18 AUGUSTUS 2010. - Koninklijk besluit betreffende de uitvoering van de artikelen 5 en 6 van de archiefwet van 24 juni 1955. - Addendum

In het Belgisch Staatsblad van 23 september 2010, na blz. 58726, moet volgende tekst worden bijgevoegd :

ADVIES 47.624/AV/3 VAN 23 FEBRUARI 2010 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE

De Raad van State, afdeling Wetgeving, algemene vergadering en derde kamer, op 18 december 2009 door de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand verzocht hem, binnen een termijn van dertig dagen, verlengd tot vijfenveertig dagen (*), en nogmaals verlengd tot 4 maart 2010, van advies te dienen over een voorontwerp van decreet « betreffende de bestuurlijk-administratieve archiefwerking », heeft, na de zaak te hebben onderzocht op de zittingen van 12 januari 2010 en 23 februari 2010 (derde kamer) en op de zittingen van 2 februari 2010 en 23 februari 2010 (algemene vergadering), het volgende advies gegeven :

(*) Deze verlenging vloeit voort uit artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State waarin wordt bepaald dat de termijn van dertig dagen verlengd wordt tot vijfenveertig dagen in het geval waarin het advies gegeven wordt door de algemene vergadering met toepassing van artikel 85.

  1. Voorafgaande opmerkingen

    1.1. De adviesaanvraag is voorgelegd aan de algemene vergadering van de afdeling Wetgeving, overeenkomstig artikel 85 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

    1.2. Voorafgaandelijk dient te worden opgemerkt dat de problematiek van de bevoegdheidsverdeling inzake het archiefwezen reeds in vroegere adviezen van de afdeling Wetgeving aan de orde is geweest.

    In de eerste plaats gaat het met name om de adviezen nrs. 21.595/1 van 1 oktober 1992 over het wetsvoorstel van de heer HANCKE c.s. « tot opheffing van de archiefwet van 24 juni 1955 en houdende organisatie van het Belgische archiefwezen » (Parl. St., Kamer, B.Z. 1991-92, nr. 462/2), 22.697/1 van 30 september 1993 over het wetsvoorstel ingediend door de heer BERTOUILLE c.s. « betreffende het archiefwezen » (Parl. St., Kamer, 1992-93, nr. 1041/2) en 23.194/1 van 30 juni 1994 over een « voorstel van archiefwet », ingediend onder de vorm van een amendement door de heer GARCIA (Parl. St., Senaat, B.Z. 1991-92, nr. 233/3).

    Voorts kan worden verwezen naar advies 25.317/VR van 8 januari 1997 over een voorstel « van archiefwet » van Mevr. CREYF en amendementen erbij (Parl. St., Kamer, 1995-96, nr. 258/4), waarin de Raad van State wees op het onderscheid tussen het levend (of dynamisch) archief en het dood (of statisch) archief en het belang ervan voor de bevoegdheidsverdeling. In dat verband werd in het advies het volgende uiteengezet :

    Archieven vervullen meerdere functies. In de tijd opeenvolgend kan men vooral de volgende twee functies van elkaar onderscheiden. Tijdens een eerste fase vormt het archief een werkinstrument, het geheugen van de persoon, overheid, instelling, onderneming, vereniging, enz. die het met dat doel aanlegt. Hij raadpleegt het regelmatig bij het uitoefenen van zijn werkzaamheden. Het ligt dan ook voor de hand dat in de eerste plaats hij die het archief aanlegt de regels bepaalt volgens welke dat gebeurt en dat die regels gericht zijn op een zo doelmatig mogelijk vervullen van de hiervoren vermelde functies.

    Geleidelijk aan echter vermindert het praktisch nut van de gearchiveerde bescheiden : zij worden minder en minder geraadpleegd en op de duur gebeurt dat enkel nog slechts sporadisch of helemaal niet meer. Bij de bezitter van het archief komt dan de wens op om zich van de wat hem betreft overbodig geworden stukken te ontdoen. Nochtans kunnen sommige van de in het archief berustende bescheiden na verloop van tijd een belang gaan vertonen voor een andere categorie personen of instellingen, als gegevens met betrekking tot de studie van de tijdsperiode waarop zij betrekking hebben. Zij verkrijgen met andere woorden een wetenschappelijke en/of culturele waarde. Het is duidelijk dat de regels welke uitgevaardigd worden inzake het behoud, de raadpleging, enz. van die bescheiden, met andere oogmerken zullen worden vastgesteld en eventueel ook van andere overheden zullen uitgaan.

    Men kan dus stellen dat tijdens de eerste van de voornoemde periodes het aanleggen van een archief beschouwd moet worden als een accessorium van de activiteit van degene die het aanlegt. De bevoegdheid om de regels daarvoor vast te stellen - meer bepaald : welke bescheiden worden bijgehouden, hoe worden ze geclasseerd, door wie en volgens welke regels kunnen ze worden ingezien - vormt dan ook in principe een onderdeel van de bevoegdheid om regels te stellen ten aanzien van die activiteit. Er is in dat stadium geen, of slechts accessoir sprake van een op zichzelf staande bevoegdheid om het bewaren, inzage verlenen, enz. van archieven te regelen, onverschillig aan wie zij toebehoren. De overheden die bevoegd zijn voor het desbetreffende domein - veelal de overheid die het archief bijhoudt, doch in voorkomend geval ook een hogere overheid - kunnen desgevallend algemene regels stellen inzake bv. openbaarheid, uniformiteit, e.d.. Dit is trouwens nu reeds het geval, binnen de verschillende bevoegdheidssferen, wat de openbaarheid van bestuur betreft, waar zowel de federale overheid als de gemeenschaps- en gewestoverheden bevoegd worden geacht om regelingen te treffen

    .

    Op 17 februari 1998 werd advies 27.978/4 gegeven over een voorontwerp van decreet « relatif aux archives publiques » (Parl. St., W. Parl., 2001-02, nr. 271/1, 7-9), dat betrekking had op de diensten, ministeriële kabinetten en de instellingen van openbaar nut van het Waalse Gewest.

    Advies 36.678/4 van 22 maart 2004 had betrekking op een voorontwerp van decreet « relatif aux Centres d'Archives privées en Communauté française de Belgique » (Parl. St., Parl. Fr. Gem., 2003-04, nr. 536/1, 17-22).

    Op 16 december 2008 heeft de Raad van State geadviseerd over een voorontwerp van wet « houdende diverse bepalingen (I) », waarin wijzigingen aan de Archiefwet waren vervat (advies 45.540/1 : Parl. St., Kamer, DOC 52 1786/001, 70-74).

  2. Situering van het ontwerp

  3. De krachtlijnen van het voor advies voorgelegde ontwerp van decreet betreffende de bestuurlijk-administratieve archiefwerking (kortweg : « Archiefdecreet ») zijn de volgende.

    Het ontwerp heeft betrekking op de archiefzorg in verband met de archiefdocumenten die berusten bij de diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest (artikel 4, 2°, van het ontwerp), doch ook bij de andere instanties vermeld in artikel 4, 1°, 3° tot 9°, van het ontwerp (1), namelijk :

    - « de administratieve rechtscolleges inzake Vlaamse gemeenschaps- en gewestaangelegenheden » (1°);

    - de gemeenten en de districten (3°), de provincies (4°), de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (5°), en de andere gemeentelijke en provinciale instellingen, met inbegrip van de verenigingen zonder winstoogmerk waarin een of meer gemeenten of provincies minstens de helft van de stemmen in een van de beheersorganen hebben (9°);

    - de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, en de ermee verbonden verenigingen bedoeld in de titels VII en VIII van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (6°);

    - de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten (7°);

    - de polders en de wateringen (8°).

    Al deze instanties - of hun rechtsopvolgers (artikel 6) - zijn belast met de archiefzorg over de onder hen berustende archiefdocumenten, die in goede, geordende en toegankelijke staat moeten worden bewaard (artikel 5). Het ontwerp bevat tevens criteria waaraan het archiefbeheer dient te voldoen (artikel 7).

    Per bestuursniveau wordt een selectiecommissie samengesteld die voor het betrokken bestuursniveau een algemene selectielijst dient vast te stellen, dit is in hoofdzaak een staat van categorieën archiefdocumenten die voor blijvende bewaring dan wel voor vernietiging in aanmerking komen (artikel 12). De instanties - in het ontwerp ook 'zorgdragers' genoemd - kunnen archiefdocumenten alleen vernietigen als dit in overeenstemming is met de selectielijst; van elke vernietiging moet een verklaring worden opgemaakt en bekendgemaakt (artikel 13).

    De Vlaamse Regering dient een steunpunt voor bestuurlijk-administratieve archiefwerking op te richten (artikel 10).

    Voorts bevat het ontwerp regelingen voor de toegang tot archiefdocumenten (artikelen 14 en 15) en de centrale ontsluiting ervan (artikel 16).

  4. Archiefwetgeving

    A. De Franse revolutionaire wetgeving

    3.1. Inzake het archiefwezen zijn in België nog steeds een aantal wetteksten van kracht die stammen uit de Franse revolutionaire periode. Het gaat onder meer om het decreet van 4-7-12 september 1790 « relatif aux archives nationales », het decreet van 7 messidor jaar II (2) « concernant l'organisation des archives établies auprès de la représentation nationale » en de wet van 5 brumaire jaar V (3) « qui ordonne la réunion, dans les chefs-lieux de département, de tous les titres et papiers acquis à la République » (4).

    Die wetteksten zijn blijven gelden voor zover de bepalingen ervan niet strijdig waren met de Grondwet van 1831 (zie artikel 188 van de Grondwet) of naderhand zijn opgeheven (5).

    Het decreet van 4-7-12 september 1790 « relatif aux archives nationales » bepaalt dat de nationale archieven « sont le dépôt de tous les actes qui établissent la constitution du royaume, son droit public, ses lois et sa distribution en départements » (artikel 1). Artikel 2 luidt : « Tous les actes mentionnés dans l'article précédent seront réunis dans un dépôt unique, sous la garde de l'archiviste national, qui sera responsable des pièces confiées à ses soins ».

    Het decreet van 7 messidor jaar II « concernant l'organisation des archives établies auprès de la représentation nationale » bepaalt dat »[l]es archives établies auprès de la représentation nationale sont un dépôt central pour...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT