Uittreksel uit arrest nr. 96/2022 van 14 juli 2022 Rolnummers 7350 en 7351 In zake : de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 17 mei 2019 « houdende

Uittreksel uit arrest nr. 96/2022 van 14 juli 2022

Rolnummers 7350 en 7351

In zake : de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 17 mei 2019 « houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft », ingesteld door het College van de Franse Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapsregering.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit rechter J.-P. Moerman, waarnemend voorzitter, en voorzitter L. Lavrysen, de rechters T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T. Detienne, D. Pieters en E. Bribosia, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, emeritus rechter R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van rechter J.-P. Moerman,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging

    1. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 24 januari 2020 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 27 januari 2020, heeft het College van de Franse Gemeenschapscommissie, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. M. Nihoul, advocaat bij de balie van Waals-Brabant, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen II.48, V.18, VI.18 en VI.19 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 17 mei 2019 « houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 26 juli 2019).

    2. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 24 januari 2020 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 27 januari 2020, heeft de Franse Gemeenschapsregering, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. F. Tulkens, advocaat bij de balie te Brussel, beroep tot vernietiging ingesteld van artikelen II.48, III.55, V.18, VI.18 en VI.19 van hetzelfde decreet.

    Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7350 en 7351 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de bestreden bepalingen en de context ervan

    B.1. De bepalingen die worden bestreden door het College van de Franse Gemeenschapscommissie en door de Franse Gemeenschapsregering maken deel uit van de voorrangsregels die van toepassing zijn op inschrijvingen in het Nederlandstalig basis- en secundair onderwijs in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

    B.2.1. Bij artikel II.48 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 17 mei 2019 « houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 en van de Codificatie [van] sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016, wat het inschrijvingsrecht betreft » (hierna : het decreet van 17 mei 2019) wordt, in het decreet « basisonderwijs » van de Vlaamse Gemeenschap van 25 februari 1997 (hierna : het decreet van 25 februari 1997), in hoofdstuk IV/2 « Recht op inschrijving in het buitengewoon onderwijs », ingevoegd bij artikel II.40 van het decreet van 17 mei 2019, een artikel 37/40 ingevoegd. Dat artikel bepaalt :

    Art. 37/40. § 1. Het schoolbestuur rangschikt de binnen de aanmeldingsperiode, zoals bepaald in artikel 37/39, aangemelde leerlingen, die behoren tot de volgende voorrangsgroepen bovenaan en respecteert daarbij onderstaande volgorde :

    1° leerlingen die behoren tot dezelfde leefentiteit als een reeds ingeschreven leerling;

    2° leerlingen met een ouder die personeelslid is van de school of van de scholen die de inschrijvingen van de ene naar de andere school laten doorlopen op basis van artikel 37/36, op voorwaarde dat er op het ogenblik van de inschrijving sprake is van een lopende tewerkstelling voor meer dan 104 dagen. Met personeelslid wordt bedoeld :

    a) een personeelslid als vermeld in artikel 2 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs en in artikel 4 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, voor zover ze geaffecteerd zijn aan of aangesteld zijn in de school;

    b) een personeelslid dat via een arbeidsovereenkomst werd aangeworven door een schoolbestuur en tewerkgesteld wordt in de school;

    3° voor scholen, gelegen in tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, en tot het aandeel van 65 procent van de capaciteit van het betreffende niveau, zoals bepaald in artikel 37/37, bereikt is, leerlingen met minstens één ouder die het Nederlands in voldoende mate machtig is, zoals bepaald in artikel 37/58;

    4° een schoolbestuur kan voor zijn scholen een maximum van 50 procent van de capaciteit van het betreffende niveau, zoals bepaald in artikel 37/39, § 2, voorrang verlenen aan leerlingen die - uiterlijk op het moment van de effectieve lesbijwoning - verblijven of gebruikmaken van dat internaat of semi-internaat. Met internaat of semi-internaat wordt bedoeld :

    a) internaten, als bepaald in deel III, hoofdstuk 4, afdeling 1, onderafdeling 2, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016;

    b) internaten met permanente openstelling als vermeld in hoofdstuk 6 van dezelfde codificatie;

    c) semi-internaten, als bepaald in het koninklijk besluit van 21 augustus 1978 houdende organisatie van de semi-internaten in het buitengewoon onderwijs van de Staat en tot vaststelling van de personeelsnormen;

    d) multifunctionele centra, als bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap, voor wat de functies dagopvang, verblijf, diagnostiek of intensieve behandeling betreft.

    Indien de capaciteit, vermeld in artikel 37/37, eerste lid, of artikel 37/41, § 4, reeds bereikt werd binnen bovenstaande voorrangsgroepen worden de leerlingen uit de betreffende voorrangsgroep, geordend op basis van de afstand van het domicilieadres van de leerling tot de school of vestigingsplaats.

    Indien de capaciteit, vermeld in artikel 37/37, eerste lid, of artikel 37/41, § 4, bereikt werd binnen de overige aangemelde leerlingen, worden de betreffende leerlingen geordend op basis van de afstand van het domicilieadres van de leerling tot de school of vestigingsplaats.

    § 2. Wanneer meerdere scholen of vestigingsplaatsen samen aanmelden worden de aangemelde leerlingen toegewezen aan de school of vestigingsplaats van de hoogste keuze die de ouders bij de aanmelding opgaven, waarbinnen de leerling een gunstige rangschikking heeft gekregen. De leerling wordt verwijderd uit de lijst van aangemelde leerlingen in de lager gerangschikte scholen of vestigingsplaatsen op zijn voorkeurslijst.

    De Vlaamse Regering kan binnen de beschikbare begrotingskredieten middelen ter beschikking stellen voor gezamenlijke aanmeldingsprocedures

    .

    B.2.2. Bij artikel III.55 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 17 mei 2019, waarvan alleen de Franse Gemeenschap de vernietiging vordert, wordt, in deel V van de Vlaamse Codex Secundair Onderwijs (« Specifieke bepalingen betreffende het buitengewoon secundair onderwijs »), meer bepaald onder (« Onderafdeling 3. Organisatie van de inschrijvingen »), ingevoegd bij artikel III.51 van het voormelde decreet van 17 mei 2019, een artikel 295/8 ingevoegd. Dat artikel bepaalt :

    Art. 295/8. § 1. Het schoolbestuur rangschikt de binnen de aanmeldingsperiode, zoals bepaald in artikel 295/7, aangemelde leerlingen, die behoren tot de volgende voorrangsgroepen bovenaan en respecteert daarbij onderstaande volgorde :

    1° leerlingen die behoren tot dezelfde leefentiteit als een reeds ingeschreven leerling;

    2° leerlingen met een ouder die personeelslid is van de school of van de scholen die de inschrijvingen van de ene naar de andere school laten doorlopen op basis van artikel 295/3, op voorwaarde dat er op het ogenblik van de inschrijving sprake is van een lopende tewerkstelling voor meer dan 104 dagen. Met personeelslid wordt bedoeld :

    a) een personeelslid als vermeld in artikel 2 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs en in artikel 4 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, voor zover ze geaffecteerd zijn aan of aangesteld zijn in de school;

    b) een personeelslid dat via een arbeidsovereenkomst werd aangeworven door een schoolbestuur en tewerkgesteld wordt in de school;

    3° voor scholen, gelegen in tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, en tot het aandeel van 65 procent van de capaciteit van het betreffende niveau, zoals bepaald in artikel 295/5, eerste lid, bereikt is, leerlingen met minstens één ouder die het Nederlands in voldoende mate machtig is, zoals bepaald in artikel 253/46;

    4° een schoolbestuur kan voor zijn scholen een maximum van 50 procent van de capaciteit van het betreffende niveau, zoals bepaald in artikel 295/5, eerste lid, voorrang verlenen aan leerlingen die - uiterlijk op het moment van de effectieve lesbijwoning - verblijven of gebruik maken van dat internaat of semi-internaat. Met internaat of semi-internaat wordt bedoeld :

    a) internaten, als bepaald in deel III, hoofdstuk 4, afdeling 1, onderafdeling 2, van de Codificatie sommige bepalingen voor het onderwijs van 28 oktober 2016;

    b) internaten met permanente openstelling, als vermeld in hoofdstuk 6 van dezelfde codificatie;

    c) semi-internaten, als bepaald in het koninklijk besluit van 21 augustus 1978 houdende organisatie van de semi-internaten in het buitengewoon onderwijs van de Staat en tot...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT