8 DECEMBER 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 1994 houdende uitvoering van artikel 36, 10°, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, artikel 36, 10°;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 1994 houdende uitvoering van artikel 36, 10°, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren;

Gelet op het akkoord van de betrokken gewestregeringen;

Gelet op advies 48.849/3 van de Raad van State, gegeven op 9 november 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende de aanbeveling betreffende de Barbarie eenden en kruisingen ervan aangenomen op 22 juni 1999 door het Vast Comité van de Europese Overeenkomst inzake de Bescherming van Dieren in Veehouderijen;

Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 25 april 1994 houdende uitvoering van artikel 36, 10°, van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, worden de woorden « bij de Minister van Landbouw » vervangen door de woorden « bij de minister bevoegd voor Dierenwelzijn ».

Art. 2. In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt de zin « De gegevens moeten ten minste één jaar worden bewaard. » vervangen als volgt : « De gegevens moeten vijf jaar worden bewaard. ».

Art. 3. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden « de inspekteur-dierenarts » vervangen door de woorden « de betrokken provinciale controle-eenheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen ».

Art. 4. In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de woorden « de Minister van Landbouw » vervangen door de woorden « de minister bevoegd voor Dierenwelzijn ».

Art. 5. In de bijlage bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. de bepaling onder 7 wordt aangevuld met de volgende zin :

    Voor eenden heeft het drinkwaterrecipiënt een minimale diepte van 75 mm en een minimale breedte van 65 mm en laat het de dieren toe de kop onder te dompelen.

    ;

  2. de bepaling onder 10 wordt vervangen als volgt :

    10. De dieren worden niet in individuele kooien...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT