11 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot uniformisering van de spilindexen in de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet die ressorteren onder het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het ontwerp van koninklijk besluit dat U wordt voorgelegd, volgt het koninklijk besluit van 20 juli 2000 betreffende de uniformisering van de spilindexen in de sociale materies ter gelegenheid van de invoering van de euro, uit.

Het Verslag aan de Koning dat bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000 werd gevoegd, specificeerde het doel van dat besluit, met name het komen tot een uniformisering van de basisindexcijfers die worden gebruikt om de sociale uitkeringen te koppelen aan de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen in de gehele sociale sector, met ingang van 1 januari 2002. Het ontwerp dat U wordt voorgelegd, beoogt deze doelstelling te realiseren.

Het ontwerp van koninklijk besluit dat U wordt voorgelegd, voorziet in de aanpassing van volgende wetteksten :

- de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders;

- de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardigheid;

- het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;

- de wet van 1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden;

- de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 november 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;

- de wet van 27 juni 1969 betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan de minder-validen;

- de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum;

- de wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

- de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980;

- het koninklijk besluit nr. 33 van 30 maart 1982 betreffende een inhouding op invaliditeitsuitkeringen en brugpensioenen;

- de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen;

- de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen.

Wij hebben de eer te zijn,

Sire,

van Uwe Majesteit,

de zeer eerbiedige

en zeer getrouwe dienaren.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie,

J. VANDE LANOTTE

De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen,

F. VANDENBROUCKE

ADVIES 32.592/2

VAN DE AFDELING WETGEVING

VAN DE RAAD VAN STATE

De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 23 november 2001 door de Minister van Financiën verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « tot uniformisering van de spilindexen in de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet die ressorteren onder het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu », heeft op 27 november 2001 het volgende advies gegeven :

Overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, dat bij de wet van 4 augustus 1996 is ingevoegd, moet het verzoek om spoedbehandeling in de adviesaanvraag met bijzondere redenen omkleed worden.

In het onderhavige geval luidt die motivering aldus :

Met de koninklijke besluiten van 20 juli 2000 en 13 juli 2001 zijn de meeste bedragen in de Belgische reglementering omgezet van Belgische frank naar de euro. De strikte timing die toen is gehanteerd heeft het mogelijk gemaakt dat de overheidsbesturen nu reeds heel wat maatregelen en schikkingen hebben genomen om een vlotte overgang naar het definitieve eurotijdperk per 1 januari 2002 te verzekeren.

Het zeer omvangrijke werk van de omzetting naar de euro kon met de bovenvermelde reeksen besluiten niet volledig worden uitgevoerd. Voor een aantal bedragen waren er nog wettelijk vereiste adviezen of akkoordverklaringen noodzakelijk. In een aantal gevallen is de wetgeving nog aangepast zonder rekening te houden met de overgang naar de euro.

De reeks eurobesluiten die nu wordt voorgelegd heeft als doel de eerste en tweede reeks te vervolledigen. Ook nu weer worden, voor de bevattelijkheid, de bepalingen op een gegroepeerde wijze uitgevaardigd. Dit gebeurt ter verzekering van een eenvormige behandeling die enerzijds een budgettaire en administratieve controle toelaat en anderzijds het Parlement in staat stelt de uitwerking van de bepalingen in goede voorwaarden op te volgen.

Het is nodig om de voorgestelde aanpassingen zo snel mogelijk door te voeren. De opdracht aan de Koning om de wetten aan te passen aan de euro, verstrijkt op 31 december 2001. Bovendien treden de omzettingen vanaf 1 januari 2002 in werking. Het is dus noodzakelijk dat de geadministreerden voor die datum zekerheid krijgen over de omzetting van bedragen en regels waarover er nog twijfel bestaat.

Gelet op het grote aantal adviesaanvragen die gelijktijdig zijn ingediend met het oog op een advies binnen drie dagen, beperkt de Raad van State, afdeling wetgeving, zich overeenkomstig artikel 84, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, tot het onderzoek van de rechtsgrond, van de bevoegdheid van de steller van de handeling, alsmede van de vraag of aan de voorgeschreven vormvereisten is voldaan.

Zo is inzonderheid niet systematisch nagegaan of de vermelde cijfers rekenkundig juist zijn, en evenmin of de toegepaste methodes relevant zijn.

Wat de elementen betreft opgesomd in artikel 84, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zijn er bij het ontwerp geen opmerkingen te maken.

De kamer was samengesteld uit :

de heren :

Y. Kreins, kamervoorzitter;

P. Liénardy, J. Jaumotte, staatsraden;

Mevr. B. Vigneron, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer J. Regnier, eerste auditeur-afdelingshoofd. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de heer P. Brouwers, referendaris.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer P. Liénardy.

De griffier, De voorzitter,

B. Vigneron. Y. Kreins.

11 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot uniformisering van de spilindexen in de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet die ressorteren onder het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT