Uittreksel uit arrest nr. 34/2021 van 4 maart 2021 Rolnummers : 7162 en 7206 In zake : de beroepen tot vernietiging van : - de artikelen 7 tot 11 van het decreet van het Waalse Gewest van 17 juli

Uittreksel uit arrest nr. 34/2021 van 4 maart 2021

Rolnummers : 7162 en 7206

In zake : de beroepen tot vernietiging van :

- de artikelen 7 tot 11 van het decreet van het Waalse Gewest van 17 juli 2018 « houdende de eerste aanpassing van de ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2018 »;

- de artikelen 9 tot 13 van het decreet van het Waalse Gewest van 30 november 2018 « houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2019 »,

ingesteld door de vzw « Belgisch Fonds voor de Inzameling en Verwerking van Elektrohuishoudtoestellen » en anderen.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, en de rechters J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman, M. Pâques en Y. Kherbache, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging

    1. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 10 april 2019 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 12 april 2019, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 7 tot 11 van het decreet van het Waalse Gewest van 17 juli 2018 « houdende de eerste aanpassing van de ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2018 » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 22 oktober 2018) door de vzw « Belgisch Fonds voor de Inzameling en Verwerking van Elektrohuishoudtoestellen », de vzw « Recupel Audio-Video », de vzw « Recupel SDA », de vzw « Recupel ICT », de vzw « Recupel ET. & GARDEN », de vzw « LightRec », de vzw « MeLarec », de vzw « Recupel », de vzw « Bebat », de vzw « Federatie van de Elektriciteit en de Elektronica », de vzw « Agoria », de vzw « Belgische Federatie van de Toeleveranciers van Machines, Gebouwen en Uitrustingen en aanverwante diensten voor de Landbouw en voor de Groenvoorzieningen », de vzw « Belgische Beroepsverening van invoerders en fabrieksagenten van gereedschap » en de vzw « Traxio », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. D. Lagasse en Mr. A. Visschers, advocaten bij de balie te Brussel.

    2. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 11 juni 2019 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 14 juni 2019, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 9 tot 13 van het decreet van het Waalse Gewest van 30 november 2018 « houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2019 » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 14 december 2018; errata bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 21 december 2018) door de vzw « Belgisch Fonds voor de Inzameling en Verwerking van Elektrohuishoudtoestellen », de vzw « Recupel Audio-Video », de vzw « Recupel SDA », de vzw « Recupel ICT », de vzw « Recupel ET. & GARDEN », de vzw « LightRec », de vzw « MeLarec », de vzw « Recupel », de vzw « Bebat », de vzw « Federatie van de Elektriciteit en de Elektronica », de vzw « Agoria », de vzw « Belgische Federatie van de Toeleveranciers van machines, gebouwen en uitrustingen en aanverwante diensten voor de Landbouw en voor de Groenvoorzieningen », de vzw « Belgische Beroepsverening van invoerders en fabrieksagenten van gereedschap » en de vzw « Traxio », bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. D. Lagasse en Mr. A. Visschers.

    Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7162 en 7206 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de bestreden bepalingen en de context ervan

    B.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van de artikelen 7 tot 11 van het decreet van het Waalse Gewest van 17 juli 2018 « houdende de eerste aanpassing van de ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2018 » (zaak nr. 7162) en van de artikelen 9 tot 13 van het decreet van het Waalse Gewest van 30 november 2018 « houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2019 » (hierna : het decreet van 30 november 2018) (zaak nr. 7206).

    Bij de bestreden bepalingen wordt, respectievelijk voor de jaren 2018 en 2019, een belasting ingesteld die ertoe strekt bij te dragen tot de financiering van het beleid van het Waalse Gewest inzake het voorkomen en het beheren van afvalstoffen die aan een terugnameplicht zijn onderworpen.

    B.2.1. Krachtens artikel 8bis van het decreet van 27 juni 1996 « betreffende de afvalstoffen » (hierna : het decreet van 27 juni 1996) vermag de Waalse Regering aan de producenten een terugnameplicht op te leggen voor goederen of afvalstoffen uit commercialisering of uit het gebruik voor eigen behoefte van goederen, grondstoffen of producten met het oog op de preventie, het hergebruik, de recycling, de nuttige toepassing of een aangepast beheer van die goederen of afvalstoffen en op de internalisering van het geheel of van een deel van de beheerskosten. De terugnameplicht omvat de dekking van de desbetreffende kosten.

    B.2.2. De regeling van de terugnameplicht maakt deel uit van « het ruimere concept van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid in de zin van artikel 8 van de richtlijn 2008/98/EG van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen » (Parl. St., Waals Parlement, 2015-2016, nr. 484/1, p. 7).

    In de parlementaire voorbereiding van het decreet van het Waalse Gewest van 23 juni 2016 « houdende wijziging van het Milieuwetboek, van het Waterwetboek en van verscheidene decreten inzake afvalstoffen en milieuvergunning » (hierna : het decreet van 23 juni 2016), waarvan artikel 97 artikel 8bis van het decreet van 27 juni 1996 heeft gewijzigd, wordt dienaangaande uiteengezet :

    Het ruimere begrip ` responsabilisering van de producenten ' omvat drie verschillende mechanismen :

    - Een terugnameplicht, wanneer de afvalstroom een terugname rechtvaardigt (autowrakken, AEEA, batterijen en accu's, enz.);

    - Een rapportageplicht, wanneer de stroom van huishoudelijk afval reeds selectief wordt ingezameld op initiatief van de overheidssector, geen ketentekort vertoont maar, wegens de kenmerken ervan, een minimale rapportage rechtvaardigt om het inzamelings- en verwerkingspercentage te kunnen beoordelen, en de maatregelen die de producenten hebben genomen op het vlak van preventie en sensibilisering van de consument (olie en frituurvet bijv.);

    - Een verplichting tot deelname aan het gewestelijk beleid inzake preventie en beheer van afval, met inbegrip van de openbare netheid, wanneer de afvalstroom wordt beheerd door de overheidssector maar een ketentekort (negatieve afvalwaarde) vertoont, een probleem van openbare netheid veroorzaakt of om de ontwikkeling van circuits voor hergebruik en nuttige toepassing te stimuleren. Om praktische redenen is de deelname forfaitair. Zij zal, naar gelang van de aard ervan, moeten worden bepaald door het Parlement (fiscale bepaling), de Regering of in het kader van een overeenkomst

    (ibid.).

    B.2.3.1. De Europese Unie streeft in haar milieubeleid naar een hoog niveau van bescherming, rekening houdend met de uiteenlopende situaties in de verschillende regio's van de Unie. Haar beleid berust op het voorzorgsbeginsel en het beginsel van preventief handelen, het beginsel dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron dienen te worden bestreden, en het beginsel « de vervuiler betaalt » (artikel 191, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie).

    B.2.3.2. De voormelde richtlijn 2008/98/EG refereert aan het beginsel « de vervuiler betaalt » als een leidend beginsel op Europees en internationaal niveau...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT