Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 april 2009 houdende vaststelling van het vakantiegeld van het personeel van de politiediensten, de 11 juin 2011

Artikel 1. In het koninklijk besluit van 29 april 2009 houdende vaststelling van het vakantiegeld van het personeel van de politiediensten wordt in de plaats van artikel 3, vernietigd bij arrest nr. 212.774 van de Raad van State van 26 april 2011, het als volgt luidende artikel 3 ingevoegd :

" Art. 3. Voor de leden van het basis-, midden- en officierenkader van het operationeel kader, wordt, in het uitbetalingsjaar 2009, " 92 % " in het artikel XI.III.4bis, eerste lid, RPPol, evenwel gelezen als " 65 % ". ".

Art. 2. In hetzelfde besluit wordt in de plaats van artikel 4, vernietigd bij arrest nr. 212.774 van de Raad van State van 26 april 2011, het als volgt luidende artikel 4 ingevoegd :

" Art. 4. Voor de leden van het midden- en officierenkader van het operationeel kader, wordt, in het uitbetalingsjaar 2010, " 92 % " in het artikel XI.III.4bis, eerste lid, RPPol, evenwel gelezen als " 65 % ". "

Art. 3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2009.

Art. 4. De Minister bevoegd voor Justitie en de Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 11 juni 2011.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Justitie,

S. DE CLERCK

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Mevr. A. TURTELBOOM

Aanhef

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, artikel 121, vervangen bij de wet van 26 april 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol);

Gelet op het koninklijk besluit van 29 april 2009 houdende vaststelling van het vakantiegeld van het personeel van de politiediensten;

Gelet op het protocol van onderhandelingen nr 284 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten, gesloten op 31 mei 2011;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 mei 2011;

Gelet op het advies van de Adviesraad van burgemeesters, gegeven op 24 mei 2011;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 25 mei 2011;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, d.d. 27 mei 2011;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat het ontbreken van overgangsmaatregelen inzake de verhoging van het vakantiegeld voor het politiepersoneel voor de jaren 2009 en 2010, ingevolge het arrest nr. 212.774 van de Raad van State van 26 april 2011, de budgettaire toestand met betrekking tot de geïntegreerde politie dreigt te ontwrichten alsmede het functioneren van de politiezones en de federale politie;

Dat het daarom onontbeerlijk is dat onmiddellijk nieuwe overgangsmaatregelen worden uitgevaardigd, weliswaar binnen de perken van wat een Regering in lopende zaken vermag te doen;

Gelet op het advies 49.771/2 van de Raad van State, gegeven op 6 juni 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken,

Hebben Wij besloten en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT