Uittreksel uit arrest nr. 153/2020 van 19 november 2020 Rolnummer 7304 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 118 van de wet van 5 mei 2019 « houdende diverse bepalingen in strafzaken en

Uittreksel uit arrest nr. 153/2020 van 19 november 2020

Rolnummer 7304

In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 118 van de wet van 5 mei 2019 « houdende diverse bepalingen in strafzaken en inzake erediensten, en tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie en van het Sociaal Strafwetboek », ingesteld door Hans Evenepoel en Mariette De Winter.

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, en de rechters T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, J. Moerman en M. Pâques, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen,

wijst na beraad het volgende arrest :

I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 21 november 2019 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 22 november 2019, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 118 van de wet van 5 mei 2019 « houdende diverse bepalingen in strafzaken en inzake erediensten, en tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie en van het Sociaal Strafwetboek » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 24 mei 2019) door Hans Evenepoel en Mariette De Winter, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. M. Maus, advocaat bij de balie van West-Vlaanderen, en Mr. P. Smeyers, advocaat bij de balie te Brussel.

(...)

II. In rechte

(...)

Ten aanzien van de bestreden bepaling en de omvang van het beroep

B.1.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van artikel 118 van de wet van 5 mei 2019 « houdende diverse bepalingen in strafzaken en inzake erediensten, en tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie en van het Sociaal Strafwetboek ».

Die bepaling heeft in het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : het WIB 1992), in titel VII (« Vestiging en inning van de belastingen »), hoofdstuk X (« Strafbepalingen »), afdeling II (« Strafrechtelijke sancties »), een artikel 450bis ingevoegd, dat luidt :

Ten einde te vermijden dat een veroordeelde aan een onredelijk zware straf zou worden onderworpen, houdt de rechter bij de straftoemeting rekening met de verschuldigde administratieve geldboeten en belastingverhogingen.

Artikel 42, 3°, van het Strafwetboek vindt geen toepassing op de vermogensvoordelen die rechtstreeks uit de fiscale misdrijven zijn verkregen, op de goederen en waarden die in de plaats ervan zijn gesteld en op de inkomsten uit de belegde voordelen in geval de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT