Uittreksel uit arrest nr. 124/2023 van 21 september 2023 - (Rolnummer 7852) - In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 90, eerste lid, 9°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, junctis de artikelen 97, 102 en 103 van hetzelfde Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen., de 21 septembre 2023

Artikel M.

Uittreksel uit arrest nr. 124/2023 van 21 september 2023

Rolnummer 7852

In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 90, eerste lid, 9°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, junctis de artikelen 97, 102 en 103 van hetzelfde Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de rechters T. Giet, Y. Kherbache, D. Pieters, S. de Bethune en K. Jadin, bijgestaan door de griffier N. Dupont, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging

    Bij vonnis van 29 juni 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 september 2022, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, een prejudiciële vraag gesteld die bij beschikking van het Hof van 12 oktober 2022 als volgt werd geherformuleerd :

    " Schenden de artikelen 90, eerste lid, 9° juncto 97, 102 en 103 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, doordat deze een verschil in behandeling creëren tussen, enerzijds, de belastingplichtigen die winsten en baten verkrijgen uit een [ab]normaal beheer van privévermogen bedoeld in artikel 90, eerste lid, 1° WIB 92, die na aftrek van de voor deze verrichting gemaakte kosten belast worden op het netto-bedrag en de verliezen uit deze verrichtingen geleden in de vijf vorige belastbare tijdperken kunnen afzetten tegen andere inkomsten uit artikel 90, eerste lid, 1° WIB 92 en, anderzijds, de belastingplichtigen die meerwaarden op aandelen verkrijgen uit een abnormaal beheer van privévermogen bedoeld in artikel 90, eerste lid, 9° WIB 92, die zonder aftrek van de voor deze verrichting gemaakte kosten belast worden op het bruto-bedrag en de verliezen uit zulke verrichtingen geleden in de vijf volgende belastbare tijdperken niet kunnen afzetten tegen andere inkomsten uit artikel 90, eerste lid, 9° WIB 92 ? ".

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    B.1. Het verwijzende rechtscollege stelt het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van de artikelen 90, eerste lid, 9°, 97, 102 en 103 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : het WIB 1992) met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in zoverre zij een verschil in behandeling creëren tussen belastingplichtigen die meerwaarden op aandelen verkrijgen uit een abnormaal beheer van een privévermogen bedoeld in artikel 90, eerste lid, 9°, van het WIB 1992 en belastingplichtigen die winst of baten verkrijgen uit een abnormaal beheer van een privévermogen bedoeld in artikel 90, eerste lid, 1°, van het WIB 1992. De eerste categorie van belastingplichtigen wordt volgens het verwijzende rechtscollege belast op het brutobedrag zonder enige aftrek van kosten of eerdere verliezen, terwijl de tweede categorie van belastingplichtigen kosten kan aftrekken en de verliezen uit verrichtingen bedoeld in artikel 90, eerste lid, 1°, van het WIB 1992, geleden in de vijf vorige belastbare tijdperken, in mindering kan brengen van andere inkomsten die onder artikel 90, eerste lid, 1°, van het WIB 1992 vallen.

    B.2.1. Uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag en uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het Hof in de prejudiciële vraag wordt verzocht de belastingplichtigen op wie artikel 90, eerste lid, 9°, eerste streepje, juncto artikel 102, eerste lid, van het WIB 1992 worden toegepast en de belastingplichtigen op wie artikel 90, eerste lid, 1°, junctis artikel 97, § 1, en artikel 103, § 1, van het WIB 1992 worden toegepast, met elkaar te vergelijken. Zoals van toepassing in het aanslagjaar 2017, bepalen die artikelen :

    " Art. 90. Diverse inkomsten zijn :

    1° onverminderd het bepaalde in 1° bis, 8° en 10° winst of baten, hoe ook genaamd, die zelfs occasioneel of toevallig, buiten het uitoefenen van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT