10 JULI 2003. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de toekenning van een vakantiegeld aan het personeel van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, Net Brussel
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
Gelet op de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid, inzonderheid op artikel 8 § 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 januari 1979 betreffende de toekenning van een vakantiegeld aan het personeel van 's Lands algemeen bestuur;
Gelet op het sectoraal akkoord 2001-2002, punt 2.2. van het protocol 2002/11 van 19 juni 2002;
Gelet op het akkoord van de Minister van Openbaar Ambt, gegeven op 3 juni 2003;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 12 maart 2003;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 februari 2003;
Gelet op het protocol nr. 2003/9 van sector XV van 10 maart 2003;
Gelet op het besluit van de Regering over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;
Gelet op het advies 35.248/4 Van de Raad van State, gegeven op 5 mei 2003 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Minister belast met Openbare Netheid,
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1. § 1. Voor de toepassing van de bepalingen van deze afdeling wordt verstaan onder :
referentiejaar
: het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar tijdens hetwelk de vakantie moet worden toegestaan;
jaarwedde
: de wedde, het loon, de gewaarborgde bezoldiging of de daarmee gelijkgestelde vergoeding of ondernemingspremie of toelage, de eventuele haardtoelage of de standplaatstoelage inbegrepen.
§ 2. De personeelsleden genieten ieder jaar van een vakantiegeld waarvan het bedrag gelijk is aan 80 % van een twaalfde van de jaarlijkse wedde(n), zoals die gekoppeld is (zijn) aan de index van de consumptieprijzen, die de wedde(n) bepalen die verschuldigd is (zijn) voor de maand maart van het vakantiejaar.
Dit percentage wordt berekend op basis van de wedde(n) die zou(den) verschuldigd zijn voor de beschouwde maand, wanneer het personeelslid voor die maand geen of slechts een gedeeltelijke wedde ontvangen heeft.
§ 3. Voor volledige prestaties verricht gedurende het gehele referentiejaar, geniet het personeelslid van een volledig vakantiegeld.
§ 4. Wanneer het personeelslid geen volledige prestaties heeft verricht gedurende het gehele referentiejaar, wordt het bedrag van het vakantiegeld als volgt vastgesteld :
-
een twaalfde van het jaarbedrag voor elke prestatieperiode die een ganse maand beslaat;
-
een dertigste van het maandbedrag per...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI