12 JUNI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, betreffende een bijkomende vergoeding in geval van arbeidsongeschiktheid na een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, betreffende een bijkomende vergoeding in geval van arbeidsongeschiktheid na een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid.

Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 juni 2002.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Werkgelegenheid,

Mevr. L. ONKELINX

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Comité voor de uitzendarbeid

Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001

Bijkomende vergoeding in geval van arbeidsongeschiktheid na een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid (Overeenkomst geregistreerd op 29 januari 2002 onder het nummer 60754/CO/322)

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op :

  1. de uitzendbureaus, bedoeld bij artikel 7, 1°, van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, verder genoemd "de werkgever";

  2. de uitzendkrachten, bedoeld bij artikel 7, 3°, van voornoemde wet van 24 juli 1987, die door deze uitzendbureaus worden tewerkgesteld, verder genoemd "de werknemer".

    Art. 2. Wanneer een arbeidsongeschiktheid als gevolg van een ziekte of een ongeval van gemeen recht een aanvang neemt na het einde van de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid en uiterlijk op de eerste werkdag na het einde van deze arbeidsovereenkomst, heeft de werknemer ten laste van de laatste werkgever recht op een bijkomende vergoeding, bovenop de uitkering betaald door het ziekenfonds.

    Art. 3. Voor de werknemer-arbeider is de vergoeding, bedoeld in artikel 2, gelijk aan 25,88 pct. van het gedeelte van het normale loon dat het plafond waarmee rekening wordt gehouden bij de berekening van de uitkeringen inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering niet overschrijdt, en aan 85,88 pct. van het gedeelte van het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT