met name: de wegsignalisatie (verkeerslichtsignalen, wegsignalen en wegmarkeringen) en -bebakening (m.i.v. de verkeerstekens van de fiets- en wandelroutes), de sloten en de taluds, de steunmuren, de afvoergoten, de straatkolken en leidingen die louter bestemd zijn voor de afvoer van het afvloeiend hemelwater van de rijbaan tot het riool, de beplantingen, de veiligheidsvoorzieningen (vangrails, hulpposten), de geluidswerende installaties, de openbare verlichting, de infrastructuur van de kunstwerken die deel uitmaken van de openbare weg (zoals de pijlers van een brug of een viaduct of de wanden van een tunnel)...;

  5. bouwplaatsbeheerder : bij een niet-gecoördineerde bouwplaats, de natuurlijke persoon die de verzoeker vertegenwoordigt; bij een gecoördineerde bouwplaats, de natuurlijke persoon die de leidende verzoeker en de andere gecoördineerde verzoekers vertegenwoordigt;

  6. stadsmeubilair : het geheel van de voorwerpen of de voorzieningen die op de openbare weg zijn geïnstalleerd, die eigendom zijn van publiekrechtelijke rechtspersonen en die verband houden met een dienst aan de gebruikers zoals met name: het rustmeubilair (banken, bankjes, stoelen, tafels), de voorwerpen die bijdragen tot de netheid van de stad (vuilnisbakken, vuilnismanden, openbaar sanitair), het informatie- en communicatiemateriaal (straatborden, aanplakking van gewestelijke, gemeentelijke of culturele informatie, oriënteringstafels), de speeltoestellen voor kinderen, de voorwerpen die nuttig zijn voor het verkeer van voertuigen of de beperking ervan (paaltjes, barrières, zuilen, parkeerautomaten, fietsbergplaatsen), de boomroosters, -korven en -steunstaken, de wachthuisjes voor de gebruikers van het openbaar vervoer...;

  7. ordonnantie : de ordonnantie van 3 juli 2008 betreffende de bouwplaatsen op de openbare weg;

  8. fases van een bouwplaats: alle stadia van werkzaamheden die, in het belang van de leefbaarheid van de openbare weg, zowel in de ruimte als in de tijd afzonderlijk kunnen worden beschouwd en die samen een geordende reeks vormen die de uitvoering van de bouwplaats tot doel heeft;

  9. actieve gebruikers : de voetgangers, de personen met beperkte mobiliteit, de fietsers en de gebruikers van een voortbewegingstoestel in de zin van artikel 2.15.2. 1° van het Verkeersreglement; laatstgenoemden worden voor de behoeften van dit besluit gelijkgesteld met voetgangers.

    TITEL 2. - Bouwplaatsverplichtingen

    HOOFDSTUK 1. - Algemeen

    Art. 2. Bouwplaatsbeheerder

    $ 1. De bouwplaatsbeheerder wordt door de verzoeker of de leidende verzoeker in het geval van een gecoördineerde bouwplaats uiterlijk in de verklaring van opstarting van bouwplaats aangeduid.

    Deze verklaring omvat de vermelding van de naam, het adres, het telefoonnummer en het e-mailadres van de bouwplaatsbeheerder.

    § 2. Bij een niet-gecoördineerde bouwplaats voert de door de verzoeker aangeduide bouwplaatsbeheerder de voorschriften uit, die beoogd worden bij de artikelen 8 tot 12, 13, lid 2, 14, lid 2, 15, 16, §§ 1, lid 1, en 2, lid 1, 17, 18, §§ 1, lid 1, en 2, lid 1, 19, 22, § 2, 23 tot 25 en 27, §§ 1 en 2, alsook de artikelen 59, § 2, 64, § 1, lid 1, en 68, § 1, lid 1, van de ordonnantie. Bij gevaar voor de gebruikers van de openbare weg voert de bouwplaatsbeheerder voormelde voorschriften uit binnen het kwartier dat er op hem een beroep gedaan wordt.

    § 3. Bij een gecoördineerde bouwplaats ziet de door de leidende verzoeker aangeduide bouwplaatsbeheerder erop toe dat de gecoördineerde verzoekers de voorschriften uitvoeren, die bij § 2 worden beoogd. Bij gevaar voor de gebruikers van de openbare weg waarschuwt de bouwplaatsbeheerder de verzoekers binnen het kwartier dat er op hem een beroep gedaan wordt.

    De bouwplaatsbeheerder bezorgt de beheerder onmiddellijk de identiteit van de gecoördineerde verzoekers die deze voorschriften niet naleven.

    HOOFDSTUK 2. - Vóór het begin van de bouwplaats

    Sectie 1. - De bankwaarborg

    Art. 3. Bankwaarborg per bouwplaats

    § 1. In overeenstemming met artikel 55, § 1, lid 1, van de ordonnantie en onverminderd de toepassing van zijn tweede lid door de verzoekers die in de lijst zijn opgenomen, die bij artikel 4, § 1, 1°, van de ordonnantie wordt beoogd, stelt elke verzoeker een bankwaarborg per bouwplaats, ten gunste van de beheerder van de openbare weg waar deze bouwplaats gelegen is.

    § 2. De verzoeker bezorgt de beheerder een kopie van de akte van borgstelling die minstens de volgende vermeldingen bevat :

  10. het bedrag van de waarborg die bij § 3 wordt beoogd;

  11. de verbintenis van de kredietinstelling om de beheerder op diens eerste verzoek het bedrag te betalen, dat wordt vermeld in de aangetekende brief waarmee hij een beroep doet op de waarborg in toepassing van artikel 55, § 2, van de ordonnantie;

  12. de verbintenis van de kredietinstelling om de waarborg te provisioneren voor het initiële bedrag dat bij punt 1° beoogd wordt, ingeval van verrichte betaling in toepassing van punt 2°

  13. de vermelding dat de waarborg zal aflopen op de datum van voltooiing van de bouwplaats die in artikel 70 van de ordonnantie wordt beoogd;

  14. de vermelding dat de waarborg beheerst wordt door het Belgisch recht en dat, bij een eventueel geschil, alleen de rechtbanken van Brussel bevoegd zijn;

  15. de vermelding dat de waarborg alsook de begunstiging ervan onoverdraagbaar zijn.

    § 3. De waarborg bedraagt 25 euro per m2 terrein dat de bouwplaats inneemt, met een minimum van 5.000 euro, verhoogd tot 20.000 euro voor de verzoekers die zijn opgenomen in de lijst die bij artikel 4, § 1, 1°, van de ordonnantie wordt beoogd.

    De beheerder stelt het bedrag van de waarborg van ambtswege vast in de uitvoeringsvergunning, naargelang van de oppervlakte van het terrein van de bouwplaats, zijn omgeving niet meegerekend, die hij noodzakelijk acht voor de goede uitvoering ervan.

    § 4. In uitvoering van artikel 55, § 3, van de ordonnantie, zijn vrijgesteld van de verplichting een bankwaarborg te stellen, de constructie-, renovatie-, reparatie- of onderhoudsbouwplaatsen op de openbare weg, die betrekking hebben op :

  16. een zuiver of gegroepeerd individueel huis; met een individueel huis wordt een gebouw bedoeld, dat over een aparte ingang beschikt; met een zuiver individueel huis wordt een huis bedoeld, dat maar één individuele woning omvat; met een gegroepeerd individueel huis wordt een huis bedoeld, dat meerdere individuele woningen omvat of één of meerdere individuele woningen met professioneel gebruikte ruimten;

  17. een gebouw bestemd voor sociale huisvesting, beheerd door een Gemeente, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, een Openbare Vastgoedmaatschappij of een Sociaal Immobiliënkantoor.

    Art. 4. Meerjarenbankwaarborg

    § 1. In overeenstemming met artikel 55, § 1, lid 2, van de ordonnantie en onverminderd de toepassing van zijn eerste lid, stelt elke verzoeker die opgenomen is in de lijst die bij artikel 4, § 1, 1°, van de ordonnantie beoogd wordt, een meerjarenbankwaarborg ten gunste van zowel het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als de 19 Brusselse gemeenten binnen de dertig dagen vanaf de uitvoering van de verplichting die voorzien is bij artikel 11, § 1, van de ordonnantie, om zich bekend te maken bij de Commissie.

    § 2. De verzoeker bezorgt de Commissie een kopie van de akte van borgstelling die buiten de vermeldingen die beoogd worden bij artikel 3, § 2, 2°, 3°, 5° en 6° minstens het volgende bevat:

  18. het bedrag van de waarborg die bij § 3 wordt beoogd;

  19. de vermelding van de duur van de waarborg, die niet korter kan zijn dan vijf jaar te tellen vanaf de datum van ondertekening van de akte van borgstelling.

    § 3. De waarborg is gelijk aan de forfaitaire som van 50.000 euro.

    § 4. Op de bij § 2, 2°, beoogde vervaldag van de waarborg en wanneer de bij artikel 66, § 2, van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT