Uittreksel uit arrest nr. 19/2021 van 4 februari 2021 Rolnummer 7352 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 4, 8

Uittreksel uit arrest nr. 19/2021 van 4 februari 2021

Rolnummer 7352

In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 4, 8, 9 en 25 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 24 mei 2019 « houdende wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en van het Mestdecreet van 22 december 2006, wat de implementatie van het zesde mestactieprogramma betreft », ingesteld door de vzw « Algemeen Boerensyndicaat » en anderen.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, en de rechters J.-P. Moerman, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen en J. Moerman, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen,

wijst na beraad het volgende arrest :

I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 30 januari 2020 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 31 januari 2020, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 4, 8, 9 en 25 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 24 mei 2019 « houdende wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en van het Mestdecreet van 22 december 2006, wat de implementatie van het zesde mestactieprogramma betreft » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 30 juli 2019) door de vzw « Algemeen Boerensyndicaat », Frank De Sutter, Dominique Van Den Keybus en Dirk Vandermersch, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. J. Opsommer, advocaat bij de balie te Oudenaarde.

(...)

II. In rechte

(...)

Ten aanzien van de bestreden bepalingen en de context ervan

B.1.1. Met het decreet van 24 mei 2019 « houdende wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en van het Mestdecreet van 22 december 2006, wat de implementatie van het zesde mestactieprogramma betreft » (hierna : het decreet van 24 mei 2019) heeft de decreetgever een decretale basis willen verlenen aan het voor de periode 2019-2022 geldende zesde actieprogramma in de zin van artikel 5 van de richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 « inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen » (hierna : de richtlijn 91/676/EEG), en de voor de implementatie van dat actieprogramma nodige wijzigingen willen aanbrengen in het decreet van 5 april 1995 « houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid » (hierna : het decreet van 5 april 1995) en in het decreet van 22 december 2006 « houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen » (hierna : het decreet van 22 december 2006). Het zesde actieprogramma volgt op het vijfde actieprogramma dat betrekking had op de periode 2015-2018.

B.1.2. Met het zesde actieprogramma beoogt de decreetgever « een reductie van de nutriëntenverliezen uit land- en tuinbouw te realiseren, om alzo de waterkwaliteit in overeenstemming te brengen met de Europese doelstelling, geformuleerd in de Nitraatrichtlijn » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2018-2019, nr. 1938/1, p. 2). Met het oog op het realiseren van die doelstelling « wordt ingezet op het verhogen van de effectiviteit van het bestaande beleid door het realiseren van een betere handhaving en implementatie, evenals op een meer gebiedsgerichte aanpak, door het doelmatig inzetten van maatregelen in gebieden waar de opgezette doelen nog niet bereikt zijn » (ibid.).

B.1.3. Uitgaande van de vaststelling dat de doelstellingen van het voorheen bestaande actieprogramma niet werden behaald (Parl. St., Vlaams Parlement, 2018-2019, nr. 1938/9, p. 5), heeft de decreetgever het nodig geacht om meer ingrijpende maatregelen te nemen met het oog op het terugdringen van de nitraatconcentraties.

Bij het decreet van 24 mei 2019 worden onder meer verschillende gebiedstypes ingevoerd, waarbij « het al dan niet opleggen van maatregelen en de omvang van deze maatregelen [...] afhankelijk [wordt] gesteld van het gebiedstype van de afstroomzone waarin de landbouwgronden gelegen zijn » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2018-2019, nr. 1938/1, p. 2). De gebiedstypes worden gedefinieerd in artikel 14, § 1, van het decreet van 5 april 1995, zoals gewijzigd bij het decreet van 24 mei 2019, op basis van de in het verleden gemeten gemiddelde nitraatconcentratie in het oppervlaktewater. Zij worden genummerd van 0 tot 3, waarbij het gebiedstype 0 de gebieden betreft waar de waterkwaliteitsdoelstellingen werden behaald en het gebiedstype 3 de gebieden waar die doelstellingen het minst werden behaald. In de gebiedstypes waar er een slechtere waterkwaliteit is, gelden voortaan strengere maatregelen.

B.2. Uit de in het verzoekschrift aangevoerde middelen blijkt dat de verzoekende partijen de bestreden bepalingen bekritiseren, in zoverre zij betrekking hebben op de verplichting tot het inzaaien en het aanhouden van vanggewassen en op de nitraatresidudrempelwaarden.

B.3.1. De verplichting tot het inzaaien en het aanhouden van vanggewassen wordt geregeld in artikel 14 van het decreet van 22 december 2006, zoals vervangen bij het bestreden artikel 8 van het decreet van 24 mei 2019.

Die bepaling voorziet met betrekking tot de vanggewasverplichting in twee soorten maatregelen : (1) een basismaatregel (artikel 14, § 3) en (2) een aanvulling van de basismaatregel voor landbouwpercelen gelegen in de gebiedstypes 2 en 3 (artikel 14, § 4).

B.3.2. De basismaatregel houdt in dat de landbouwers, voor de percelen gelegen in de gebiedstypes 1, 2 en 3, verplicht zijn om vanggewassen in te zaaien op percelen waarop geen nateelt ingezaaid wordt en die geen zware kleigrond zijn, waarvan de hoofdteelt uiterlijk op 31 augustus werd geoogst. Het vanggewas moet uiterlijk op 15 september zijn ingezaaid en moet in beginsel worden aangehouden tot 31 januari van het volgende jaar. In bepaalde situaties dient het aanhouden van de vanggewassen te gebeuren tot 15 oktober (vanggewassen op zware kleigronden) of tot 30 november (vanggewassen op percelen in de Leemstreek) van hetzelfde jaar.

De parlementaire voorbereiding vermeldt :

Het doel van deze vanggewassen is, om in combinatie met generieke maatregelen, de uitspoeling van nutriënten, en dan in hoofdzaak nitraat, tegen te gaan in de winterperiode. In afstroomzones van gebiedstype 1 zou dit namelijk voldoende moeten zijn om de streefwaardes van gemiddelde nitraatconcentraties te bereiken. Gelet op de meerwaarde van het zaaien van vanggewassen wordt natuurlijk ook het inzaaien van vanggewassen op percelen geoogst na 31 augustus sterk aangemoedigd

(Parl. St., Vlaams Parlement, 2018-2019, nr. 1938/1, p. 13).

B.3.3. Voor de gebiedstypes 2 en 3 wordt de basismaatregel aangevuld met een geleidelijke verhoging van het areaal landbouwgronden waarop vanggewassen moeten worden ingezaaid. Voor elke landbouwer wordt, op basis van de hoeveelheid vanggewassen die hij in de jaren 2016-2018 heeft verbouwd, de hoeveelheid vanggewassen bepaald die voortaan dient te worden aangeplant.

De parlementaire voorbereiding vermeldt :

Artikel 14, § 4, van het Mestdecreet introduceert de standaardmaatregelen in gebiedstypes 2 en 3. Aangezien de hierdoor gevatte afstroomzones zich met middelgrote (gebiedstype 2) en grote (gebiedstype 3) afstand bevinden van de waterkwaliteitsdoelstellingen worden hier bijkomende maatregelen opgelegd om alzo een grotere effectiviteit te bekomen. Deze maatregelen omvatten een daling van de bemestingsnorm voor de werkzame stikstof en een verhoging van het areaal ingezaaid met vanggewassen of laag-risico nateelten.

[...]

De bepaling met betrekking tot de vanggewassen bevindt zich in 3°. Voor elke landbouwer wordt er, op basis van de hoeveelheid vanggewassen die hij in de jaren 2016-2017-2018 verbouwde, een referentiepercentage bepaald. Voor zijn percelen gelegen in gebiedstype 2 of 3 moet de betrokken landbouwer dit referentiepercentage geleidelijk verhogen. Hierdoor zal, voor deze gebiedstypes, er een geleidelijke verhoging komen van het percentage vanggewas of laag-risico nateelt. De wijze waarop het referentiepercentage voor een individuele landbouwer berekend wordt, is terug te vinden in het tweede tot en met zevende lid van paragraaf 4

(ibid., p. 13).

B.3.4. Volgens artikel 63, § 14, van het decreet van 22 december 2006, zoals ingevoegd bij het bestreden artikel 25, 7°, van het decreet van 24 mei 2019, wordt het niet naleven van de vanggewasverplichting bestraft met een administratieve geldboete, die in beginsel 250 euro bedraagt per hectare landbouwgrond waarvoor niet is voldaan aan de vanggewasverplichting. In geval van herhaling binnen vijf jaar geldt een verhoogd boetebedrag.

B.3.5. Het bestreden artikel 4 van het decreet van 24 mei 2019 brengt meerdere wijzigingen aan in artikel 8 van het decreet van 22 december 2006, dat de periodes bepaalt gedurende welke het in beginsel verboden is om meststoffen op of in de bodem te brengen. Dat artikel 8 maakt daarbij een onderscheid tussen drie types meststoffen.

Het bestreden artikel 4 van het decreet van 24 mei 2019 voorziet onder meer in bepaalde uitzonderingen op de principiële regeling, waarop landbouwers zich kunnen beroepen wanneer zij vanggewassen inzaaien.

B.4.1. Het bestreden artikel 9 van het decreet van 24 mei 2019 vervangt artikel 15 van het decreet van 22 december 2006.

Die bepaling stelt nitraatresidudrempelwaarden vast, die variëren naar gelang van de betrokken teelt- en bodemtypes en naar gelang van het gebied waarin de landbouwpercelen gelegen zijn.

De bemonsteringen van de nitraatresidubepalingen gebeuren, volgens die bepaling, in de periode van 1 oktober tot en met 15 november. Het bepalen van het nitraatresidu gebeurt, afhankelijk van de situatie, op één perceel of op meerdere percelen van een landbouwbedrijf.

De bestreden bepaling regelt eveneens de gevolgen die worden verbonden aan een vaststelling dat de nitraatresidudrempelwaarden zijn overschreden.

B.4.2. Artikel 63, § 9, van het decreet van 22 december 2006, zoals vervangen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT